112 zijn of het nummer waar u op dat moment bereikbaar bent.
1. druk toets en selecteer met de toetsen ∆ of ∇ de optie “NOODOPROEP”
2. druk OK en gebruik de toetsen ∆ of ∇ om te kiezen uit:
- “OPROEP AAN?” om de noodoproep-functie in te schakelen
- “OPROEP UIT?” om de noodoproep-functie uit te zetten
- “NUMMER?” om het te kiezen telefoonnummer in te voeren (een
eventueel oud nummer wissen met toets )
3. druk OK om de keuze te bevestigen
* Een ingeschakelde noodoproep-functie wordt weergegeven door het
continu oplichten van het woord “NOODOPROEP” in het display.
* Controleer vooraleer u de functie inschakelt, of het te kiezen nummer
daadwerkelijk geprogrammeerd is en of dit het correcte nummer is.
* Let op een eventueel voorloopcijfer in het geval u belt via een huis- of
kantoorcentrale (meestal een 0).
* Als er nog geen noodoproep-telefoonnummer is geprogrammeerd, kan deze
functie weliswaar normaal ingeschakeld worden, maar wordt er geen nummer
gekozen bij het indrukken van een toets. Hiervoor in de plaats klinken er
fout-toontjes.
* Een noodoproep wordt geactiveerd bij het indrukken van welke toets
dan ook, uitgezonderd de toetsen OK en .
* Inkomende oproepen kunnen normaal aangenomen worden.
* Een noopoproep beëindigen door de handset in de basis te plaatsen of
door de telefoontoets in te drukken.
* Bij multi-handset:elke handset dient apart geprogrammeerd te worden.
PREFIX: (voorloopcijfer of kiescode)
Indien u aangesloten bent op een huis- of kantoorcentrale waarbij u de 0 moet
kiezen voor een buitenlijn of indien u belt via een telecom provider waarbij u
eerst een toegangscode (16xx) moet intoetsen, kunt u deze prefix automatisch
laten toevoegen.
1. druk toets en selecteer met de toetsen ∆ of ∇ de optie “SYSTEEM”
2. druk OK en selecteer met de toetsen ∆ of ∇ de optie “PREFIX”
3. druk OK en gebruik de toetsen ∆ of ∇ om te kiezen uit:
- “NUMMER?” gebruik toets om een eventueel oud nummer te
wissen, voer het voorloopcijfer of de toegangscode
(16xx) in en druk OK
- “PREFIX AAN” druk OK om de functie in te schakelen
- “PREFIX UIT” druk OK om de functie uit te schakelen
* Controleer vooraleer u de functie inschakelt, of het nummer daadwerkelijk
geprogrammeerd is en of dit het correcte nummer is.
* Het prefix-nummer wordt toegevoegd aan alle
uitgaande telefoonnummers,
inclusief geheugennummers en terugbelnummers uit het NummerMelder-
geheugen en ongeacht met welke handset u naar buiten belt.
14