3. In het U1 of U2 programma kunt u m.b.v. deze knop uw
snelheidsprofiel samenstellen.
SPEED ⇓:
1. Tijdens het instellen kunt u deze knop indrukken om de waarden te
verlagen van de tijd, afstand, calorieën, target heart rate, en de
minimum snelheid in P1-P9.
2. Tijdens de start status kunt u deze knop indrukken om de snelheid
te verlagen met 0,5 KM/U of 0,1 M/U. Om de snelheid sneller te
verlagen kunt u de knop langer dan 2 seconden ingedrukt houden.
3. In het U1 of U2 programma kunt u m.b.v. deze knop uw
snelheidsprofiel samenstellen.
6. INCLINE ⇑:
Gebruik deze knop om de helling van het loopvlak te verhogen.
INCLINE ⇓:
Gebruik deze knop om de helling van het loopvlak te verlagen.
7. COOL DOWN:
Tijdens de start status, kunt u deze knop indrukken om naar de COOL
DOWN functie te gaan. Nadat de knop is ingedrukt, zal de helling van
het loopvlak naar 0 gaan en zal de COOL DOWN functie beginnen te
werken. Het is een programma dat 5 minuten lang duurt, dus zal de
tijd gaan aftellen vanaf 5 minuten. Wij raden u aan om alvorens het
stoppen de COOL DOWN functie te gebruiken. De bedoeling van de
COOL DOWN is het bevorderen van het herstel van het lichaam, en
deze te laten terugkeren naar een pre-training status. De COOL DOWN
zal uw lichaam helpen tijdens het herstellen. Wanneer de training stopt
zal ook de kracht waarmee het bloed naar het hart wordt gepompt
afnemen. Dit bloed en ook de afvalstoffen zullen in de spieren blijven
zitten en kunnen voor zwellingen en pijn zorgen. Een COOL DOWN zal
dit dus voorkomen door het bloed te laten blijven circuleren. Het
circulerende bloed brengt tevens zuurstof en stoffen mee die nodig zijn
voor het herstel van de spieren.
QUICK SPEED:
Er zijn 6 snelheidsknoppen aanwezig op de computer. Gedurende de start
modus kunt u een van de snelheidsknoppen intoetsen; de loopband zal
dan gaan lopen op de door u gekozen snelheid.