35
m) Leg het elektromechanische gereedschap
nooit weg, wanneer het toebehoren nog
niet volledig gestopt is. De draaiende schijf
kan zich vasthouden op het oppervlak en het
gereedschap uit de controle van de bediener
losrukken.
n) Het elektromechanische gereedschap mag
nooit gestart worden, wanneer de bedie-
ner het naast zich meedraagt. Een toevallig
contact met het roterende toebehoren kan ver-
oorzaken, dat het toebehoren zich inhaakt aan
de kleding van de bediener en naar zijn lichaam
wordt toegetrokken.
o) De ontluchtingsgaten van het gereedschap
dienen regelmatig schoongemaakt te wor-
den. De ventilator van de motor zuigt stof in de
behuizing en een sterke ophoping van metaal-
stof kan elektrisch gevaar veroorzaken.
p) Het is verboden om met elektromechanisch
gereedschap in de buurt van brandbare
materialen te werken. Deze materialen kun-
nen ontstoken raken door vonken.
q) Gebruik geen toebehoren dat vloeibare
koeling vereist. Het gebruik van water of an-
dere koelvloeistoffen kan leiden tot letsel of
dood door een elektrische schok.
5.2 Andere veiligheidsvoorschriften
voor alle werkzaamheden van
het abrasieve snijden
Terugslag en aanverwante waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie op een be-
knelde of vastgelopen draaiende schijf. Klemmen
of vastlopen veroorzaakt een plotselinge stopping
van de draaiende schijf, dat vervolgens ervoor
zorgt dat het ongecontroleerde gereedschap ge-
slingerd wordt in de tegenovergestelde richting
dan die waarin de schijf draait in het punt van het
vastlopen.
Bijvoorbeeld, als er een klemming of vastlopen van
de slijpschijf in het werkstuk plaatsvindt, kan de
rand van de schijf, die in het punt van de klemming
komt, het oppervlak van het materiaal binnendrin-
gen en veroorzaken, dat de schijf naar boven word
geduwd of weggestoten. De schijf kan of tegen de
bediener, of van hem weg springen, afhankelijk
van de richting van de beweging van de schijf in
het punt van het vastlopen. Slijpschijven kunnen
in zulke gevallen ook breken.
De terugslag is het resultaat van een onjuist ge-
bruik van elektromechanische apparatuur en / of
onjuist operationele procedures of voorwaarden
en kan worden voorkomen door een goede nale-
ving van de veiligheidsmaatregelen die hieronder
worden beschreven.
a) Houd het gereedschap vast en handhaaf
een juiste positie van het lichaam en van
de arm, opdat u de terugslagkrachten kunt
weerstaan. Is het gereedschap uitgerust
met een handvat, dan moet het altijd ge-
bruikt worden, om een maximale controle
te waarborgen over de terugslag en het
reactie-draaimoment dat bij het starten
van de machine ontstaat. De bediener is in
staat om de reactie-draaimomenten en terug-
slagkrachten te beheersen, als hij de juiste vei-
ligheidsmaatregelen uitvoert.
b) De bediener mag nooit met zijn handen
dicht bij het draaiende toebehoren komen.
Het toebehoren kan de hand van de bediener
wegstoten door terugslag.
c) De bediener mag niet binnen het vlak van
de draaiende schijf staan. De terugslag gooit
het gereedschap in de tegengestelde richting
dan die waarin de schijf beweegt in het punt
van het vastklemmen.
d) Het is nodig om speciale aandacht te beste-
den aan het afwerken in hoeken, scherpe
randen, etc. Voorkom het springen en het
vastklemmen van het toebehoren. Hoeken,
scherpe randen of het springen hebben de nei-
ging om het roterende toebehoren te laten vast-
lopen en het verlies van controle of terugslag te
veroorzaken.
e) Het is verboden om een kettingzaagschijf
voor houtsnijwerk, diamantschijf met seg-
menten, waarvan de omtrekspouw tussen
de segmenten groter is dan 10 mm, of een
zaagschijf met tanden op het toebehoren
te monteren. Deze schijven veroorzaken vaak
terugslag en verlies van controle.
f) De snijschijf mag niet ingeslagen worden
in het materiaal en er mag niet met boven-
matige druk mee gewerkt worden. Probeer
niet een te grote snijdiepte te bereiken. De
overbelasting van de schijf verhoogt de belas-
ting en de gevoeligheid voor het verdraaien of
vastlopen van de schijf in de snede en de mo-
gelijkheid van een terugslag of een breuk van
de schijf.
g) Als de schijf vastloopt of het snijden om
een andere reden onderbroken wordt, moet
het elektromechanische gereedschap uit-
geschakeld en zonder te bewegen worden
gehouden, totdat de schijf volledig is ge-
stopt. Wanneer de schijf beweegt, mag de
bediener nooit proberen om de snijschijf
uit de snede te halen, omdat er dan een
terugslag kan plaatsvinden. Controleer de
situatie en zorg voor herstel, om het vastklem-
men van de schijf te voorkomen.
h) Het snijden in het werkstuk mag niet
herstart worden. Laat de schijf het volle
toerental bereiken en zet hem opnieuw
voorzichtig in de snede. Indien u het gereed-
schap start, wanneer zich de schijf in de snede
bevindt, kan de schijf vastlopen, naar boven
geduwd worden of kan een terugslag worden
veroorzaakt.