33
Rijden met uw scootmobiel
Lees dit voordat u het voertuig bestuurt!
Of dit nu wel of niet uw eerste scootmobiel is, lees deze richtlijnen toch even door aangezien alle
voertuigen anders werken. Doet u dit niet, kan dit schade veroorzaken aan jezelf, een derde of
het voertuig.
Controleer het weer. Zorg dat u geschikte kleding draagt, ongeacht of de reis lang of kort is.
Als u medicijnen gebruikt, neem dan contact op met uw (huis)arts om te horen of dit uw
vermogen om de scootmobiel te besturen, niet aantast.
Rij niet als u alcohol heeft gedronken – Dat is verboden!
Gebruik het voertuig alleen voor het beoogde doel. Rijd niet door diep water, vervoer maar één
(1) persoon tegelijk, gebruik het niet als sleepwagen, overschrijd niet het maximum
draagvermogen en rijd niet op onverharde en ruige ondergrond en/of modder.
Verander niets aan uw scootmobiel, dan vervalt de garantie.
Trek de stekker uit het stopcontact na het laden.
Zorg ervoor dat de zitting volgens de voorschriften is afgesteld. Zorg dat u comfortabel kunt
zitten. Zet de snelheid op “laag” (schildpad).
Zorg dat de weg die voor u ligt, vrij is om over te rijden.
Zet het voertuig aan. Controleer of de accu-indicator zich in het groene gebied bevindt.
Neem een comfortabele rijpositie aan, plaats uw voeten daarbij altijd op de voetplaten.
Duw langzaam de rechter-gashendel in. De scootmobiel gaat nu rijden. Hoe verder u het
gashendel induwt, hoe harder het voertuig gaat rijden.
Om te remmen, laat langzaam de gashendel los. Als u zich onveilig of onzeker voelt: laat de
gashendel meteen los.
Naarmate u meer gewend raakt aan het rijden met uw scootmobiel, kunt u de snelheid verhogen.
Op- en afstappen: stop het voertuig op een vlakke ondergrond. Draai de sleutel om en verwijder
de sleutel voordat u afstapt.