WAARSCHUWING!
Met het stuur dient voorzichtig te worden omgegaan. Bij verkeerd gebruik kan de hendel
beschadigd raken. Controleer het voertuig volgens de instructies.
1. Trek nooit tegelijkertijd aan beide hendels. Hierdoor raakt het mechanisme
beschadigd.
2. (Dagelijks) Controleer voor gebruik van de scootmobiel of het mechanisme goed en vrij
kan bewegen. Doe dit door, als de scootmobiel uitstaat, de rechterhendel volledig naar u
toe te trekken en vervolgens weer los te laten. De hendel schiet meteen terug in de
oorspronkelijke positie. Trek de linker hendel volledig naar u toe en laat los. De hendel
schiet (als het goed) is meteen terug in de oorspronkelijke positie. Als de hendel niet
meteen terugkeert naar de normale stand (de hendel blijft steken), neem dan direct
contact op met uw leverancier – GA NIET MET DE SCOOTMOBIEL RIJDEN. (Zie
onderstaande afbeelding.)
3. Gebruik de hendels nooit om op te leunen en plaats er nooit uw hele gewicht op.
Hierdoor raakt het mechanisme beschadigd.
4. Indien u de weerbestendige huif van uw scootmobiel verwijdert, wees dan extra
voorzichtig met het stuur. Zorg ervoor dat de huif niet achter de hendels blijft haken.
5. Hang geen voorwerpen (bijv. tassen) aan het stuur of het hendelmechanisme. Maak er
ook uw hondenlijn niet aan vast.
Handrem: de handrem is alleen voor noodgevallen. In het onwaarschijnlijke geval dat de
hoofdrem het laat afweten, dan kan deze rem gebruikt worden om vaart te minderen.
Waarschuwing: als de sleutel tijdens de rit wordt omgedraaid komt de scootmobiel abrupt
tot stilstand. Als u zich in een situatie bevind waarin u snel moet remmen, gebruik dan de
noodrem. Gebruik deze rem-mogelijkheid alleen als laatste redmiddel