16
Satelliet hernoemen: Kies een satelliet, en kies de rode ‘hotkey’ om een
gewenste naam in te voeren.
Longitude aanpassen: Kies een satelliet, en kies de groene ‘hotkey’ om een
gewenste waarde in te voeren.
Satelliet transponders verwijderen: Kies een satelliet, en kies de gele
‘hotkey’ om alle transponders te verwijderen, en bevestig met ‘Ja’.
Transponder toevoegen: Kies een satelliet, en selecteer regel 2 (‘frequentie),
en kies de groene ‘hotkey’ om een TP toe te voegen. Voer vervolgens de
gewenste frequentie, symbol rate en polarisatie (V/H) in.
Transponder bewerken: Kies een satelliet, selecteer regel 2 (‘frequentie), en
kies de gele ‘hotkey’ om een TP te bewerken.
Transponder verwijderen: Kies een satelliet, selecteer regel 2 (‘frequentie),
en kies de rode ‘hotkey’ om een TP te verwijderen.