15
omgevingstemperaturen of voor het opladen van bepaalde types
AGM-accu’s, met een capaciteit die groter is dan 14 Ah. Om de accu
op te laden, verbindt u de uitgangskabel van de lader met de accu. Let
op de juiste polariteit (rode draad aan de +pool en zwarte draad aan de
-pool). Druk vervolgens 3 maal op de selectietoets. De
corresponderende LED (COLD), zal oplichten en wanneer er geen
andere handelingen worden verricht, zal na een korte wachttijd de
elektronische schakelaar het opladen starten met een stroomsterkte
van 4,0 A. Indien er zich geen storingen voordoen, zal de LED
(CHARGE = OPLADEN) gedurende de hele oplaadsessie blijven
branden. Dit zal doorgaan tot de accu is opgeladen tot 14,7 V. Zodra
de accu volledig is opgeladen, zal LED (FULL = VOL) branden, LED
(CHARGE) zal uitgaan en doormiddel van druppelladen wordt er
voor gezorgd dat de accu steeds volledig opgeladen blijft.
[6] HERSTELLEN VAN DIEP ONTLADEN ACCU’S
Zodra de lader met een accu is verbonden, zal de lader automatisch de
spanning van de accu meten. Als deze spanning zich tussen 7,5 V en
10,5 V bevindt, zal de lader automatisch omschakelen naar een
pulslaadmodus. Het opladen in de pulsmodus zal doorgaan tot het
spanning van de accu hoger wordt dan 10,5 V. Zodra deze drempel is
bereikt, schakelt de lader automatisch over naar de normale
laadmodus, die de gebruiker in het begin selecteerde. Deze speciale
functie kan, afhankelijk van de begintoestand, de ladingsacceptatie
van diep ontladen accu’s verbeteren.
[7] BESCHERMING TEGEN VERKEERD AANSLUITEN
De lader zal het relais uitschakelen en de lader onmiddellijk opnieuw
opstarten, om beschadiging te voorkomen als gevolg van abnormale
condities zoals kortsluiting, accuspanning lager dan 7,5V, los contact
of ompoling van de uitgangsaansluitingen.
Als de gebruiker geen verdere actie onderneemt, zal het systeem in de
stand-by modus blijven. In geval van een omgepoolde aansluiting zal,
naast de overschakeling naar Stand-by, ook LED ( ! ) oplichten.