20
het voertuig. De garantie voorziet niet in vergoeding van schade aan
het apparaat/voertuig waarvan de accu wordt geladen. Als het
loskoppelen en verwijderen van de accu niet mogelijk is, volg dan de
onderstaande gerelateerde veiligheidsinstructies.
[18] Als de accu is verbonden met een voertuig, moet eerst het
accupunt dat niet is verbonden met het chassis van het voertuig
worden verbonden met de lader. De andere verbinding moet met het
chassis van het voertuig worden gemaakt, zo ver mogelijk verwijdert
van de accu en van de brandstofleiding van het voertuig. Hierna kunt
u de lader pas met het voedingsnet verbinden. Na het opladen, maakt
u eerst de acculader los van het voedingsnet. Hierna verwijdert u de
verbinding met het chassis en met de accu.
[19] Verbind het positieve contact (rode klem) eerst met de positieve
pool van de accu. Verbind daarna het negatieve contact (zwarte klem)
met de negatieve pool van de accu.
[20] Tijdens het verbinden van lader met de accu, dient u steeds op de
correcte polariteit te letten (+ en -) en kortsluitingen te vermijden.
[21] Raak de accuklemmen nooit aan wanneer de lader actief is.
[22] Ontploffingsgevaar! Een accu kan tijdens het opladen explosieve
gassen uitstoten. Vermijd roken, open vonken of vlammen in de
omgeving van de accu. Explosieve en ontvlambare substanties zoals
brandstof of oplosproducten, mogen niet in de omgeving van de lader
of van de accu zijn.
[23] Gevaar voor chemische brandwonden! Het zuur dat zich in de
accu bevindt is zeer corrosief. Indien uw huid of ogen met dit zuur in
contact komen, spoel dan onmiddellijk de geraakte lichaamsdelen met
veel water en schakel onmiddellijk medische hulp in.
[24] Zodra het opladen is afgelopen ontkoppelt u de acculader van het
voedingsnet. Maak eerst het negatieve contact los (zwartgekleurde
klem) en daarna positieve contact (roodgekleurde klem). Indien u de
lader in verbinding laat met de accu zonder stroomtoevoer naar de
lader, zal uw accu geleidelijk ontladen.