7
5. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR
Indien er een 5-draads driewegklep geplaatst is
moeten de aders oranje en bruin doorverbonden
worden en geplaatst op klem 7, de blauwe ader op
klem 8, de overige aders isoleren.
Circulatiepomp
Driewegverdeelklep
Smeltveiligheid
Hulprelais
Boiler thermostaat
Kamer thermostaat
Klem aansluitdoos 230V
Klem aansluitdoos 24V
Wordt niet bedraad of
meegeleverd
5.1 Algemeen
De boiler is voorzien van een boilerthermostaat (instel-
baar tot 70°C) geschikt voor 24V regelspanning.
De thermostaat dient te worden aangesloten overeen-
komstig de elektrische aansluitschema’s van par. 5.2 t/m
5.5, afhankelijk van het toe te passen keteltype. De boiler
is aan de achterzijde voorzien van een bevestigingsmo-
gelijkheid voor Remeha’s universele boilerregeling (deze
regeling is niet in alle gevallen noodzakelijk, zie par. 7.2).
5.2 Elektrisch aansluit- en stroomkringschema uni-
versele boilerregeling voor de remeha Gas 1d XR,
remeha Gas 1020, remeha W23s.
- Bij toepassing van de remeha universele boilerregeling
is sprake van een boilervoorkeurschakeling, waarbij de
driewegklep in de laatst gevraagde stand blijft staan.
Afb. 6 Universele boilerregeling
CP
DV
F
K
TB
Tk
Ø
Ø
- - -