ad. knop 6 ' '
Alleen voor identieke keteltypen die in cascade gescha-
keld zijn kan volgorde omkeer gebruikt worden. Bij een
hoogrendementsketel in cascade met een standaard
ketel moet de instelknop 6 op 0 ingesteld worden.
ad. knop 8 ' '
Zie par. 5.4.4.
ad. knop 9
Zie par. 5.4.5 voor het instellen van de stooklijn.
De voorinstellingstabel gaat uit van de ontwerpcondities:
buitentemperatuur -10°C en watertemperatuur 90/70°C.
' ' K4BUwUw en K2R-F: de stooklijntemperatuur
wordt gehandhaafd door het bij- of afschakelen van be-
lastingtrappen.
' ' K2M-F: de stooklijntemperatuur wordt gehand-
haafd door de stand van de mengklep; de brandertrap-
pen worden bij- of afgeschakeld op een 5°C hogere
temperatuur.
' ' UM/UML: de stooklijntemperatuur wordt ge-
handhaafd door de stand van de mengklep; de ketel-
c.q. cascaderegelaar schakelt brandertrappen bij of af
op een 5°C hogere temperatuur.
ad. knop 10 ' ' , ad. knop 11 ' '
Boven de hier ingestelde buitentemperaturen wordt de
hele c.v.-installatie afgeschakeld. Beneden deze tempe-
raturen wordt het water volgens stooklijn op temperatuur
gehouden en draai(en) de installatiepomp(en) U1 altijd.
De ketelpomp(en) draai(en) als de betreffende ketel in
bedrijf is, met een nadraaitijd van 15 minuten. De pomp
van de leidende ketel gedraagt zich als een installatie-
pomp.
ad. knop 12 ' '
Zie ad. 4 onder K2R-F. Is alleen aanwezig op de K2R-S.
ad. knop 13 ' '
Maximale aanvoertemperatuur na de mengklep.
Let op: Bij vloerverwarming blijft een extra beveiliging
tegen overtemperatuur noodzakelijk.
5.4.3 Beknopte uitleg van de instellingen
Zie afb. 17 en 18.
ad. knoppen A, B, C
Zie de gebruiksaanwijzing voor de gebruiker
(par. 3.2.1,
3.2.2, 3.2.3).
ad. knop 1 ' ' , ad. knop 2 ' '
De proportionele band ' ' en integratietijd ' ' bepalen
samen met hoeveel belastingtrappen en hoe snel de re-
gelaar reageert op een verschil tussen gemeten tempe-
ratuur en gewenste temperatuur (stooklijn). De instelling
van de proportionele band is afhankelijk van het aantal
belastingstappen van de ketel(batterij).
ad. knop 3 ' '
Als de buitentemperatuur boven de ingestelde waarde
komt, is de helft van het aantal belastingtrappen geblok-
keerd. Alleen zinvol bij HR-VR cascades. Indien niet
gewenst: hoog afstellen.
ad. knop 4
' ' K4BUwUw(M): Minimale gezamenlijke aanvoer-
temperatuur. Dit begrenst de stooklijn voor zowel dag-
als nachtbedrijf op een minimale temperatuur, m.a.w. als
er warmtevraag is, wordt tenminste deze temperatuur
aangemaakt.
' ' K2R-F en K2M-F: Minimale ketelretourtempera-
tuur indien de retourtemperatuurvoeler is aangesloten.
Is deze niet aangesloten dan is de werking als bij de
K4BUwUw(M).
K2R-F: Bij warmtevraag wordt de mengklep zo gestuurd
dat de retourtemperatuur niet onder de ingestelde waar-
de komt. Dit begrenst de stooklijn voor zowel dag- als
nachtbedrijf op een minimale temperatuur, m.a.w. de ke-
telaanvoertemperatuur is bij warmtevraag altijd ca. 10 à
20°C hoger dan de op ' ' ingestelde temperatuur.
K2M-F: Bij warmtevraag wordt de mengklep zo gestuurd
dat de retourtemperatuur niet onder de ingestelde waar-
de komt, terwijl de met een extra voeler gemeten instal-
latieaanvoertemperatuur volledig volgens de gewenste
stooklijn wordt geregeld.
ad. knop 5 ' '
Let op: zowel op de Master als op de Slave moet het
totale aantal stappen van de cascadeopstelling worden
ingesteld.
Voorbeeld: tweemaal een tweetrapsketel geeft vier
belastingstrappen. Dus: vier instellingen op Master en
Slave.
18
rematic
®
2935