9
3. ONDERHOUD
De tank van de boiler moet regelmatig worden doorgespoeld. Bij normaal warmwaterverbruik en in een
gebied waar niet te hard water is, moet doorspoelen minstens eenmaal per kwartaal geschieden. In
gebieden met hard water is doorspoelen eenmaal per maand een vereiste.
Open de aftapkraan en laat zolang water uit de boiler stromen, totdat er met het water geen
kalkbezinksel meer meekomt. Mocht er door intensief gebruik van de boiler en/of kwaliteit van het water
toch ketelsteen op de bodem van de tank vastzitten, dan is ontkalken van de boiler noodzakelijk. Hiertoe
bevindt zich onderaan de tank een reinigingsopening. Nadat de deksel van de reinigingsopening
geopend is dient bij montage altijd een nieuwe pakking te worden toegepast. Wordt kalk niet tijdig uit de
tank verwijderd dan kan dit leiden tot het lek raken van de tank. Controle van kalkafzetting in de tank
moet minimaal 1 maal per jaar plaats vinden.
Wanneer tijdens het branden van de boiler een bonkend geluid wordt waargenomen, dan duidt dit op
kalkaanslag op de bodem van de tank, dit dient dan verwijderd te worden. Dit geluid is overigens
ongevaarlijk.
N.B. Indien ondeugdelijke ontkalkingsmiddelen en methoden worden toegepast, vervallen alle garantie-
aanspraken op de tank.
Eenmaal per jaar dienen bovendien de volgende onderhoudswerkzaamheden aan de boiler te
geschieden :
1. rookgaskanaal controleren op vervuiling.
2. hoofd- en aansteekbrander, en wervelstrip schoonmaken.
De tank van de boiler wordt kathodisch beschermd tegen corrosie door de in de tank aanwezige
magnesium anodestaven, optioneel kunnen de boilers zijn uitgerust met de permanente Correx anode.
Voor de levensduur van de boiler is het belangrijk de regelmatig anodes te controleren, zie paragraaf 3.1
en 3.2.
Bij vervanging van onderdelen mogen slechts originele, door de fabrikant aangegeven onderdelen
worden toegepast. Componenten welke zijn verzegeld mogen niet worden versteld of worden
gedemonteerd.
Wanneer van een wateronthardingsinstallatie gebruik gemaakt wordt, dient men er rekening mee te
houden, dat ten gevolge van de opgeloste zouten en/of andere chemische middelen de levensduur van
de tank aanmerkelijk kan worden verkort. Tevens moet dan een frequentere controle van de magnesium
anodestaven plaats vinden. De hardheid van het water moet tenminste 4°D zijn.
3.1 Magnesium anodes
Het tijdsbestek waarna de magnesium anodes moeten worden vervangen, hangt voornamelijk af van de
kwaliteit van het water. Het is daarom noodzakelijk de anodes minimaal 1 maal per jaar te controleren.
De anodestaven zijn gemonteerd boven in de tank. Om de anodestaven te bereiken moet de
bovendeksel worden verwijderd. Bij de modellen EBW 145, 360 en 500 moet vervolgens de deksel van
de rookgasverzamelkap worden verwijderd. Bij de modellen EBW 160, 200, 250 en 275 bevinden de
anodes zich aan weerszijde van de rookgasverzamelkap, onder de isolatie. Indien een anode voor meer
dan 40% in oplossing is gegaan, moet deze worden vervangen. Indien een anode bedekt is met een
aanslag dient deze gereinigd te worden.