98
a) Uitleg b de bedieningselementen
Status-led, blauw (1):
Brandt altd b normaal bedrf. Knippert tdens het programmeren en in de gesloten
stand.
Bedrfsaanduiding (2):
De 5 leds met nummer 1, 2, 4 en 5 (groen) en 3 (oranje) geven de status van het systeem
aan tdens het bedrf en in de programmeerstand.
• De leds tonen de geheugengroep van een EM-kaart als die tdens bedrf gelezen
wordt.
• De leds tonen de status van de instellingen in de programmeerstand. Zie hoofdstuk
"8. Ingebruikname, d) Programmering".
Kaartleesvenster (3)
Houd de EM-kaart direct voor dit venster om hem te lezen.
Deurbel/functietoets (4)
Deze toets heeft twee functies. De toets werkt in normaal bedrf als de deurbel, en in
de programmeerstand als functietoets.
Inbusschroef (5)
Voor het openen van de behuizing met de meegeleverde inbussleutel.