bestell nr.
2,4 GHz: F 8066
T-12 FG
• Er verschijnt nu weer een veiligheidsvraag, die met EDIT
bevestigd moet worden. Nu is het nieuwe modelgeheugen
geactiveerd.
• Uit veiligheids overwegingen is de HF uitstraling nog onder-
broken. De in het display verschijnende vraag “zen-
den”moet nu nog met ‘ja’beantwoord worden.
Pas dan is de zender met het gewisselde modelgeheugen
bedrijfsklaar.
Het nieuwe model wordt met de naam ‘new’ met doorlopende
nummering opgeslagen en in de modellijst opgevoerd. Geef
ter afsluiting het model een eigen karakteristieke naam.
MODELGEHEUGEN WISSEN
Uit veiligheidsoverwegingen kan een actief model niet gewist
worden.
• Het te wissen model uit de lijst met de 3D hotkey in het
juiste geheugenmedium uitkiezen en met ENTER bevesti-
gen.
• Daarna het veld ‘wissen’ markeren en met ENTER bevesti-
gen.
• Door de veiligheidsvraag met ‘ja’te bevestigen wordt het
model gewist, draaien met de 3D hotkey of drukken van S1
onderbreekt het wissen.
NAAMSVERANDERING MODELGEHEUGEN
• Het model waarvan de naam veranderd moet worden, uit
de lijst en het juiste geheugenmedium kiezen en met
ENTER bevestigen.
• ’Markeer het veld n naam en met ENTER bevestigenEr ver-
schijnt nu een nieuwe displayweergave , met al de tot
beschikking staande letters en tekens.
De invoer gebeurt met letters en tekens. De modelnaam kan
max. 8 tekens (inclusief spaties) bevatten.
• Eerst de te veranderen letters en getallen in de naamregel
markeren, dan de juiste letter met de 3D hotkey in het veld
ernaast kiezen en met de ENTER toets bevestigen. De nie-
uwe letter is nu overgenomen.
• Met de pijltoets wordt naar de voorgaande letter gegaan,
met ‘wissen’ worden de tekens achter de cursor gewist.
• Op deze manier kan letter voor letter de totale naam inge-
voerd worden.
• Als de invoer compleet is, dan met de ENTER toets beves-
tigen.
• Om de invoer te onderbreken en de oude naam weer te
activeren moet met de cursor naar modelkeuze gegaan
worden en met ‘enter’ bevestigen.
MODELGEHEUGEN KOPIEREN
Een modelgeheugen kan binnen hetzelfde geheugenmedium
maar ook in het andere medium getransporteerd worden.
• Eerst moet de geheugenplaats van gegevensbron bepaald
worden (bron)
- INTERN of
- SD-KAART
Markeer het betreffende veld en kies met de 3D hotkey het
gewenste geheugenmedium.
1) kies de bron uit, waar vanuit een kopie moet plaatsvinden,
b.v. van een intern geheugen of van de geheugenkaart.
2) Hierna moet de geheugenplaats van te copiëren gegevens
met de cursor bepaald worden en met de ENTER toets
bevestigd worden.
- INTERN of
- SD-KAART
3) Aansluitend moet de opdracht “KOPI”door markering met
de cursor en door bevestiging met de ENTER toets uitge-
voerd worden. Door het draaien met de 3D hotkey wordt
het proces afgebroken.
Bij het kopiëren wordt automatisch een opvolgend nummer
-1,-2 enz. aan het bestaande model gegeven.
In het geval dat de modelnaam voor extra index te lang is,
worden de beide laatste tekens gewist.
28
S1=blader