bestell nr.
2,4 GHz: F 8066
T-12 FG
Voer onderstaande stappen uit om te programmeren:
• Gedifferentieerd uitslagen invoeren
Markeer de gewenste aileron en stel de uislag naar links en
rechts apart in. Er kunnen max. vier servo’s geprogramm-
eerd worden. Het instellen gebeurt met de 3D hotkey en
wordt bevestigd met ENTER. Beweeg de stuurknuppel hier-
bij naar de totale uitslag links en rechts.
• Curve invoeren
In het displayscherm kan een curve voor de werking van de
aileron-differentiëring geprogrammeerd worden.Naast de
curvevorm kan voor iedere kant (rate A en rate B) een %-
waarde ingevoerd worden. De precieze afloop van de pro-
grammering van een curve is reeds in hoofdstuk 13.2 op
pagina 44 beschreven.
• Fijnafstemming instellen
Er kan een schakelaar of gever geprogrammeerd worden
waarmee een fijnafstemming van de aileron-differentiëring
uitgevoerd kan worden. Dit gebeurt in de regel ‘fijntuning’
Markeer dit veld, (d.i. het streepje boven ‘curve’) en bevesti-
gen met ENTER. In het nu verschenen schakelaar-gever-
menu kan het gewenste bedieningselement gekozen wor-
den. Voor de fijnafstemming kan ook een curve aangelegd
worden.
• Basisinstellingen vastleggen
IIn het veld ‘COMBI’ kan met de meervoudig beschreven
uitwerkingen en volgens dezelfde procedure de ‘APART’of
de ‘COMB’ mode ingevoerd worden.
Via het veld AIL AFR komt men direct in de AFR instellingen
voor de ailerons.
sIn het tweede displayvenster worden grafisch eventuele
mixfuncties van de ailerons weergegeven.
14.2 KLEPPEN INSTELLINGEN
In dit menu
kunnen de
instellingen
voor alle klep-
pen van een
vleugel inge-
voerd worden.
Bij het vleugel-
type met de
meeste klep-
pen (zie afbeelding) gaat het om de binnenste rem- en welf-
kleppen. Zowel de uitslag naar boven als naar beneden kan
voor iedere klep afzonderlijk ingesteld worden. Een offset-
functie maakt het gelijk lopen van de uitslagen mogelijk.
Bovendien kan, zoals bij vele functies, vastgelegd worden , of
de instellingen voor alle vliegtoestanden (COMB) gelden of
alleen voor de geactiveerde toestand (APART). Er kan een
mixer geprogrammeerd worden, die als de remkleppen gestu-
urd worden ook de welfkleppen aanstuurt.
Markeer met de 3D hotkey de optie KLEPPEN-INST in het
model-menu en bevestig dit met ENTER. Het display heeft drie
vensters die er als volgt uitzien:
Voor iedere klep kan voor elke bewegingsrichting individueel
de uitslag, op de reeds beschreven manier, ingesteld worden
Hetzelfde geldt voor de offset-functie, de afstelling wordt met
de 3Dhotkey als %-waarde ingesteld.
Ook de werking en het invoeren voor comb- of apart- mode
zijn reeds beschreven. De rem-welfkleppen-mixer zorgt ervoor
dat de welfkleppen meelopen als de remkleppen aangestuurd
worden.De mixverhouding voor iedere uitslagrichting, een off-
set, de mode voor de vliegtoestanden en een schakelaar kun-
nen geprogrammeerd worden.
48
em-
kleppen
(REM2)
welf-
kleppen
(WELF2)
welf-
kleppen
(WELF)
rem-
kleppen
(REM)