bestell nr.
2,4 GHz: F 8066
T-12 FG
Ter afsluiting moet de stand van de carburateur voor de auto-
rotatie als %-waarde in de onderste regel ingevoerd worden.
In de motor-uit mode moet de motor uitgeschakeld worden.
Een overeenkomstige servo-uitslag is als opdracht in te voe-
ren.
In de stationair-mode moet de carburateur zo ingesteld wor-
den dat de motor veilig maar niet met een te hoog toerental
loopt. Voor de instelling moet het betreffende veld gemarkeerd
worden , met de 3Dhotkey de instelling invoeren en met EDIT
de procedure afsluiten.
In de regel ‘schak’ kan een schakelaar vastgelegd worden
waarmee de procedure gestart wordt. Het veld markeren en
met ENTER bevestigen. In het nu verschenen schakelaar-
menu de gewenste schakelaar en de bedieningsrichting toe-
wijzen.
Ter afsluiting de snelheid van de gasservo voor de autorotatie-
toestand invoeren.
Hiertoe het veld ‘snelh’markeren. Met de 3D hotkey wordt de
instelling als getalwaarde ingevoerd. Hoe hoger het getal is,
hoe langzamer de servo naar de ingestelde eindpositie loopt.
Zorg ervoor dat bij het starten van de motor de autorotatie-
functie uitgeschakeld is.
15.5 TUIMELSCHIJF MIXER
Deze functie zorgt voor een perfecte instelling van de tuimel-
schijf over de totale uitslag. Alle functies (rol-, nik en pitch)
kunnen door elkaar gemixt worden. Hier zijn vier mixers voor
nodig, waar vier mixcurven en een schakelaar voor vastgelegd
worden. Markeer met de 3Dhotkey de ‘TUIMEL MIX’ functie in
het helikopter-model-menu. en bevestig dit met ENTER. Er is
hier maar één venster, maar voor iedere mixer is er een grafiek
voor de programmering van de mixcurve. Het display ziet er
als volgt uit:
In de tweede balk ‘ ACT’ moet iedere mixer die gebruikt wordt,
geactiveerd worden. Eerst het veld markeren, de instelling met
de 3Dhotkey invoeren en met ENTER afsluiten. In het veld
staat nu, afhankelijk van de stand van de schakelaar ‘AAN’ of
‘UIT’ weergegeven.
De werkingen en opdrachten voor de mogelijke programme-
ring van COMB- of APART mode zijn reeds meerdere malen
beschreven. Ze worden in de balk ‘mode’ ingevoerd. In de balk
schakelaar kan zoals bekend een schakeleer en de werkings-
richting daarvan toegewezen worden.
De eigenlijke instelling van de mixfunctie gebeurt aan de hand
van de betreffende mixcurve in het submenu. Markeer hiertoe
in de balk ‘mixer’ de gewenste regel en met ENTER bevesti-
gen. Nu wordt het curve-display weergegeven. De program-
mering van de curve verloopt volgens de bekende procedure.
Nu moet de vorm van de curve vast gelegd worden. Markeer
het veld ‘mode’ en maak de keuze met de 3Dhotkey. De pro-
grammering van een curve is beschreven in hfdst 15.5 op pag.
64.
Virtuele tuimelschijf verdraaiing (instelbaar van 0-90°)
Om een instelbare virtuele tuimelschijf verdraaiing om 45° te
verkrijgen moeten de beide eerste mixers rol-nik en nik-rol
onder de balk ‘trim’ op ‘AAN’ gezet worden en bij beide een
mixrate van 100% invoeren.
Voor de fijnafstemming van eventuele verschillen in de tuimel-
schijf aansturing is het mogelijk de “rechtuit loop” van de heli-
kopter via verschillende instellingen te herstellen.
Een vaste virtuele tuimelschijf verdraaiing van 45 graden
loopt via het modeltype-keuze H4X.
66