bestell nr.
2,4 GHz: F 8050
FX-30
12.1 SERVO MONITOR
IIn het menu servomonitor worden in een balkengrafiek met
procentwaarden, overzichtelijk alle servo uitslagen weergege-
ven. Ook de invoerde instellingen en mixfuncties zijn van inv-
loed. Dit menu is een ideaal testprogramma om handbediend
de roeruitslagen te controleren of automatisch alle servo’s te
testen.
Markeer met de 3D hotkey deze optie in het basismenu en
bevestigen met EDIT.
De servomonitor bezit drie verschillende modi:
• Servotest “Uit”
In deze mode worden de uitslagen getoond, die overeenko-
men met de stand van de stuurgevers. Hiermee kunnen de
mixfuncties en de uitslagen handbediend gecontroleerd
worden.
Beweeg de gewenste gever. De testmode moet op UIT
staan. In het display wordt bij de betreffende kanalen,de
grootte van de servouitslag als basisdiagram en als pro-
centwaarde weergegeven.
• Neutraal positie “Neutral”
Alle kanalen worden vanuit de zender in neutraal positie
gebracht. Dit is een perfecte functie om te testen of alle ser-
vo’s in de neutraal positie staan. Ook ideaal bij het inbou-
wen van servo’s om de juiste neutraalpositie te vinden.
Door bewegen van de 3D hotkey de testmode in het rech-
terveld van úit’naar ‘neutral omzetten.
• Automatische servotest “Bewegen”
Deze mode activeert een automatische servotest. Alle
kanalen worden langzaam van het ene gevereinde naar het
andere doorgelopen. De functie is ideaal voor het testen
van de servo’s of van de maximale roeruitslagen.
Schakel de testmode in, kies met de 3D hotkey ‘bewegen’
en met EDIT bevestigen.
Attentie:
Alle voorgenomen instellingen dual rate, geveruitslag, enz.
worden meegenomen.
12.2 KEUZE VAN HET MODELGEHEUGEN
Naast de eigenlijke keuze van de modelgeheugen-gegevens
wordt in dit menu ook de totale handling van de modelgege-
vens , zoals nieuwe invoeren, kopiëren, wissen en veranderen
uitgevoerd.
Een modelgeheugen bezit een capaciteit van ongeveer 500
kB, intern kunnen 30 modellen opgeslagen worden, op een 32
MB SD-kaart ca. 60 modellen. De zender kan SD-kaarten tot
max. 2 GB verwerken, hiermee kunnen ca. 3916 modellen
opgeslagen worden.
Attentie:
Maak een kopie van het modelgeheugen, in het bijzonder als
er met verschillende instellingen geëxperimenteerd wordt.
MODELGEHEUGEN OPROEPEN
• Eerst moet de plaats van het geheugen bepaald worden
- INTERN of
- SD-KAART.
Markeer het betreffende veld en kies met de 3D hotkey het
gewenste geheugen medium uit.
• In het linkerveld van het display wordt de modellijst van het
gekozen geheugenmedium getoond.daar staan alle aange-
legde modelgeheugens met de namen van het model weer-
gegeven. Markeer met de 3D hotkey het gewenste model
en bevestigen met EDIT.
• Er verschijnt nu een veiligheidsvraag (ok?) , die nogmaals
met EDIT bevestigd moet worden. Daarna is het nieuwe
modelgeheugen geactiveerd.
• Uit veiligheidsoverwegingen is de hf-uitstraling onderbro-
ken. De in het display verschijnende vraag “zenden”moet
nu met “ja”beantwoord worden. Pas dan is de zender met
modelgeheugen bedrijfsklaar.
NIEUW MODELGEHEUGEN AANLEGGEN
• Eerst moet de plaats van het geheugen bepaald worden
- INTERN of
- SD-KAART.
Markeer het betreffende veld en kies met de 3D hotkey het
gewenste geheugen medium uit.
• Daarna moet het veld opnieuw gemarkeerd en geactiveerd
worden.uit veiligheids overwegingen wordt radioverbinding
onderbroken.
• De nu volgende veiligheidsvraag (ok?) eveneens met de
EDIT toets bevestigen.
• In de nu volgende displays:
- Modeltype kiezen en de wissel bevestigen
- Modulatie selecteren
• Modulatie schakelen bevestigen zender uit en weer aan het
herstel van radio-contact
27