Bestelnummer
F4090 - F4091 - F4092
F4095 - F4096 - F4097
8.4.3 Remkleppenuitslag-instelling (flaperon) (FLTR)
Als het kanaal 6 als tweede rolroeraansluiting is gekozen, komt u door
indrukken van de S-toets in een verder ondermenu, waarin u de uits-
lagen voor de flaperon (remkleppen)-optie kunt instellen. Bij uitge-
schakelde mixer (INH) bedraagt de remklep-uitslag 100%.
- Ten eerste moet de mixer geactiveerd worden.
- Symbool “INH” knippert, 3-D-Hotkey naar links draaien op “ON”.
- S-toets indrukken, het “%”-teken knippert.
- Nu kunnen voor iedere richting van de stuurfunctie de remklep
servo-uitslagen worden ingesteld. De standaardinstelling is 30%.
- Lineaire schuif 6 naar voren schuiven, de pijl wijst naar boven (wijst
de pijl naar beneden, de aansluitstekker van de lineaire schuif op
de print om 180° draaien).
- De instelling van de uitslaggrootte volgt door draaien van de 3-D-
Hotkey. Het instelbereik ligt tussen -100% en +100%.
- Lineaire schuif 6 naar achteren schuiven en remklepuitslag naar
beneden instellen.
- Door indrukken van de 3-D-Hotkey gedurende 1 seconde kan de
oorspronkelijke waarde (30%) weer worden hersteld.
De schets laat een voorbeeld zien, waarbij de uitslag naar boven
groot gekozen werd, als remkleppen/spoiler (65% = ca. 40∞ uitslag),
de onderste uitslag kleiner, als welfkleppen om de lift van de vleugel
wat te vergroten.
8.4.5 Offset (middenverstelling)
Om de landingskleppen tijdens het vliegen makkelijker te kunnen
bedienen is het wenselijk, een vast gedefinieerde positie voor de in-
resp. uitgedraaide toestand van de kleppen te hebben.
Hiervoor kan de middenpositie van de landingskleppenstuurfunctie
(lineaire schuif of stuurknuppel) naar iedere gewenste positie worden
verschoven.
Hier in het voorbeeld in de eindpositie.
- S-toets indrukken tot de aanduiding “SET” op de display knippert.
- Lineaire schuif/ stuurknuppel in de gewenste positie brengen en
dan de 3-D-Hotkey gedurende 1 seconde indrukken.
- Hierdoor werd de nieuwe stuurfunctie-positie als “nieuw neutraal-
punt” overgenomen.
Loos bereik (LIMT), alleen actief wanneer FLTR=ON
Door nogmaals de S-toets in te druk-
ken komt u in het menu “LIMT”. Hier
kan een ‘dood’ of ‘loos’ bereik inge-
steld worden.
Dit is zinvol, wanneer men de rem- of landingskleppen met een lineair
schuifkanaal bedient. Een onbedoelde kleine beweging van dit schu-
ifkanaal kan als effect hebben, dat ook de remkleppen (spoilers) iets
uitdraaien.
Om dit te voorkomen kan in het menu LIMT een bepaald punt op de
stuurweg van de remkleppen (spoilers) worden ingesteld, vanaf waar
de stuurfunctie pas effect gaat krijgen.
- 1= “loos bereik”, stuurfunctie werkt niet
- 2= Limit-/meeneem-punt
- 3= actieve kleppenuitslag
- Stelt u de lineaire schuif in de positie, waarin het meeneem-punt (2)
moet komen te liggen.
- Drukt u op de 3-D-Hotkey, tot op de display de nieuwe positie als
percentage van de stuurweg wordt aangeduid.
- Een verdraaien van de 3-D-Hotkey laat het teken veranderen,
daardoor kan gekozen worden of het actieve bereik van de kleppen
boven of onder het meeneem-punt ligt.
29
Offset-instelling