- Zagen zonder afkorttafel, de parallelaanslag of de verstekgeleiding te gebruiken.
- Zagen van stukken die groter zijn dan de capaciteit van de machine, zonder supplementaire
hulpstukken te gebruiken.
LATENTE RISICO’S
- Toevallig contact met het draaiende zaagblad
- Terugslaan van het stuk
- Omslaan (kantelen) van een stuk door gebrek aan voldoende steunoppervlak.
FREES
Het gehele freessysteem werd ontworpen voor de volgende toepassingen, werd uitgerust met
een goede bescherming en mag enkel gebruikt worden om hout te bewerken.
Andere materialen mogen met dit systeem niet bewerkt worden.
- Frezen van profielen tegen de topkapgeleiding op voorwaarde dat anti-terugslagaanslagen
worden gebruikt.
- Frezen van gebogen profielen tegen de bogenfreesgeleiding
- Pennen slaan met bijkomende pennetafel, op voorwaarde dat de hiervoor bestemde
beveiligingen worden gebruikt
- Elke andere manier om rechte of gebogen stukken te profileren, vormen en pennen te slaan
- Alle taken van de houtbewerking, de meubelmakerij en de vormgeverij kunnen worden
uitgevoerd.
VERBODEN TOEPASSINGEN
Volgende toepassingen met de frees zijn verboden:
- Pennen slaan met zaagbladen
- Elke bewerking die onmogelijk is met de beveiligingen gemonteerd
- Gebruik van gereedschap met een grotere diameter of snelheden die hoger zijn dan
toegelaten volgens tabel diameter werktuigen/toeren/min.
LATENTE RISICO’S
In de houtbewerking doen de meeste ongevallen zich voor met de frees.
Het merendeel betreft verwondingen aan de handen. In de meeste gevallen komen de handen
in contact met het draaiende werktuig bij het manueel voortduwen van het stuk, in het
bijzonder als er zich een onverwachte en brutale versnelling voordoet, of als het hout
teruggeslagen wordt.
De voornaamste gevarenzones op de frees zijn:
- Het draaiende mes
- De onmiddellijke omgeving van de mechanische elementen
- De terugslagzone van het hout
Ondanks het gebruik van specifieke beveiligingen en het toepassen van de voorschriften
bestaan er toch nog latente risico’s tijdens het werken met de frees.
- Risico op ongevallen in de niet beveiligde omgeving rond het werktuig
- Risico op verwondingen tijdens het vervangen van werktuigen
- Risico op verwondingen door het te bewerken stuk hout zelf of door rondvliegende
houtspannen
- Verbrijzeling van de vingers
- Rrisico op het in het werktuig geraken met de hand bij het gebruik van een wegneembaar
doorvoerapparaat
- Risico bij het terugslaan van het stuk hout
- Gezondheidsrisico’s door langdurige inademing van stofdeeltjes, vooral van eik, beuk en
bepaalde exotische houtsoorten
- Doofheid door langdurige blootstelling aan lawaai.