15
Montage van het voorritszaagblad (fig. 7.1)
Plaats de hoofdschakelaar op de stand “O” vooraleer de zaagbladen te monteren
of te wisselen.
Maak de zaagtafel volledig vrij en los de 2 vleugelmoeren die zich onderaan de rolwa-
gen-tafelverlenging bevinden en schuif de plaat naar links in de richting van de pijl
zoals in fig.7 te zien is.
Breng de voorritseras met de draaiknop in de hoogste stand en draai de voorritseras
eveneens met de zijdelingse insteldraaiknop volledig naar links.
Plaats het gevorkte gedeelte
van de zaagmoersleutel over de
afgeplatte zijde van de voorrit-
seras.Met de bijgeleverde
imbussleutel kan nu de
zaagflens gelost worden (bout
heeft rechtse draad!) Plaats het
zuivere voorritszaagblad nu op
de as en schroef de imbusbout
van de zaagflens weer goed
vast.
Sluit het deksel van de zaag-
beugel en vergrendel; nu pas
kan de machine opgestart wor-
den.
Instelling van het voorritszaagblad t.o.v. van het hoofdzaagblad
(fig. 7.2)
Het gebruik van tweedelige voorritszaagbladen met tussenringen is aanbevelenswaard
daar deze zéér makkelijk en precies kunnen worden ingesteld op de dikte van het
hoofdzaagblad. Om een zuivere en splintervrije snede te waarborgen moet dit uitlijnen
met de grootste zorg geschieden.
Door middel van de tussenringen wordt de zaagbreedte van het voorritszaagblad
aangepast aan de breedte van het hoofdzaagblad.
Stel beide zaagbladen, met gebruikmaking van
de diverse bedienelementen, zo in dat ze mooi in
één lijn staan.Start beide hoofd-en voorritsermo-
tor en maak nu een proefsnede en bekijk het
resultaat.
Onderstaande figuur toont de verschillende
mogelijkheden:
1) zonder voorritszaagblad
2) voorritszaagblad juist ingesteld t.o.v. hoofdza-
agblad, echter te diep
3) voorritszaagblad teveel naar rechts t.o.v.
hoofdzaagblad
4) juist ingestelde voorritszaagblad
(fig. 7.1)
(fig. 7.2)