•
U kunt eenvoudig een ritmisch patroon (op de BR-532
“Pattern” genoemd) selecteren en afspelen, dat perfect
past bij de soort muziek die u opneemt, of het nu rock,
jazz, of welke muzieksoort dan ook is.
•
Gebruik de Patterns om van tempo of stijl te veranderen,
afhankelijk van de plek in het nummer, het publiek, of
andere omstandigheden.
Hieronder volgt een uitleg van het maken en selecteren van
Patterns.
•
Tijdens het Bouncen (p. 41) kunt u ook de klank van de
Rhythm Guide erbij mixen.
•
Door de “intro”, “verse” en “ending” Patterns te combi-
neren, kunt u uw eigen Song Pattern samenstellen
(Pattern Arrange). U kunt natuurlijk ook aan elk Pattern
een eigen tempo toekennen.
62
De Rhythm Guide
Patterns
De BR-532 is uitgerust met een ingebouwde “Rhythm Guide”. De Rhythm Guide vergroot de functionaliteit van de BR-532
aanzienlijk, door onder andere de volgende eigenschappen:
Een Pattern wordt gemaakt door een aantal “Forms” in de
door u gewenste volgorde te zetten, en vervolgens de maat-
soort en het tempo in te stellen. Om de keuze van de Forms
te vergemakkelijken, zijn ze ingedeeld in verschillende “Styles”.
Styles
Ingedeeld naar muzieksoort, zoals “Rock” en “Jazz”.
Dankzij de Styles klinken de Patterns authentieker.
Forms
Een Form is een muzikaal patroon, variërend in lengte van
één tot enkele maten. De verschillende soorten Forms ziet u
hieronder, en deze soorten Forms zijn in elke Style beschik-
baar.
IN (Intro)
Een muzikaal patroon dat aan het begin van een nummer
kan worden geplaatst.
V (Verse) 1 en 2
Muzikale patronen waar het grootste deel van een nummer
uit bestaat. “1” is een basispatroon, en “2” is een verder
uitgewerkte versie van “1”.
F (Fill) 1 en 2
Muzikale patronen die als overgangsmelodie tussen verschil-
lende gedeeltes van een nummer worden gebruikt. U kunt
“1” of “2” selecteren, afhankelijk van de Form die volgt op de
Fill-in.
End (Einde)
Een muzikaal patroon dat aan het eind van een nummer kan
worden geplaatst.
Soorten Patterns
Preset Patterns (P01-P50)
De Preset-Patterns zijn de patterns die al in de BR-532 zijn
opgeslagen. Er zijn 50 Patterns beschikbaar, en deze zijn in
soorten ingedeeld (zoals “Rock” en “Jazz”), waaruit u kunt
kiezen, afhankelijk van de muzieksoort die u aan het
opnemen bent (p. 97). U kunt de data van de Preset Patterns
niet wijzigen.
Na het END (Einde) van elk Preset Pattern (behalve Ǡ.50
Metro) volgt een BREAK (pauze) van drie maten, gevolgd
door V1.
User Patterns (U01-U04)
De User Patterns kunt u zelf programmeren, en u kunt er in
totaal vier opslaan in het geheugen van de BR-532. Wilt u
een Pattern gebruiken, dat u bij meer dan één nummer hebt
gemaakt, dan kunt u dit op de BR-532 opslaan als een User
Pattern.
Song Pattern (SNG)
Song Patterns zijn Patterns, die speciaal voor een bepaalde
Song zijn ingesteld. Net als User Patterns kunt u Song
Patterns zelf programmeren. In tegenstelling tot User
Patterns worden de Song Patterns op de geheugenkaart
opgeslagen, samen met de Songdata. Als u de voor een
opname gebruikte Patterns op de geheugenkaart opslaat,
samen met de Songdata, zal de Song altijd op de juiste
manier worden afgespeeld, ook als de geheugenkaart op een
andere BR-532 wordt gebruikt.
Drumkit
De Drumkit is een verzameling van negen verschillende
ritmische instrumenten (p.64). De muziek van een Pattern is
opgebouwd uit de klanken van de geselecteerde drumkit.