Drumkits vervangen
U kunt een voor de opname geselecteerde
drumkit door een andere vervangen.
* Voor het basispatroon en het fillpatroon kunt u
geen andere drumkits kiezen.
1. Selecteer het User patroon waarin de
vervangende drumkit zich bevindt.
Draai aan de TEMPO/VALUE knop om het
patroonnummer te selecteren.
* U kunt het patroon ook selecteren door het
patroonnummer met de numerieke toetsen in te
voeren, en op [
Ǡ
/ENTER
] te drukken.
2. Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op
[DRUM A/B] (DRUM KIT).
* Blijf [SHIFT] ingedrukt houden.
3. Terwijl [SHIFT] ingedrukt is, draait u aan
de TEMPO/VALUE knop om de drumkit
te selecteren.
U kunt selecteren uit de Preset drumkits
(1-64) en de User drumkits (65-128).
“Preset Drumkit Lijst” (p. 102).
4. Laat [SHIFT] los.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode)
De toonsoort van het
basgedeelte veranderen
(Key Transpose)
Met de “Key Transpose” functie kunt u de toon-
soort van het basgedeelte tijdens het afspelen
veranderen (transponeren).
* Key Transpose instellingen worden tijdens het
opnemen en afspelen van patronen in de Pattern
Edit mode genegeerd. Verifieer dat Key Trans-
pose in de Pattern Play mode geactiveerd is.
* Voor het basis- en fillpatroon kunt u geen
verschillende Key Transpose instellingen selec-
teren.
1. Terwijl de uitvoering niet speelt, selecteert
u het User patroon dat het basgedeelte,
waarvan u de toonsoort wilt veranderen,
bevat.
Selecteer het patroonnummer met de
TEMPO/VALUE draaiknop.
* U kunt het patroon ook selecteren door het
patroonnummer met de numerieke toetsen in te
voeren, en op [
Ǡ
/ENTER
] te drukken.
2. Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk op [5]
(KEY TRANS).
* Blijf [SHIFT] ingedrukt houden.
3. Terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, draait
u aan de TEMPO/VALUE knop, om de
nieuwe toonsoort te selecteren.
Instellingsbereik: -12 +12
U kunt de transpositie op stappen van een
halve toon instellen, tot +/- 1 octaaf hoger
of lager.
4. Laat [SHIFT] los.
62