532800
12
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/64
Nächste Seite
Wij danken u en feliciteren u met uw aankoop van de digitale piano FP-3.
Hoofdkenmerken
Stijlvol, licht en compact design
Het verfijnde design past in elk interieur en omdat de piano zo licht en compact is,
kan u het instrument gemakkelijk over al mee naartoe nemen.
Authentieke piano-uitvoeringen
Door de hoogkwalitatieve klanken van een concertvleugel en een Progressive
Hammer Action-klavier met realistische piano-aanslag dat een zwaar gevoel in de
lage noten en een lichter gevoel in de hoge noten cre‘ert, kan u van echt authentieke
piano-uitvoeringen genieten.
Een brede waaier van tonen die in veel muziekgenres kunnen worden gebruikt
Naast de pianoklanken is de FP-3 voorzien van 40 ingebouwde klanken die voor
bijna elke denkbare muziekstijl kunnen worden gebruikt.
U kan eveneens drumsets spelen met het instrument.
Met “Session Partner” spelen geeft u een “sessie”-gevoel
Ontdek het echte sessie-gevoel wanneer u meespeelt met een ÒRhythmÓ-sectie die
opgebouwd is uit realistische drum- en basklanken.
U kan het akkoordenschema van ÒRhythmÓ automatisch afspelen, of u kan de
akkoorden die gespeeld moeten worden bepalen met uw linkerhand.
Een groot aantal interne songs
De FP-3 is voorzien van vier interne demo-songs en van vijftig interne piano-songs.
Een grote verscheidenheid aan uitvoeringen met de Dual- en Split-functies
Zet twee van de verscheidene interne klanken van de FP-3 in lagen, speel met
verschillende klanken toegewezen aan de linkse en rechtse helft van het klavier en
geniet van de vele andere mogelijkheden van het werken met uitvoeringen.
De klavieraanslag kan ingesteld worden in functie van de kracht van
de vingers
U kan de klavieraanslag veranderen zodat deze beter is aangepast aan de kracht van
de vingers van de persoon die het klavier bespeelt.
Functies voor eenvoudig opnemen
U kan uw eigen uitvoeringen gemakkelijk opnemen met behulp van enkele
eenvoudige knopbewerkingen.
Twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon
De FP-3 is uitgerust met twee aansluitpunten voor een hoofdtelefoon, zodat twee
mensen tegelijk een hoofdtelefoon kunnen gebruiken.
Dit is een handig kenmerk dat gebruikt kan worden tijdens het lesgeven, of wanneer
men stukken speelt voor vier handen.
Met aansluitpunten voor Line In/Out
Als u externe audio-apparatuur aansluit op de jacks van Line Out kan u de klanken
vanuit de FP-3 door uw audio-opstelling spelen en wanneer u een CD-speler of een
gelijkaardig toestel aansluit op de jacks van Line In kan u de interne klanken samen
spelen met de uitvoeringen van de FP-3.
Gebruikershandleiding
Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag onder geen enkele vorm
worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toelating van ROLAND CORPORATION.
®
Gelieve de paragrafen:
ÒVEILIG GEBRUIK VAN
HET TOESTELÓ en
ÒBELANGRIJKE
OPMERKINGENÓ (pg. 2;
pg. 4)
aandachtig te lezen
vooraleer u het toestel
gebruikt. Deze paragrafen
bevatten belangrijke
informatie omtrent het juiste
gebruikt van het toestel.
Daarnaast is het
aangewezen de bij uw
nieuwe toestel ingesloten
gebruikershandleiding
volledig te lezen om er zeker
van te zijn dat u van elk
kenmerk iets heeft
opgestoken. Bewaar uw
handleiding als handig
naslagwerk.
2
BELANGRIJK: DE DRADEN VAN DE VOEDING ZIJN GEKLEURD VOLGENS DE HIERONDER BESCHREVEN CODE.
BLAUW:
BRUIN:
Aangezien de kleuren van de voedingsdraden van dit toestel mogelijk niet overeenkomen met de gekleurde markeringen
die de terminals in de plug aanduiden, moet u als volgt handelen:
De draad met de BLAUWE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter N is gemarkeerd of ZWART gekleurd is.
De draad met de BRUINE kleur moet aangesloten worden op de terminal die met de letter L is gemarkeerd of ROOD gekleurd is.
Verbind de bovenvermelde draden in geen gavel met de aardingsterminal van een driepinsplug.
NEUTRAAL
ONDER STROOM
Voor het Verenigd Koninkrijk
USING THE UNIT SAFELY
001
¥Lees onderstaande instructies en de gebruikershan-
dleiding vooraleer u dit toestel gebruikt.
..........................................................................................................
002c
¥ Open het toestel en de AC-adaptor niet (of wijzig
er niets aan).
..........................................................................................................
003
¥ Probeer het toestel niet te herstellen of er onder-
delen van te vervangen (behalve wanneer er in dit
handboek specifieke instructies worden gegeven
om dit wel te doen). Alle onderhoud moet worden
gedaan door uw leverancier, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland verdeler,
zoals deze op de ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven.
..........................................................................................................
004
¥
Het toestel niet gebruiken of opslaan in plaatsen die:
¥ onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bv.
direct zonlicht in een gesloten voertuig, dicht bij
warmteleidingen of bovenop een warmtebron,
¥
vochtig zijn (bv., bad- en waskamers, op natte vloeren)
,
¥ nat zijn,
¥ blootgesteld zijn aan regen,
¥ stoffig zijn,
¥onderhevig zijn aan hevige trillingen.
..........................................................................................................
005
¥ Dit toestel mag alleen gebruikt worden met een
rek of een standaard die door Roland is
aanbevolen.
..........................................................................................................
006
¥ Als men het toestel gebruikt met een rek of een
standaard die door Roland is aanbevolen, moet dit
rek of de standaard waterpas geplaatst worden
zodat het toestel stabiel staat. Als u geen rek of
standaard gebruikt, moet u er eveneens voor
zorgen dat de locatie die u kiest om uw toestel te
plaatsen, voorzien is van een waterpas oppervlak
waarop het toestel goed steunt, zodat het niet kan
wankelen.
..........................................................................................................
008c
¥ Gebruik uitsluitend de AC-adaptor die met het
toestel werd meegeleverd. Zorg er ook voor dat de
lijnspanning van de installatie overeenkomt met
de inkomende spanning die op de AC-adaptor
staat vermeld. Andere AC-adaptors kunnen een
andere polariteit hebben of ontworpen zijn voor
een andere spanning, zodat hun gebruik kan
leiden tot schade, slecht functioneren, of een elektrische
schok.
..........................................................................................................
009
¥ Het stroomsnoer niet overmatig draaien of buigen
en er geen zware voorwerpen op plaatsen. Dit kan
het snoer beschadigen en kan kortsluiting
veroorzaken. Beschadigde stroomsnoeren vormen
een risico op brand en elektrische schokken!
..........................................................................................................
Wijst de gebruiker op het risico op
verwondingen of beschadiging van het
materiaal wanneer het toestel niet juist
wordt gebruikt.
Met beschadiging van materiaal wordt
verwezen naar beschadiging van of
andere ongunstige effecten op de
woning ,de inboedel en huisdieren.
Wijst de gebruiker op het risico op
overlijden of ernstige verwondingen
wanneer het toestel niet juist wordt
gebruikt
Het -symbool wijst de gebruiker op dingen die moeten
worden uitgevoerd. De specifieke zaak die moet worden
gedaan, wordt aangeduid door het teken in de cirkel.
Het symbool dat hier links staat, duidt aan dat het
stroomsnoer uit het stopcontact moet worden gehaald.
Het - symbool wijst de gebruiker op belangrijke
instructies of waarschuwingen.De specifieke betekenis van
het symbool wordt bepaald door het teken in de driehoek.
Het symbool dat hier links staat, wordt gebruikt voor
algemene waarschuwingen of aanduiding van gevaar.
Het -symbool wijst de gebruiker op zaken die nooit
mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Hetgene niet
mag worden gedaan, wordt aangeduid door het teken
in de cirkel. Het symbool dat hier links staat, duidt aan
dat het toestel nooit mag worden uit elkaar gehaald.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL
INSTRUCTIES TER VOORKOMING VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK OF VERWONDINGEN
Over de symbolen
Over OPGELET en
GEVAAR
OPGELET
GEVAAR
OPGELET OPGELET
3
010
¥ Dit toestel kan -op zichzelf of in combinatie met
een versterker en een hoofdtelefoon of
luidsprekers- klankniveaus produceren die
permanent gehoorverlies kunnen veroorzaken.
Werk nooit gedurende een langere tijd aan een
hoog of oncomfortabel volume. Als uw gehoor
vermindert of als u gefluit hoort, moet u onmid-
dellijk met het gebruik van het toestel stoppen en
een oorarts raadplegen.
..........................................................................................................
011
¥ Zorg er voor dat er geen voorwerpen (bv.,
brandbare materialen, munten, pennen) of vloei-
stoffen (water, limonade, enz.) in het toestel
binnendringen.
..........................................................................................................
012b
¥ Zet onmiddellijk de stroom uit, verwijder de AC-
adaptor van de uitgang en raadpleeg uw lever-
ancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center
of een erkende Roland verdeler, zoals deze op de
ÒInformatiepaginaÓ staan aangegeven wanneer:
¥ de AC-adaptor, het stroomsnoer of de stekker
beschadigd is;
¥ er voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn
geraakt,
¥ het toestel aan regen is blootgesteld of op een
andere manier nat geworden is,
¥ het toestel schijnbaar niet normaal werkt of een
opmerkelijke verandering in de werking vertoont.
..........................................................................................................
013
¥ In gezinnen met kleine kinderen moet een
volwassene de kinderen begeleiden tot ze in staat
zijn om alle regels te volgen die essentieel zijn om
het toestel veilig te gebruiken
..........................................................................................................
014
¥ Bescherm het toestel tegen hevige schokken.
(Laat het niet vallen)!
..........................................................................................................
015
¥ Sluit het stroomsnoer van het toestel niet samen
aan op een uitgang van een onredelijk aantal
andere toestellen. Wees vooral voorzichtig met het
gebruik van verlengsnoerenÑhet totale vermogen
dat gebruikt wordt door alle toestellen die op het
verlengsnoer zijn aangesloten, mag het vermogen
(watt/amp•re) van het verlengsnoer niet
overschrijden. Te hoge belastingen kunnen de
isolatie van het verlengsnoer doen opwarmen en
mogelijk doen smelten.
..........................................................................................................
016
¥ Raadpleeg uw verkoper, het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland
verdeler, die u vindt op de ÒinformatiepaginaÓ,
vooraleer u het toestel in het buitenland gebruikt.
..........................................................................................................
101b
¥ Stel het toestel en de AC-adaptor op in een plaats
waar voldoende ventilatie is.
102c
¥ Alleen de stekker van het AC-adaptorsnoer
vastnemen wanneer men deze op het toestel wil
in- of uitpluggen.
..........................................................................................................
103b
¥ Koppel de AC-adaptor los wanneer het toestel
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
104
¥ Zorg er voor dat snoeren en kabels niet in de war
raken. De snoeren en kabels moeten ook buiten
het bereik van kinderen worden gelegd.
..........................................................................................................
106
¥ Plaats geen zware voorwerpen op het toestel en ga
er niet op staan.
..........................................................................................................
107c
¥ De AC-adaptor of zijn stekkers nooit met natte
handen vastnemen wanneer men deze op het
toestel in- of uitplugt.
..........................................................................................................
108b
¥ Koppel de AC-adaptor en alle snoeren los van het
toestel en ontkoppel alle snoeren van externe
toestellen vooraleer u het toestel verplaatst.
..........................................................................................................
109b
¥ Zet de stroom uit en koppel de AC-adaptor los
vooraleer u het toestel reinigt (pg. 8 ).
..........................................................................................................
110b
¥ Bij kans op onweer moet u de AC-adaptor los-
koppelen.
118
¥ Indien u de schroeven verwijdert die gebruikt
worden voor het vastmaken van de muziekstan-
daard of de standaard moet u deze op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen bewaren om het
risico op inslikken te vermijden.
..........................................................................................................
OPGELET
GEVAAR
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Gelieve naast de onderwerpen beschreven in “VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL” op pagina 2-3, eveneens het
volgende in acht te nemen:
Stroomtoevoer
301
¥ Dit toestel mag niet worden gebruikt op hetzelfde stroom-
circuit van eender welk toestel dat lijnruis genereert (zoals
een elektrische motor of een variabel verlichtingssysteem).
302
¥ De AC-adaptor wordt warm wanneer hij lange tijd
aanhoudend wordt gebruikt. Dit is normaal en mag geen
reden geven tot ongerustheid
307
¥ Zet de stroom van alle toestellen uit vooraleer dit toestel
op andere toestellen aan te sluiten. Op deze manier
voorkomt men het slecht functioneren en/of bescha-
diging van luidsprekers of andere apparatuur.
Plaatsing
351
¥ Het gebruik van dit toestel in de buurt van stroomver-
sterkers (of andere apparatuur met sterke stroomtransfor-
matoren) kan brom veroorzaken. Om dit probleem op te
lossen, moet u de richting van het toestel veranderen, of
het toestel verder van de interferentiebron verwijderen.
352
¥ Dit apparaat kan interfereren met radio- en televisie-
ontvangst. Gebruik dit apparaat niet in de buurt van zulke
ontvangers.
354a
¥ Het toestel niet blootstellen aan direct zonlicht, niet in de
buurt plaatsen van apparaten die warmte afgeven, laat het
niet achter in een afgesloten voertuig of stel het niet bloot
aan extreme temperaturen. Overmatige hitte kan het
toestel vervormen of ontkleuren.
355
¥ Gebruik het toestel niet op natte plaatsen (waar het is
blootgesteld aan regen of ander vocht) om een mogelijke
panne te vermijden.
358
¥ Laat geen voorwerpen achter op het klavier. Dit kan
leiden tot een slechte werking zoals toetsen die geen klank
meer geven.
¥ Zet het toestel nooit langer dan twee weken op zijn kant.
Dit kan een slechte invloed hebben op de werking van het
klavier.
359
¥ Kleef geen stickers, enz. op het instrument. Wanneer men
deze van het instrument probeert te verwijderen kan de
externe afwerking beschadigd worden.
Onderhoud
401a
¥ Voor de alledaagse schoonmaak reinigt men het toestel
met een zachte, droge doek of met een doek die met een
beetje water is bevochtigd. Voor het verwijderen van
hardnekkig vuil gebruikt u een doek die in een zachte,
niet-bijtende detergent is gedrenkt. Daarna het toestel
grondig afdrogen met een zachte, droge doek.
402
¥ Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of oplosmid-
delen om ontkleuring en/of vervorming te voorkomen.
Bijkomende voorzorgsmaatregelen
553
¥ Behandel de knoppen, schuiven en andere controlefunc-
ties, eveneens als de jacks en de connectoren van het
toestel met de nodige voorzichtigheid. Een ruwe behan-
deling kan leiden tot een slechte werking.
¥ Nooit op de display slaan of er sterke druk op uitoefenen.
¥ Bij het aansluiten of afkoppelen van de kabels moet de
connector zelf vastgenomen worden - nooit aan de kabel
trekken. Op deze manier wordt kortsluiting en bescha-
diging van de interne elementen van de kabel voorkomen.
¥ Probeer het volume van het toestel binnen redelijke
perken te houden zodat de buren niet gestoord worden.
Misschien verkiest u het gebruik van een hoofdtelefoon,
waardoor u zich geen zorgen moet maken over degenen
die u omringen (vooral Ôs avonds laat).
¥ Wanneer u het toestel moet vervoeren, moet het indien
mogelijk in de oorspronkelijke verpakking (samen met de
pads) worden ingepakt. Is dit niet mogelijk, dan moet u
gelijkaardige verpakkingsmaterialen gebruiken.
¥ Gebruik uitsluitend het gespecifieerde expressiepedaal (EV-5;
afzonderlijk te koop). Het aansluiten van een ander expressiepedaal
kan leiden tot slecht functioneren en/of beschadiging van het toestel.
¥ Gebruik een Roland-kabel om de aansluitingen te maken.
Als u een andere kabel gebruikt, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen treffen.
¥ Sommige aansluitingskabels bevatten resistoren.
Gebruik voor het aansluiten van dit toestel geen kabels
die resistoren bevatten. Als men zulke kabels gebruikt
is het mogelijk dat het klankvolume zeer laag of
onmogelijk te horen is. Raadpleeg de fabrikant van de
kabel voor meer informatie over de kabelspecificaties.
Standaard (FPS-10A:
afzonderlijk te koop)
Voorzorgsmaatregelen voor de luisprekerstandaard
¥
Om ongelukken te voorkomen die worden veroorzaakt
door vallende luidsprekers, mag u de luidsprekerstan-
daarden die bij de FPS-10A zijn meegeleverd, niet gebruiken
in combinatie met een ander instrument of product
.
¥ Zorg er voor dat u de bijgeleverde velcro-tape gebruikt
om de luidsprekers vast te zetten daar waar ze op de
luidsprekerstandaard worden geplaatst.
¥ Wees voorzichtig als u de luidsprekers zijdelings zet om
het vermogen te vergroten: de velcro-tape kan loskomen
en de luidsprekers kunnen gemakkelijker vallen.
¥ Gelieve Roland-luidsprekers te gebruiken die aan de
volgende voorwaarden voldoen:
<Gewicht: 10 kg of minder;
Afmetingen: 210 (W) x 280 (D) x 330 (H) mm of minder>
Roland waarborgt de stabiliteit niet van een installatie
met andere luidsprekers dan degene die hierboven zijn
beschreven. Vooraleer u dit probeert, moet u zorgvuldig
controleren dat het mogelijk is die luidsprekers stabiel te
installeren en dat ze tijdens het gebruik stabiel blijven.
¥ De bevestigingsschroeven van de luidsprekerstand gewoon
vastschroeven zonder de juiste voorbereiding kan het toestel
beschadigen. Vergewis u er van dat u de bevestigingsschroeven
van de luidsprekers vastmaakt aan de luidsprekerstandaard.
5
Inhoud
VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL..........................2
BELANGRIJKE OPMERKINGEN .....................................4
Inhoud....................................................................................5
Paneelbeschrijving ...............................................................6
Vooraleer u speelt ................................ 8
Aansluitingen maken ..........................................................8
De muziekstandaard installeren........................................9
Pedalen aansluiten.............................................................10
De stroom aan- en uitzetten..............................................10
Het volume en de helderheid van de klank veranderen11
Een hoofdtelefoon aansluiten...........................................11
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen....... 12
Interne songs beluisteren ..................................................12
Alle songs voortdurend afspelen
(All Song Play)..............................................................12
Elke part afzonderlijk beluisteren .............................13
Uitvoeringen met een groot gamma klanken ................14
Uitvoeringen met twee gelaagde klanken (Dual Play).15
Uitvoeringen met verschillende klanken in de linkse en
rechtse kant van het klavier (Split Play) .........................16
Tonen veranderen........................................................17
Het splitpunt van het klavier veranderen................17
De volumebalans veranderen voor Dual Play en
Split Play..............................................................................18
De aanslag van het klavier veranderen ..........................19
Adem toevoegen aan de klank (Chorus-effect) .............20
Een draaiend klank geven aan orgeltonen
(Rotary Effect)...............................................................20
De diepte van het chorus-effect veranderen............20
Galm toevoegen aan klanken (het reverb-effect) ..........21
De diepte van het reverb-effect veranderen ............21
De toonaard van het klavier transponeren (Key Transpose)
22
De metronoom gebruiken.................................................23
Het tempo veranderen ................................................23
De maat van de metronoom veranderen .................24
Het volume veranderen..............................................24
Hoofdstuk 2 Meespelen met ritmes..... 25
Wat is Session Partner? .....................................................25
Meespelen met ritmes........................................................26
Meespelen met drumklanken ....................................26
Meespelen met akkoordpartijen................................26
Over het branden van de[Drum] en [Chord] knop-
lampjes .................................................................................. 27
Een ritme selecteren...........................................................28
Ritmes veranderen terwijl u speelt............................28
Het tempo van een ritme veranderen .............................29
Het akkoordenschema van een ritme selecteren...........30
Spelen met een vastgelegd akkoordenschema
in de linkerhand (Rhythm Split Play) .............................31
De volumebalans van het klavier en het ritme
veranderen ..........................................................................32
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen . 33
Een uitvoering opnemen...................................................33
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes....34
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
(in Split Play) ................................................................35
Geselecteerde spoorknoppen opnemen ...................36
Opgenomen uitvoeringen wissen....................................37
Overeenkomst tussen de opgenomen uitvoering
en Track-knoppen ............................................................... 37
Hoofdstuk 4 Andere functies .............. 38
De resonantie van het rechterpedaal veranderen .........38
De manier waarop de pedalen werken veranderen .....38
De manier waarop de pedaaleffecten worden toegepast veranderen
39
De toonhoogte van de Lower-toon in stappen van een
octaaf veranderen (Octave Shift) .....................................39
Afstemmen op de toonhoogte van andere instrumenten
(Master Tuning)....................................................................40
De stemming aanpassen....................................................40
Het slagpatroon veranderen.............................................41
MIDI-toestellen aansluiten................................................42
Bijlagen.............................................. 45
Problemen oplossen...........................................................45
Foutmeldingen/Andere meldingen................................47
Toonlijst ...............................................................................48
Ritmelijst..............................................................................49
Lijst van akkoordenschemapatronen ..............................50
Vingerzettinglijst van de akkoorden...............................52
Interne songlijst ..................................................................54
Lijst met handige toetsencombinaties.............................56
MIDI-implementatie..........................................................57
Hoofdkenmerken ...............................................................58
Index.....................................................................................59
6
Paneelbeschrijving
Voorpaneel
1
[Volume] knop
Past het algemene volumeniveau aan (pg. 11).
2
[Brilliance] knop
Past de helderheid van de klank aan (pg. 11).
3
[Split] knop
Hiermee kan u in de linker en rechter klavierhelft
verschillende tonen spelen (pg. 16) en kan u ritme-akkoorden
bepalen met de linkerhand (pg. 31).
4
Tone-knoppen
Deze worden gebruikt om het soort van klanken (Toongroepen)
te kiezen die door het klavier worden gespeeld (pg. 14)
.
5
Display
Toont informatie zoals het song-nummer, het ritmenummer,
het tempo, de slag en de instelwaarden van de parameters.
6
[-]/[+] knop
Deze twee knoppen worden gebruikt om de waarden te veranderen
van een groot gamma instellingen. Als men tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukt, wordt de instelling van een bepaalde waarde
teruggebracht tot zijn standaardwaarde. Daarnaast is het mogelijk
dat, bij sommige instellingen, de lampjes van deze knoppen van
kleur veranderen wanneer de instellingen worden veranderd.
7
[Tempo/Rhythm] knop
Druk op deze knop om het tempo of het ritme te veranderen (pg. 23, pg. 28).
8
Rhythm-knop
Schakelt elk ritme aan- of uit.
Gebruik deze twee knoppen om te bepalen of er een ritme
moet gespeeld worden in elke individuele part.
[Drums] knop
Zet het ritme-drumpart aan of uit (pg. 26).
Druk op deze knop wanneer u zowel de drum- als de Chord
parts wil stopzetten.
[Chord] knop
Zet de Rhythm-drumpart en de Chord-part aan en uit. U kan
eveneens alleen de Chord-part uitzetten (pg. 26).
9
[ (Metronome)] knop
Zet de interne metronoom aan en uit (pg. 23).
10
Recorder-knop
Wordt gebruikt voor het afspelen en opnemen van uitvoeringen
.
In deze handelingen wordt gebruik gemaakt van de
volgende twee knoppen.
[Play] knop
Start en stopt het afspelen van de interne songs en de
opgenomen uitvoeringen (pg. 12).
Wordt gebruikt voor het starten van uitvoeringsopnamen (pg. 33).
Kan ook gebruikt worden om ritmes plots te doen stoppen (pg. 26).
[Rec] knop
Zet het toestel in de modus waarin het klaar is voor het
opnemen van uitvoeringen (pg. 33).
11
[Chorus] knop
U kan deze knop gebruiken om driedimensionele adem en
ÒdikteÓ aan klanken te geven (pg. 20).
12
[Reverb] knop
U kan deze knop gebruiken om de karakteristieke galm van
een concertzaal toe te voegen aan wat u speelt (pg. 21).
13
[Song] knop
Voor het selecteren van interne songs (pg. 12).
Als u deze knop ingedrukt houdt en op de [Reverb] knop
drukt, kan u de aanslaggevoeligheid van het klavier
veranderen (pg. 19).
Daarenboven kan u verschillende instellingen maken
wanneer u deze knop ingedrukt houdt en op andere
welbepaalde knoppen drukt (pg. 38 tot pg.44).
1 2 3 5 6 7 9 11 12 134 8 10
7
Paneelbeschrijving
Achterpaneel
1
Pedaal-jacks
Voor de aansluiting van het meegeleverde pedaal (DP-6) of
andere geschikte pedalen (pg. 10).
2
MIDI-connectoren
U kan externe MIDI-toestellen aansluiten op de FP-3 en
hiertussen uitvoeringsgegevens uitwisselen (pg. 42).
3 Line In-jacks
Voor de invoer van audio-signalen. Wordt gebruikt voor het
aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige apparatuur
(pg. 8).
4 Line Out-jacks
Voor de uitvoer van audio-signalen. Wordt ook gebruikt
voor het aansluiten van audio-toestellen en gelijkaardige
apparatuur (pg. 8).
Hiermee kan u klanken die u op de FP-3 speelt vanuit andere
audio-toestellen doen klinken.
5 [Power] schakelaar
Deze schakelaar zet de stroom aan/uit (pg. 10).
6 DC In-jack
Sluit de meegeleverde AC-adaptor hierop aan (pg. 8).
7 Snoerhaak
Gebruik deze om het snoer van de meegeleverde AC-adaptor
op zijn plaats te houden (pg. 8).
MIDI
Out In
Damper Soft
Pedal Line In
RL
(
Mono
)
Stereo
Line Out
RL
(
Mono
)
Stereo
DC In 9V
Power
On
Off
1 2 3 4 5 6 7
8
Vooraleer u gaat spelen
Aansluitingen maken
De FP-3 is niet voorzien van een versterker of luidsprekers. Om klank te
horen, moet u ofwel een versterker en luidsprekers, of een hoofdtelefoon
aansluiten.
* De MIDI-kabel en stereo-hoofdtelefoon zijn niet meegeleverd. Raadpleeg uw
Roland-verdeler als u zulke toebehoren wil aankopen.
fig.00-01
1. Controleer het volgende vooraleer u aansluitingen
maakt.
Werd het volume van de FP-3 of de aangesloten versterker volledig omlaag
gezet?
Staat de stroom van de FP-3 of de aangesloten versterker uit?
NOTE
Om slechte werking of
beschadiging van de luid-
sprekers en andere toes-
tellen te voorkomen, moet
u steeds het volume om-
laag draaien en de stroom
van alle toestellen uitzetten
vooraleer u aansluitingen
maakt.
MIDI
Out In
Damper Soft
Pedal Line In
RL
(
Mono
)
Stereo
Line Out
RL
(
Mono
)
Stereo
DC In 9V
Power
On
Off
Stereo-set, enz.
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.)
Pedaalschakelaar
(DP-2, DP-6, enz.)
Expressiepedaal (EV-5)
MIDI-toestellen (pg. 46)
Roland
Luidspreker met ingebouwde versterker
Stroomuitgang
klavierversterker, enz.
AC-adaptor
AC-kabel#
CD-speler,
audio-toestellen
9
Vooraleer u gaat spelen
2. Sluit de meegeleverde AC-adaptor aan op de FP-3 en prik
het andere uiteinde in een stopcontact.
Om onvoorziene stroomonderbrekingen te voorkomen (als de stekker per ongeluk
wordt uitgetrokken) en om onnodige belasting op de DC-in-jack te vermijden, moet
u het stroomsnoer vastmaken met behulp van de snoerhaak zoals wordt aangeduid
in de illustratie
.
fig.00-02
3. Sluit de versterker of de audio-apparatuur aan op de Line
Out-jacks zoals in de afbeelding wordt getoond.
Om de klank van de FP-3 ten volle te kunnen benutten, raden wij u aan in stereo te spelen.
Als u een monosysteem gebruikt, moet u aansluiten op de Line Out L (Mono) jack
.
Zie ÒEen hoofdtelefoon aansluitenÓ (pg. 12) als u een hoofdtelefoon gebruikt.
Zie ÒPedalen aansluitenÓ (pg. 10) voor instructies over het aansluiten op de pedaal-jacks.
Zie ÒMIDI-toestellen aansluitenÓ (pg. 42) voor instructies over het aansluiten op
MIDI-connectoren.
De muziekstandaard installeren
fig.00-03
1.
Bevestig de muziekstandaard, zoals getoond, aan de achterzijde
van de FP-3 met behulp van de meegeleverde schroeven
.
Let er bij het bevestigen van de muziekstandaard op dat u de meegeleverde
schroeven gebruikt.
Draai de schroeven naar rechts om ze vast te zetten.
Wanneer u de muziekstandaard bevestigt, moet u deze stevig met ŽŽn hand
vasthouden en er voor zorgen dat u hem niet laat vallen. Wees voorzichtig
zodat uw vingers niet geklemd raken
.
2. Om de muziekstandaard te verwijderen moet u de standaard
met ŽŽn hand ondersteunen terwijl u de schroeven losdraait.
Achterpaneel
DC In 9V
Power
On
Off
NOTE
Oefen geen onnodige druk
uit op de ge•nstalleerde
muziekstandaard.
10
Vooraleer u gaat spelen
Pedalen aansluiten
1. Sluit het met de FP-3 meegeleverde pedaal
(DP-6x1) aan op ŽŽn van de pedaal-jacks.
Wanneer u aansluit op de damper-jack kan het pedaal
gebruikt worden als rechterpedaal (doorklinkpedaal).
Wanneer u aansluit op Soft kan het pedaal gebruikt
worden als linkerpedaal (piano-pedaal).
* Als u een pedaalsnoer van het toestel loskoppelt terwijl de
stroom aanstaat, is het mogelijk dat het pedaaleffect
onophoudelijk wordt toegepast. Vooraleer een pedaalsnoer aan
te sluiten of te verwijderen, moet u de stroom van de FP-3
uitzetten.
Rechterpedaal (doorklinkpedaal)
Gebruik deze pedaal om de klank te laten voortduren.
Wanneer deze pedaal ingedrukt is en u laat de toetsen los,
worden lange voortdurende weergalmingen aan de klank
toegevoegd.
Als u het rechterpedaal op een akoestische piano indrukt,
resoneert de klank van de snaren die werden aangeslagen
samen met andere snaren, waardoor rijke weergalmingen en
breedte aan de klank worden toegevoegd. U kan deze
resonantie (meegaande resonantie) aanpassen wanneer het
rechterpedaal wordt ingedrukt.
* Men kan de hoeveelheid resonantie veranderen die men met
het rechterpedaal verkrijgt. Gelieve voor meer informatie ÒDe
resonantie van het linkerpedaal wijzigenÓ (pg. 38) te
raadplegen.
Linkerpedaal (piano-pedaal)
Deze pedaal wordt gebruikt om de klank zachter te maken.
Als men met het linkerpedaal ingedrukt speelt, wordt een
klank geproduceerd die niet zo sterk klinkt dan wanneer
men anders met dezelfde kracht zou spelen. Het heeft
dezelfde functie als het linkerpedaal van een akoestische
piano.
* Wanneer men een pedaal aansluit op de jack van het linker-
pedaal, kan deze ook gebruikt worden als een sostenuto- of
expressiepedaal. Gelieve voor meer informatie en instructies
ÒDe manier waarop de pedalen werken veranderenÓ (pg. 38) te
raadplegen.
* Wanneer men een tweede pedaal bezit, kan u twee pedalen
tegelijkertijd gebruiken. Gelieve uw verkoper van de FP-3 te
contacteren wanneer u het optionele pedaal (DP-2/DP-6) wil
aanschaffen.
De stroom aan- en uitzetten
Wanneer de aansluitingen gemaakt zijn, moet u de stroom
van de verschillende aangesloten toestellen in de opgegeven
volgorde aanzetten. Wanneer u de toestellen in de verkeerde
volgorde aanzet, is het mogelijk dat de luidsprekers en de
andere toestellen beschadigd raken of slecht zullen
functioneren.
De stroom aanzetten
1. Vooraleer u de stroom aanzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de
[Volume] knop te draaien.
fig.00-05
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audio-
toestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
Na enkele seconden wordt het toestel operationeel en
hoort u geluid wanneer u het klavier bespeelt.
fig.00-06
* Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het
opstarten is er een korte tijdspanne (enkele seconden) vereist
vooraleer het toestel normaal werkt.
3. Zet de stroom aan van de aangesloten externe
apparatuur.
4. Pas het volume aan van het aangesloten
externe audio-toestel.
5. Pas het volume aan van de FP-3 om het juiste
volumeniveau te verkrijgen.
Achterpaneel
DC In 9V
Power
On
Off
ON
Laagste positie
11
Vooraleer u gaat spelen
De stroom uitzetten
1. Vooraleer u de stroom uitzet, moet u het
volume volledig omlaag zetten door aan de
[Volume] knop te draaien.
Draai eveneens het volume van elk aangesloten audio-
toestel en andere apparatuur volledig omlaag.
2. Druk op de [Power] schakelaar op de
achterkant van het toestel.
De stroom wordt uitgeschakeld.
fig.00-07
Het volume en de helderheid
van de klank aanpassen
fig.00-08
1. Gebruik de [Volume] knop om het algemene
volumeniveau aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, verhoogt het volume;
draait u de knop naar links dan verlaagt het volume.
2. Gebruik [Brilliance] knop om de algemene
klankkwaliteit aan te passen.
Als u de knop naar rechts draait, dan wordt de klank
helderder; draait u de knop naar links dan wordt de
klank zachter.
Een hoofdtelefoon aansluiten
Als u een hoofdtelefoon aansluit, kan u op elk moment, zelfs
Ôs avonds, ongestoord uw toestel bespelen.
fig.00-09
1. Prik de hoofdtelefoon in de phones-jack aan
de linkervoorzijde van de piano.
Gebruik de [Volume] knop op de FP-3 om het volume
van de hoofdtelefoon aan te passen.
* Zorg er voor dat u een stereo-hoofdtelefoon gebruikt.
Opmerkingen bij het gebruik van een
hoofdtelefoon
¥ Om beschadiging aan het snoer te vermijden, mag u de
hoofdtelefoon alleen bij de hoofdset of de plug
vastnemen.
¥ De hoofdtelefoon kan beschadigd worden als het
volume te luid staat wanneer u hem inprikt. Zet het
volume op de FP-3 lager vooraleer u de hoofdtelefoon
inprikt.
¥ Om oorbeschadiging, gehoorverlies of beschadiging van
de hoofdtelefoon te vermijden, mag de hoofdtelefoon
niet gebruikt worden met een buitensporig hoog
volume. Gebruik de hoofdtelefoon met een gematigd
volumeniveau.
Achterpaneel
OFF
Laagste positie
DC In 9V
Power
On
Off
12
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Interne songs beluisteren
Nu proberen we een interne song te beluisteren.
De FP-3 beschikt over vijftig ingebouwde songs.
fig.01-01
1. Druk op de [Song] knop, waardoor het lampje gaat branden.
In de display verschijnt het volgende.
fig.01-02
2. Druk op de [-] of [+] knop om de song te selecteren.
3. Druk op de [Play] knop.
De song wordt afgespeeld.
De geselecteerde song wordt tot op het einde gespeeld, waarna de playback stopt.
4.
Druk nogmaals op de [Play] knop om de playback te stoppen.
Wanneer u de volgende keer op de [Play] knop drukt, wordt de be‘indigde
song van in het begin afgespeeld.
Alle songs voortdurend afspelen (All Song Play)
Het beluisteren van alle songs die herhaaldelijk in volgorde worden
afgespeeld, noemt men ÒAll Song PlayÓ.
fig.01-06
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Play]-knop.
De songs worden voortdurend afgespeeld.
Wanneer de laatste song is afgespeeld, wordt de playback hernomen van de
eerste song.
2. Druk op de [Play] knop om het afspelen te stoppen.
U verlaat All Song Play wanneer de uitvoering stopt.
Als u de volgende keer op de [Play] knop drukt, zal de be‘indigde song van
in het begin worden gespeeld.
12 3, 4
Meer informatie over de namen
van de interne songs vindt u in
de ÒInterne songlijstÓ (pg. 54)
.
Over de display van de
interne songs
USr (User)ÑSlaat
opgenomen uitvoeringen
op (meer over opnemen
pg. 33). Als Òd.Ó is
toegevoegd, duidt dit op
een van de demo-songs die
de verschillende interne
tonen van de FP-3
gebruiken
Wanneer u de
volumebalans van het
klavier en het ritme
verandert, is het mogelijk
dat de volumebalans van
het klavier en de interne
song gewijzigd wordt. Zie
ÒDe volumebalans van het
klavier en het ritme
veranderenÓ (pg. 32).
NOTE
De interne song en Rhythm (pg.
26) kunnen niet tegelijkertijd
worden afgespeeld
12
13
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Wanneer het volgende in de display verschijnt
Als er uitvoeringsgegevens in het geheugen van de FP-3 zijn opgeslagen, zal
het volgende in de display verschijnen.
fig.01-03
U kan pas een interne song afspelen wanneer u de uitvoeringsgegevens hebt
gewist.
Druk op de [Rec] knop om de uitvoeringsgegevens te wissen en de interne
song af te spelen.
Druk op de [Play] of [Song] knop als u de song niet wil wissen.
Elke part afzonderlijk beluisteren
Bij de interne songs kan u de uitvoeringspart selecteren die moet worden
afgespeeld.
Bij de piano-songs van 1 tot 50 kan u ook elke hand afzonderlijk inoefenen
terwijl u met de song meespeelt.
1. Selecteer de song die moet worden afgespeeld.
2. Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de [Chord (1)] of
[ (2)] knop voor de part die niet moet worden afgespeeld.
Het lampje van de geselecteerde knop dooft.
De uitvoeringsgegevens zijn aan de spoorknoppen toegewezen, zoals
hieronder is aangeduid.
fig.01-05
3. Druk op de [Play] knop.
De playback van de song begint.
De klank van de uitvoeringspart die in stap 2 is geselecteerd, wordt niet
gespeeld.
Het tijdelijk verhinderen dat klanken van een bepaalde part niet worden
gespeeld, noemt men ÒmutingÓ (uitzetten).
4. Houd de [Play] knop ingedrukt en druk op de knop die
in stap 2 geselecteerd werd.
De klank van de uitgezette part wordt nu gespeeld.
Flikkert groen Flikkert rood Flashes in green
Part van de
rechterhand
Part van de
linkerhand
spoor
14
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Uitvoeringen met een groot gamma
klanken
De FP-3 beschikt over 40 verschillende interne klanken waardoor u
uitvoeringen kan spelen met klanken die geschikt zijn voor verschillende
soorten muziek.
Deze ingebouwde klanken worden ÒtonenÓ genoemd. De tonen worden
onderverdeeld in zes verschillende groepen, waarvan elke groep aan een
andere toonknop is toegewezen.
De toon ÒGrand Piano 1Ó wordt geselecteerd wanneer de stroom van het
instrument aanstaat.
fig.01-07
1. Druk op een van de toonknoppen om een toongroep te
kiezen.
U zal de toon horen die is toegewezen aan toon nummer 1 van de
geselecteerde groep. Bespeel nu het klavier.
Het toonnummer verschijnt in de display.
fig.01-08
Wanneer u op de toonknop drukt, zal het lampje van de [-] en [+] knop in
het oranje gaan branden.
2. Druk op de [-] of [+] knop om een toon uit de toongroep
te selecteren.
Het lampje van de geselecteerde toonknop gaat flikkeren, waardoor
aangeduid wordt dat de toon geselecteerd is.
3. Bespeel het klavier of druk op de flikkerende toonknop.
Het lampje van de toonknop gaat vast branden en u kan de klank
controleren. Wanneer u het klavier bespeelt hoort u de toon die u hebt
geselecteerd.
De volgende keer dat u deze toonknop kiest, wordt de toon gespeeld die u
hier geselecteerd hebt.
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48)
voor meer informatie over
tonen.
1, 3 2
15
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Uitvoeringen met twee gelaagde
klanken (Dual Play)
U kan vanuit ŽŽn enkele toets twee verschillende klanken spelen. Deze
uitvoeringsmethode noemt men ÒDual PlayÓ.
Voorbeeld: Piano- en strijkerstonen in lagen proberen te zetten
fig.01-09
1. Druk tegelijkertijd op de [Piano] knop en op de [Strings/
Pad] knop.
De lampjes van beide knoppen gaan branden.
Bespeel nu het klavier.
Zowel de piano- als de strijkersklanken worden gespeeld.
Als men op deze manier twee knoppen tegelijk indrukt, wordt Dual Play geactiveerd
.
In Dual Play wordt de toon van de knop die u links indrukt de ÒUpper-
toonÓ en de toon van de knop die u rechts indrukt de ÒLower-toonÓ
genoemd.
Het lampje van de toonknop brandt voor de Upper-toon in het oranje en
voor de Lower-toon in het rood.
fig.01-10
Hier is de piano-toon de Upper-toon en de strijkerstoon de Lower-toon.
2. Om Dual Play te verlaten, moet u op de Tone-knop drukken.
Nu zal alleen de toon klinken van de knop die u net hebt ingedrukt.
De Upper-toon en de Lower-toon verwisselen
In Dual Play-modus kan u beide toonknoppen van de twee tonen die op dit
moment zijn geselecteerd een tweede maal tegelijk indrukken om de toon
van de linkse knop aan de Lower-toon en de toon van de rechtse knop aan
de Upper-toon toe te wijzen.
U kan gemakkelijk tussen twee tonen overschakelen, wat soms nuttig is
wanneer u bijvoorbeeld de instelling hebt gemaakt dat het pedaaleffect niet
wordt toegepast op de Lower-toon (zie ÒMEMOÓ).
1
Hoge toon
Oranje
Lage toon
Rood
U kan de toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
1 octaaf veranderen. Zie
ÒDe toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
een octaaf veranderen
(Octave Shift)Ó (pg. 39).
U kan de volumebalans
van de twee tonen
veranderen. Zie ÒDe
volumebalans van Dual
Play en Split Play
veranderenÓ (pg. 20).
Hoewel het pedaaleffect op
b
eide tonen wordt toege-
past wanneer u het pedaal
indrukt als u in Dual Play
staat, kan u de FP-3 zo
instellen dat het effect niet
op de Lower-toon wordt
toegepast. Zie ÒDe manier
waarop de pedaaleffecten
worden toegepast
veranderenÓ (pg. 39).
16
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Spelen met verschillende tonen in de linker en
rechter klavierhelft (Split Play)
Spelen met een klavier dat vanuit een bepaalde toets opgedeeld is in een
linker- en een rechterhelft, wordt ÒSplit PlayÓ genoemd en het punt waarop
het klavier verdeeld is, noemt men het ÒsplitpuntÓ.
In Split Play kan u verschillende tonen hebben in de linker- en de rechterhelft
.
Daarnaast kan u akkoorden specifi‘ren met de toetsen van de linkerhand
wanneer u het ritme gebruikt in uitvoeringen (Zie ÒSpelen met een
vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg.
31)) voor meer details.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó. De
toets van het splitpunt behoort tot de linkerhelft.
In Split Play wordt een klank die in de rechtse helft wordt gespeeld een ÒUpper-toonÓ
genoemd, en een klank die in de linkse helft wordt gespeeld, noemt men ÒLower-toonÓ.
Voorbeeld: Split play uitproberen met de piano-tonen.
fig.01-11
1. Druk op de [Piano] knop.
Nu wordt de piano-toon geselecteerd.
2. Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het klavier wordt onderverdeeld in een hoog en een laag deel.
fig.01-12
De rechterkant van het klavier speelt de piano-toon en de linkerkant speelt
een akoestische bas+ cymbaaltoon.
U kan een toon spelen voor de rechterkant (de Upper-toon) vooraleer u het
klavier opdeelt.
Het lampje van de toonknop gaat in het oranje branden voor de Upper-toon
en in het rood voor de Lower-toon.
3. Druk nogmaals op de [Split] knop om Split Play te verlaten.
Het lampje van de [Split] knop dooft en de Upper-toon wordt de toon voor
het hele klavier.
12, 3
F 3 (Splitpunt)
Lage toon Hoge toon
Wanneer u van Dual Play
(pg. 17) naar Split Play
overschakelt, wordt de
Upper-toon die in Dual
Play werd gebruikt,
geselecteerd als de Upper-
toon voor Split Play.
U kan de volumebalans
van de twee tonen
veranderen. Zie ÒDe
volumebalans van Dual
Play en Split Play
veranderenÓ (pg. 20).
17
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Tonen veranderen
fig.01-13
1. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk tegelijkertijd op
de toonknop van de toon die u wil veranderen, dus de
hoge of de Lower-toon.
De lampjes van de [-] en [+] knoppen gaan branden in dezelfde kleur als die
van het lampje van de geselecteerde knop.
Is de kleur oranje, dat duidt dit aan dat de Upper-toon kan veranderd
worden; is de kleur rood, dan wordt de Lower-toon veranderd.
2. Gebruik de toonknoppen en de [-] en [+] knoppen om de
tonen te selecteren.
Zie ÒUitvoeringen met een groot gamma klankenÓ (pg. 16) voor meer
informatie over het selecteren van tonen.
Het splitpunt van het klavier veranderen
U kan de plaats waar het klavier is opgedeeld (het splitpunt) veranderen
binnen een bereik van B1 tot B6.
Wanneer u het instrument aanzet, is het splitpunt ingesteld op ÒF 3Ó.
Deze instelling blijft gelden tot u het instrument uitzet.
fig.01-14
1. Houd de [Split] knop ingedrukt en druk op een toets die
het splitpunt moet worden.
De ingedrukte toets wordt het splitpunt en hoort bij de linkerhelft van het klavier
.
Terwijl u de [Split] knop ingedrukt houdt, verschijnt de toets die als
splitpunt wordt gebruikt in de display.
Als u de [Split] knop ingedrukt houdt, kan u de waarde ook veranderen
door op de [-] of [+] knop te drukken.
Door de [
Split
] knop ingedrukt te houden en ŽŽn maal op de [-] of [+] knop te
drukken, kan u daarenboven de huidig geselecteerde waarde in de display
doen verschijnen.
Wanneer u de [Split] knop loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
1
2
Als de toon van dezelfde
toonknop geselecteerd is
voor zowel de hoge als de
lage tonen, kan u bepalen
welke van de tonen
veranderd is aan de hand
van de kleur van de lampjes
van de [-] en [+] knoppen.
U kan de toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van 1
octaaf veranderen. Zie ÒDe
toonhoogte van de lage toon in
stappen van een octaaf
veranderen (Octave Shift)Ó (pg.
F 3
B1 B6
Als u de [Split] knop ingedrukt
houdt en tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukt, wordt
de originele waarde van de
instelling hersteld.
De naam van de toets die
als splitpunt dienst doet,
verschijnt in de display,
zoals hieronder
weergegeven.
Display
Letter
name
Display
Letter
name
Display
Letter
name
C d_ d E_
C D D E 
E F F G 
E F F G
A_ A b_ b 
A A B B 
18
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De volumebalans van Dual Play en
Split Play veranderen
U kan de volumebalans van de hoge en de lage tonen veranderen in Dual
Play (pg. 17) en Split Play (pg. 18).
Wanneer u het instrument aanzet, is deze balans ingesteld op Ò5Ð5Ó
(ÒLower-toon volumeÓÐÒUpper-toonvolumeÓ).
fig.01-15
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Split]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Split] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-16
2. Druk op de [-] of [+] knoppen om de volumebalans aan te
passen.
Om de standaard volumebalans te herstellen, moet u tegelijkertijd op de [-]
en [+] knoppen drukken.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
1
2 3
Lage toonvolume
(Het lampje van de toonknop is rood)
Hoge toonvolume
(Het lampje van de toonknop is oranje)
19
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De aanslag van het klavier veranderen
U kan de gevoeligheid van de aanslag, of de respons van de toetsen
veranderen.
Wanneer u het instrument aanzet, staat deze instelling op ÒNormalÓ.
fig.01-17
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Reverb]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Reverb] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.01-18
2. Druk op de [-] of [+] knop om de aanslag te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Lampje Omschrijving
OFF
(Vast)
De klank speelt aan ŽŽn ingesteld volume, onafgezien van
de kracht waarmee u de toetsen bespeelt.
1 (Light)
Er wordt een lichte klavieraanslag geselecteerd. U kan for-
tissimo (ff) spelen met een minder krachtige aanslag dan
normaal, het klavier voelt dus lichter aan. Deze instelling
maakt het spelen zelfs voor kinderen gemakkelijk.
2 (Normal)
Dit stelt de standaard klavieraanslag in. U kan spelen met
meest natuurlijke aanslag. Dit ligt het dichtst bij de
aanslag van een akoestische piano.
3 (Heavy)
Hier wordt een zware klavieraanslag geselecteerd. U moet
het klavier krachtiger dan normaal bespelen om fortissimo
(ff) te spelen; de klavieraanslag voelt dus zwaarder aan.
Dynamisch spel geeft nog meer gevoel aan wat u speelt.
1
2 3
20
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
Adem toevoegen aan de klank (Chorus Effect)
U kan een chorus-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt.
Als u een chorus-effect toevoegt, geeft u een grotere dimensie aan de klank,
met meer dikte en adem.
De instellingen van het chorus-effect worden voor elke klank afzonderlijk
bewaard en blijven gelden tot u de stroom uitzet.
fig.01-19
1.
Druk op de [Chorus] knop waardoor het lampje gaat branden.
Bespeel nu het klavier.
Het chorus-effect wordt toegepast op de toon die op dit moment geselecteerd is.
2. Om het chorus-effect uit te zetten, moet u nogmaals op
de [Chorus] knop drukken waardoor het lampje dooft.
Een draaiende klank geven aan orgeltonen (rotary effect)
Sommige orgeltonen die met de [Organ] knop zijn geselecteerd, zijn voorzien
van een rotary-effect. Wanneer een van deze tonen wordt geselecteerd, kan u de
[Chorus] knop gebruiken om de snelheid van het rotary-effect te veranderen
.
Een rotary-effect geeft een ÒdraaiendÓ effect, gelijkaardig aan de klank van
een orgel dat een roterende luidspreker gebruikt.
Druk op de [Organ] knop en selecteer de orgeltoon.
Telkens u op de [Chorus] knop drukt, moet u de snelheid
van het rotary-effect verwisselen tussen snelle en trage
rotatie.
Wanneer een toon wordt geselecteerd waaraan het rotary-effect is
toegevoegd, dan zal het lampje van de [Chorus] knop rood of groen flikkeren
.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop rood flikkert, wordt een sneller
rotary-effect toegepast.
Wanneer het lampje van de [Chorus] knop groen flikkert, wordt een trager
rotary-effect toegepast.
De diepte van het chorus-effect veranderen
Voor het chorus-effect kan u kiezen uit tien diepteniveaus.
1.
Houd de [Chorus] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop
.
Het lampje van de [Chorus] knop gaat rood flikkeren.
De diepte van het chorus-effect dat wordt toegepast op de toon die op dit
moment geselecteerd is, verschijnt in de display.
1, 2
Op sommige tonen is reeds
chorus toegepast. Als u
zoÕn toon selecteert zal het
lampje van [Chorus]
automatisch gaan branden.
Zie ÒToonlijstÓ (pg. 48) voor
meer informatie over tonen
waarop een rotary-effect kan
worden toegepast.
NOTE
U kan de diepteniveaus
van het rotary-effect niet
aanpassen.
21
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
fig.01-20
2.
Druk op de [-] or [+] knop om de diepte van het effect te veranderen
.
3. Druk nogmaals op de [Chorus] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Wanneer u de volgende keer dezelfde toon kiest, wordt het chorus-effect
toegepast met de diepte die u hier hebt geselecteerd.
Galm toevoegen aan klanken (het reverb-effect)
U kan een reverb-effect toepassen op de noten die u op het klavier speelt.
Het reverb-effect geeft een aangename weergalm, en geeft de indruk dat u
in een concertzaal of vergelijkbare ruimte aan het spelen bent.
fig.01-21
1. Druk op de [Reverb] knop waardoor het lampje gaat branden.
Bespeel nu het klavier.
Het reverb-effect wordt op de volledige toon toegepast.
2. Druk nogmaals op de [Reverb] knop om het reverb-effect
uit te zetten; het lampje zal doven.
De diepte van het reverb-effect veranderen
Voor het reverb-effect kan u kiezen uit tien diepteniveaus.
1.
Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop
.
Het lampje van de [Reverb] knop gaat rood flikkeren.
De geselecteerde diepte van het reverb-effect verschijnt in de display.
fig.01-22
2.
Druk op de [-] of [+] knop om de diepte van het effect te selecteren
.
3. Druk nogmaals op de [Reverb] knop.
Het lampje keert terug naar zijn vorige toestand.
1, 2
NOTE
U kan geen afzonderlijke
effectdiepte-instellingen
instellen voor elke
individuele toon. Het effect
wordt met dezelfde diepte
op alle tonen toegepast.
22
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De toonaard van het klavier
transponeren (Key Transpose)
U kan de toonaard van een uitvoering transponeren zonder de positie van uw vingers
op het klavier te moeten veranderen. Dit kenmerk noemt men ÒKey Transpose
Ó.
Hierdoor kan u een song in een moeilijke toonaard met veel kruisen ( ) en
b-mollen ( ) in een toonaard spelen waarvan de vingerzetting voor u
gemakkelijker is. Dit is handig bij de begeleiding van een lied wanneer u uw
spel moet aanpassen aan de toonaard van de stem van de zanger.
fig.01-23
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de toets die
overeenkomt met de grondnoot van de gewenste toonaard.
De waarde van de Key Transpose-instellingen verschijnt voortdurend in de
display terwijl u de [Song] knop ingedrukt houdt.
Wanneer u de [Song] knop ingedrukt houdt, kan u de waarde zelfs
veranderen door op de [-] of [+] knop te drukken.
Daarenboven kan u, wanneer u de [Song] knop ingedrukt houdt en ŽŽn maal op de [-]
of [+] knop drukt, de huidige geselecteerde Key Transpose-waarde doen verschijnen.
Het beschikbare bereik is -6Ð0Ð5.
fig.01-24
Wanneer u de [Song] knop loslaat, keert u terug naar het vorige scherm.
2. Om naar de originele toonaard terug te keren, moet u de
[Song] knop ingedrukt houden en op de C-toets drukken
(de grondnoot van C-groot).
Voorbeeld: een song spelen in de toonaard van E-groot na
transpositie naar C-groot
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de E -toets (want E is de grondnoot).
Als men C als referentiepunt neemt, gaat u vier toetsen (de zwarte toetsen
inbegrepen) omhoog om E te bereiken, dus verschijnt Ò4Ó in de display.
fig.01-25
1, 2
Druk op de overeenkomstige toets
Wanneer u de [Song] knop
ingedrukt houdt en
tegelijkertijd op de [-] en [+]
knop drukt, wordt de
instelling teruggebracht tot
zijn oorspronkelijke
waarde.
23
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De metronoom gebruiken
Hier wordt beschreven hoe u een metronoom kan gebruiken.
fig.02-01
1. Druk op de [ (Metronome)] knop om de metronoom-
klank te horen.
Het lampje van de [Tempo/Rhythm] knop gaat rood en groen flikkeren in
de maat van de slag die op dat moment geselecteerd is. Het lampje licht rood
op bij de eerste tijd en licht groen op bij de zwakke tijden.
Het tempo verschijnt in de display.
fig.02-02
2. Druk opnieuw op de [ (Metronome)] knop om de
metronoom uit te zetten.
Het tempo veranderen
1. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het tempo in de
display verschijnt.
Als u op de [Tempo/Rhythm] knop drukt, verschijnt beurtelings het tempo
en het op dit moment geselecteerde ritmenummer (aangeduid door een ÒrÓ
die aan het ritmenummer voorafgaat).
Wanneer het tempo in de display verschijnt, gaan de lampjes van de [-] en
[+] knoppen in het rood branden.
2. Druk op de [-] of [+] knop om het tempo aan te passen.
1, 2
Zie ÒHoofdstuk 2 Met
ritmes meespelenÓ (pg. 25)
voor meer details over
ritme.
24
Hoofdstuk 1 Het klavier bespelen
De slag van de metronoom veranderen
1. Druk op de [-] of [+] knop terwijl u de [Tempo/Rhythm]
ingedrukt houdt.
Het lampje van de [Tempo/Rhythm] knop gaat rood flikkeren.
De op dit moment geselecteerde slag verschijnt in de display.
fig.02-03
2. Druk op de [-] of [+] knop om de slag te selecteren.
U kan een van de volgende slagen selecteren.
3. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Het volume veranderen
Het metronoomvolume kan met tien beschikbare volumeniveaus aangepast
worden.
Deze instelling staat op Ò5Ó wanneer het instrument wordt aangezet.
1. Druk op de [-] of [+] knop terwijl u de [ (Metronome)]
knop ingedrukt houdt.
Het lampje van de [ (Metronome)] gaat rood flikkeren.
Het op dit moment geselecteerde metronoomvolume verschijnt in de
display.
fig.02-04
2. Druk op de [-] of [+] knop om het volume aan te passen.
3. Druk op de [ (Metronome)] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Display Slag Display Slag
2.2 2/2 6.4 6/4
0.4
Alleen zwakke
tijden
7.4 7/4
2.4 2/4 3.8 3/8
3.4 3/4 6.8 6/8
4.4 4/4 9.8 9/8
5.4 5/4 12.8 12/8
NOTE
De metronoomslag kan niet
veranderd worden
wanneer een song of een
ritme gespeeld wordt.
25
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Wat is Session Partner?
Met “Session Partner” spelen geeft u een “sessie-gevoel”
ÒSession PartnerÓ is een functie waarmee u de On/Off-status van de twee
ritmeknoppen samen met ÒRhythmÓ kan selecteren zodat u op een
eenvoudige manier begeleiding kan toevoegen.
U kan introÕs, eindes en fill-ins (korte frasen die op overgangspunten in de
song worden ingevoegd) spelen door de knoppen in te drukken terwijl u het
klavier bespeelt.
Daarnaast kan u eveneens automatische akkoordveranderingen maken
terwijl u het ritme speelt, waardoor u piano-uitvoeringen verkrijgt met een
sessie-gevoelÑalsof u begeleid wordt door een heel orkest.
Wat kan u doen met “Session Partner”
Met ÒSession PartnerÓ kan u hoofdzakelijk het volgende doen.
¥ Meespelen met een Rhythm Drum Part in plaats van de
metronoomklank (pg. 26)
¥ Piano spelen met een sessie-gevoel samen met ritmes terwijl het
akkoordenschema automatisch wordt voortgezet (pg. 26)
¥ Piano spelen om in uw eigen begeleiding te voorzien terwijl u
akkoorden aangeeft met uw linkerhand (het linkse deel van het klavier)
(pg. 31)
¥ Ritmes samen met gespecifieerde akkoorden opnemen en daarna het
volledige klavier gebruiken om samen met deze vooropgenomen
begeleiding te spelen (pg. 35)
Als u de akkoorden en de ritmes verandert, kan u zelfs wanneer u dezelfde
melodie speelt op eenvoudige wijze verschillende soorten nieuwe
arrangementen cre‘ren.
ÒSession PartnerÓ biedt u een groot gamma uitvoeringsmogelijkheden,
waarvan wij hopen dat u zoveel mogelijk geniet.
Wat zijn de FP-3’s “ritmes”?
De FP-3 beschikt over interne ÒritmesÓ, waaronder jazz, rock en een groot
aantal andere muziekstijlen.
ÒRitmesÓ combineren ritmische patronen, baspatronen en andere elementen
van verschillende muziekstijlen en vormen de basis van de
uitvoeringsbegeleiding in de ÒSession PartnerÓ-functie.
Daarnaast is elk ritme samengesteld uit een ÒDrum PartÓ (drumpartij) en
een ÒChord PartÓ (akkoordenpartij).
Drum Parts bestaan uit drumklanken. Chord Parts zijn partijen waarin
akkoorden worden gespeeld met de basklank als basis maar waarin
eveneens andere instrumentale klanken worden gebruikt. U kan elk van
deze Parts spelen door op de [Drums] en [Chord] knoppen te drukken.
26
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Meespelen met ritmes
fig.02-05
Meespelen met drumklanken
Nu gaan we een uitvoering proberen te spelen terwijl de klank van de Drum
Part van het ritme speelt.
Aangezien er een breed gamma muziekstijlen beschikbaar is, moet u er voor
zorgen dat u het ritme gebruikt dat het best geschikt is voor de song die u
speelt. Zie ook ÒEen ritme selecterenÓ (pg. 28).
1. Druk op de [Drums] knop.
Het lampje van de [Drums] knop gaat branden en de intro begint te spelen.
2. Wanneer u nogmaals op de [Drums] knop drukt, wordt
het einde gespeeld en stopt het ritme.
Het lampje van de [Drums] knop dooft.
Meespelen met akkoordpartijen (chord parts)
Naast Drum Parts kan u eveneens met ÒChord PartsÓ spelen waarin bas- en
andere klanken gebruikt worden.
Het akkoordenschema volgt automatisch, dus u kan de melodie gerust
spelen op de manier die u verkiest.
U kan eveneens de Chord Part tijdens de uitvoering stopzetten en alleen de
Drum Part laten verderspelen.
1. Druk op de [Chord] knop.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen gaan branden en de intro
begint te spelen.
2. Druk op de [Chord] knop waardoor het lampje dooft.
De klank van de Chord Part stopt en de Drum Part wordt alleen verder gespeeld.
3. Druk nogmaals op de [Chord] knop waardoor het
knoplampje gaat branden.
De klank van de Chord Part begint opnieuw te spelen.
4. Wanneer u nogmaals op de [Drums] knop drukt, wordt
het einde gespeeld en zal het ritme stoppen.
De lampjes van de [Chord] en de [Drums] knop doven.
NOTE
U kan de interne song en
Rhythm niet tegelijkertijd
spelen.
Zie ÒRitmelijstÓ (pg. 49).
voor meer informatie over
de verschillende soorten
ritme.
Een ritme onmiddellijk
stopzetten
Druk op de [Play] knop om
een ritme onmiddellijk te
stoppen. Wanneer het
lampje van de [Drums]
knop rood brandt en u
drukt nogmaals op de
[Drums] knop, kan u de
intro of het einde
onmiddellijk stoppen, zelfs
terwijl deze gespeeld
worden
U kan de patronen van de
akkoordenschemaÕs
veranderen. Zie ÒLijst van
akkoordenschemapatronenÓ
U kan de akkoorden bepalen
die in een ritme worden
gespeeld. Zie ÒSpelen met een
vastgelegd akkoordenschema
in de linkerhand (Rhythm
Split Play)Ó (pg. 31) voor
meer details.
27
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Alleen de basklank van de akkoordpartij spelen
Een Chord Part van een ritme bevat niet alleen de basis-basklank van dat
ritme, maar kan eveneens de klank bevatten van andere instrumenten. Het
is echter wel mogelijk om uitsluitend de basklank van zulke Chord Parts te
spelen.
U kan de instellingen eveneens veranderen terwijl het ritme wordt
gespeeld.
Deze instelling geldt dan voor alle ritmes tot de stroom van de FP-3 wordt
uitgezet.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Chord]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Chord] knoppen gaan rood flikkeren.
fig.02-07
2. Druk op de [-] or [+] knop om de instelling te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Lampje Omschrijving
On Alle klanken van de Chord Part worden gespeeld.
OFF Alleen de basklank van de Chord Part wordt gespeeld.
Over het branden van de [Drums] en [Chord] knoplampjes
De lampjes van de [Drums] en [Chord] knoppen geven de status aan van de
ritme-uitvoering, zoals hieronder aangeduid.
Lampje Uitvoering
De uitvoering is gestopt
Intro/Fill-In/einde wordt gespeeld
Ritme wordt gespeeld
Gedoofd
Brandt rood
Brandt groen
28
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Een ritme selecteren
Probeer nu het ritme dat gespeeld wordt te veranderen.
fig.02-09
1. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het
ritmenummer in de display verschijnt.
Ritmenummers zijn aangeduid met een ÒrÓ voor het nummer.
Wanneer een ritme in de display verschijnt, branden de knoplampjes van
[-] en [+] in het groen.
fig.02-10
2. Druk op de [-] of [+] knop om het ritme te selecteren.
3. Druk op de [Chord] of [Drums] knop.
Het lampje van de knop gaat branden en de intro van het geselecteerde
ritme begint te spelen.
4. Druk op de [Drums] knop om de uitvoering stop te
zetten.
Er wordt een einde gespeeld, waarna het ritme stopt.
Het lampje van de [Chord] of [Drums] knop dooft.
Ritmes veranderen terwijl u speelt
Als u een ritme verandert terwijl een ritme gespeeld wordt, zal het nieuw
geselecteerde ritme beginnen te spelen nadat de fill-in gespeeld is. Het
lampje van de [Chord] of [Drums] knop gaat rood branden terwijl de fill-in
gespeeld wordt.
Wat is een “Fill In”?
Een korte improvisatorische frase die aan de maatstreep is toegevoegd
wordt een ÒFill InÓ genoemd.
De frase die het best voor het geselecteerde ritme geschikt is, wordt
gespeeld.
2 1 4 3
NOTE
U kan het ritme niet
veranderen terwijl de intro
of het einde wordt gespeeld
29
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Het tempo van een ritme veranderen
U kan het tempo van het geselecteerde ritme veranderen. Daarnaast kan u
het tempo ook veranderen terwijl het ritme gespeeld wordt.
fig.02-08
1. Druk op de [Tempo/Rhythm] knop zodat het tempo in de
display verschijnt.
Als u op de [Tempo/Rhythm] knop drukt, verschijnt beurtelings het tempo
en het op dit moment geselecteerde ritmenummer (voorafgegaan door een
ÒrÓ).
Wanneer het tempo in de display verschijnt, branden de lampjes van de [-]
en [+] knoppen in het rood.
2. Druk op de [+] en [-] knoppen om het tempo aan te
passen.
Het tempo kan aangepast worden binnen een bereik van 20 ~ 250.
Wanneer u op de [Chord] of [Drums] knop drukt, wordt het ritme aan het
geselecteerde tempo gespeeld.
Als u tegelijkertijd op de [-] en [+] drukt, wordt het tempo teruggebracht op
96.
2 1
30
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Het akkoordenschema van een ritme selecteren
Wanneer de Chord Part wordt gespeeld tijdens een uitvoering volgen de
akkoorden elkaar automatisch op. Indien u dat wenst, kan u het patroon van
het akkoordenschema veranderen.
Deze instellingen kunnen niet voor elk ritme afzonderlijk gememoriseerd
worden.
1. Houd de [Chord] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+]
knop.
Het lampje van de [Chord] knop flikkert in het rood.
Het op dit moment geselecteerde patroonnummer van het
akkoordenschema en de grondtoon van het startakkoord verschijnen in de
display.
De uitvoering stopt wanneer het ritme gespeeld wordt.
fig.02-11
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
akkoordenschemapatroon te veranderen.
3. Druk op de toets die overeenkomt met de grondnoot van
het eerste akkoord.
Het akkoordenschema dat volgt, werd veranderd zodat het overeenkomt
met het aangeduide akkoord.
fig.02-12
4. Druk nogmaals op de [Chord] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Zie ÒLijst van
akkoordenschemapatronen
Ó (pg. 50) voor meer
informatie over
akkoordenschema-
patronen.
De grondnoot verschijnt in
de display zoals hieronder
aangeduid.
C C d E_
C C D E 
E F F G 
E F F G
A_ A b_ b 
A A B B
Display
Letter
name
Display
Letter
name
Display
Letter
name
In Split Play kan u zelf
akkoorden bepalen. Zie
ÒSpelen met een vastgelegd
akkoordenschema in de
linkerhand (Rhythm Split
Play)Ó (pg. 31) voor meer
details.
Patroonnummer van het akkoordenschema Grondnoot van het beginakkoord
CDE
E
F
F
GA
A
B
B
C
31
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
Spelen met een vastgelegd akkoordenschema
in de linkerhand (Rhythm Split Play)
Het uitvoeren met een klavier dat op een bepaald punt in een linker- en
rechterhelft is opgedeeld, noemt men ÒSplit Play.Ó
Als men het ritme gebruikt wanneer Split Play aan staat, dan is het mogelijk om
de akkoorden te specifi‘ren met de toetsen van de linkerhelft van het klavier.
fig.02-13
1. Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
2. Druk op de [Chord] knop waardoor het lampje gaat branden.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen flikkeren en de FP-3 wordt
in stand-by modus gezet.
Wanneer men op de [Split] knop drukt terwijl er een uitvoering wordt
gespeeld, dan zal het ritme stoppen.
3. Het akkoord wordt aangeduid door een toets in de
linkerhelft van het klavier en het ritme begint.
fig.02-14
Specifieer het akkoord in de linkerhelft van het klavier en speel de melodie
op de rechterhelft.
Het is niet nodig de toetsen van de akkoorden in de linkerhelft ingedrukt te
houden. Zelfs wanneer u de toets loslaat, zal hetzelfde akkoord zolang
voortduren tot wanneer het volgende akkoord wordt gespeeld.
Wanneer u akkoorden specifieert, worden geen klanken van de linkerhelft
van het klavier gespeeld.
4. Druk op de [Drums] knop om het ritme stop te zetten.
Wanneer het einde uitgespeeld is, zal de uitvoering stoppen.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen beginnen te flikkeren en de
FP-3 wordt in stand-by modus gezet.
5. Druk op de [Split] knop om Split Play te verlaten; het
lampje dooft.
NOTE
Bij het aanduiden van akkoor-
den in de linkerhelft van het
klavier wordt Dual Play (pg. 17)
in de rechterhelft uitgeschakeld
Het punt waarop het
klavier is verdeeld, noemt
men het ÒsplitpuntÓ; u kan
dit splitpunt veranderen.
Zie ÒHet splitpunt van het
klavier veranderenÓ (pg.
19) voor meer informatie.
U kan akkoorden
gewoonweg met uw vinger
aanduiden; u hoeft de
toetsen van de noten waaruit
dat akkoord is samengesteld
zelfs niet te spelen. Zie
ÒVingerzettinglijst van de
akkoordenÓ (pg. 52).
1, 5 4 2
F 3 (Split point)
The range specifyed a chord
Als in Split Play de [Chord]
knop uit staat en alleen de
Drum part wordt gespeeld
kan u de linkerhelft van het
klavier bespelen met
b
ehulp van de lage toon
(pg. 18).
32
Hoofdstuk 2 Met ritmes meespelen
De volumebalans van het klavier en
het ritme veranderen
Wanneer u in uitvoeringen ritmes gebruikt, kan u de balans veranderen van
het volume van het ritme en het volume van de uitvoering die op het klavier
wordt gespeeld.
Wanneer de stroom wordt aangezet, staat de volumebalans op Ò5Ð5Ó
(ÒKlaviervolumeÓ Ð ÒRitmevolumeÓ).
fig.02-15
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [Drums]
knop.
De lampjes van de [Song] en [Drums] knoppen gaan rood flikkeren.
De geselecteerde volumebalans verschijnt in de display.
fig.02-16
2. Druk op de [-] of [+] knop om de volumebalans aan te
passen.
Om de normale standaard volumebalans te herstellen, moet u tegelijkertijd
op de [-] en [+] knoppen drukken.
3. Druk op de [Song] knop.
Het knoplampje keert terug naar zijn vorige toestand.
Wanneer u de
volumebalans van het
klavier en het ritme
verandert, is het mogelijk
dat de volumebalans van
het klavier en de interne
song verandert.
1
2 3
Klaviervolume Ritmevolume
33
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
U kan op eenvoudige wijze uw uitvoeringen opnemen.
U kan een opgenomen uitvoering afspelen om te controleren wat en hoe u
gespeeld hebt en u kan met behulp van Rhythm melodie‘n op het klavier
spelen samen met de vooropgenomen begeleiding.
Opmerkingen in verband met opnamen
¥ Er kan slechts ŽŽn song worden opgenomen. Bij een tweede of latere
opname, wordt de eerder opgenomen song gewist bij het opnemen van
het nieuwe materiaal. Wanneer u een nieuwe uitvoering opneemt, is het
aan te raden om eerst de eerder opgenomen uitvoering te wissen (pg. 37).
¥
Opgenomen uitvoeringen worden gewist wanneer de stroom wordt uitgezet.
Een uitvoering opnemen
Hiermee neemt u alleen datgene op wat u op het klavier speelt, zonder Rhythm
.
fig.03-01
1. Druk op de [Song] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het song-nummer verschijnt in de display.
2. Druk op de [-] knop om ÒUSrÓ te doen verschijnen.
3. Selecteer de toon die gespeeld moet worden.
4. Gebruik, indien nodig, de metronoom.
Selecteer het tempo en de maat van de song terwijl u de metronoom beluistert (pg. 23).
5. Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop gaat
flikkeren en de FP-3 wordt in opname-stand-by modus gezet.
6. Druk op de [Play] knop of speel een toets op het klavier
om de opname te starten.
Druk op de [Play] knop en nadat u twee maten aftelgeluid hebt gehoord,
wordt de opname gestart.
De opname begint wanneer u op het klavier begint te spelen, zelfs wanneer
u de [Play] knop niet indrukt. In dit geval hoort men geen aftel.
7.
Druk op de [Rec] of de [Play] knop om de opname te stoppen
.
De lampjes van de [Rec] en [Play] knoppen doven en de opname stopt.
De opgenomen uitvoering beluisteren
8. Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
Opnemen zonder de
eerder opgenomen
uitvoering te wissen...
1st Pass
2nd Pass
De eerte uitvoerin
g
blijft bewaard
7
4
5
6, 8
3
12
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
Tijdens de aftel wordt de
aftelmaat in de display
aangeduid als Ò-2Ó en dan
als Ò-1Ó.
Over “USr” in de
display
Wanneer de opname stopt,
verandert de Ò Ó
indicatie in de display in
Ò . Het Ò.Ó in de
display wijst op eerder
opgenomen
uitvoeringsmateriaal.
34
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
Het is eveneens mogelijk sessie-uitvoeringen eenvoudig op te nemen in de
interne ritme- en akkoordenschemaÕs.
fig.03-02
1. Selecteer het te spelen ritme of de te spelen toon.
Stel het ritmetempo ook in op een tempo dat gemakkelijker te spelen is (pg.
29).
2. Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] knop gaat branden, het lampje van de [Play] knop
flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
3. Druk op de [Chord] of de [Drums] knop om de opname te
starten.
Het ritme begint te spelen, terwijl de opname tegelijkertijd wordt gestart.
4. Druk op de [Drums] knop om de opname stop te zetten.
Het einde wordt gespeeld en de uitvoering en de opname worden
stopgezet.
Wanneer u op de [Rec] of de [Play] knop drukt, zal de opname stoppen
zonder dat het einde wordt gespeeld.
De opgenomen uitvoering beluisteren
5. Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
2
1
1
54 3
Zie ÒRitmelijstÓ (pg. 49) en
ÒLijst van
akkoordenschemapatronen
Ó (pg. 50) voor meer
informatie over de
verschillende ritme- en
akkoordenschemapatronen
.
Zie pg. 16 en pg. 28 voor
meer details over het
selecteren van tonen en
ritmes.
NOTE
Een ritme kan niet worden
opgestart wanneer er een
opname gemaakt wordt.
35
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Een uitvoering opnemen met behulp van ritmes
(in Split Play)
Specifieer zelf het akkoordenschema om sessie-uitvoeringen op te nemen
met nog grotere mogelijkheden.
Als u alleen het ritme (begeleiding) vooropneemt met behulp van de
akkoordenschemaÕs die u verkiest, kan u in sessie-uitvoeringen het
volledige klavier gebruiken terwijl u meespeelt met de playback van deze
opname.
fig.03-06
1. Selecteer het te spelen ritme of toon.
Stel het ritmetempo ook in op een tempo dat gemakkelijker te spelen is (pg. 29).
2. Druk op de [Rec] knop.
Het lampje van de [Rec] knop gaat branden, het lampje van de [Play] knop
flikkert en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
3. Druk op de [Split] knop waardoor het lampje gaat branden.
Het klavier wordt ingesteld op Split Play.
4. Druk op de [Chord] knop.
De lampjes van de [Chord] en [Drums] knoppen flikkeren en de FP-3 wordt
in stand-by modus gezet.
5. Specifieer een akkoord door het op de linkerhelft van het
klavier te spelen.
De ritme-intro begint te spelen en de opname begint terzelfdertijd.
Neem de begeleiding op terwijl u de akkoorden specifieert op de linkerhelft
van het klavier.
6. Druk op de [Drums] knop om de opname stop te zetten.
Het einde wordt gespeeld en de uitvoering en de opname worden stopgezet
.
Wanneer u op de [Rec] of de [Play] knop drukt, zal de opname stoppen
zonder dat het einde wordt gespeeld.
De opgenomen uitvoering beluisteren
7. Druk op de [Play] knop.
Druk nogmaals op de [Play] knop en het afspelen stopt.
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
2
1
3 46 7
36
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Geselecteerde spoorknoppen opnemen
De opnamefunctie van de FP-3 is uitgerust met drie Track-knoppen (spoorknoppen).
Wanneer u op de [Rec] knop drukt, worden alle Track-knoppen ingesteld om opgenomen
te worden. Wanneer u echter de Track-knoppen selecteert die niet moeten opgenomen
worden, kan u alleen opnemen op de specifieke Track-knoppen van uw keuze.
U kan bijvoorbeeld de uitvoering van elke hand op verschillende Track-knoppen
opnemen, of opnieuw opnemen over bepaalde Track-knoppen in een eerder opgenomen
uitvoering.
Op de [Drums (R)] knop kunnen uitsluitend klanken van de Drumsettonen en
ritmeklanken worden opgenomen
.
fig.03-03
1.
Houd de [Rec] knop ingedrukt en doof het lampje van de
Track-knop, i.e. de [Drums (R)], [Chord (1)] of de [ (2)]
knop, voor elk spoor dat niet moet worden opgenomen.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert
en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
Wanneer de FP-3 in standby staat, kan u de uitvoering opnemen volgens de
procedures die beschreven zijn in ÒEen uitvoering opnemenÓ (pg. 33), ÒEen
uitvoering opnemen met behulp van ritmesÓ (pg. 34) of ÒEen uitvoering opnemen
met behulp van ritmes (in Split Play)Ó (pg. 35), te beginnen vanaf stap 3
.
De uitvoering wordt enkel opgenomen op de Track-knoppen waarvan het
lampje brandt.
Samen met interne songs opnemen
U kan uw eigen uitvoering ook opnemen terwijl u meespeelt met de interne piano-songs.
Wanneer u opneemt op specifieke Track-knoppen, worden de klanken op de
geselecteerde Track-knoppen niet gespeeld. U kan bijvoorbeeld dat wat u met
uw rechterhand speelt, opnemen terwijl u de Part van de linkerhand beluistert.
1. Selecteer de song met de [Song], [-] en [+] knoppen.
2. Houd de [Rec] knop ingedrukt en doe het lampje branden
van de track-knop van het spoor waarop u zelf wil spelen.
Het lampje van de [Rec] gaat branden, het lampje van de [Play] knop flikkert
en de FP-3 wordt in de opname stand-by modus gezet.
3. Druk op de [Play] knop om de opname te starten.
Het materiaal van de Track-knop waarvan het lampje in stap 2 niet brandde,
wordt niet gespeeld.
4.
Druk op de [Rec] of [Play] knop om de opname stop te zetten
.
NOTE
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder
opgenomen klanken te wissen,
dan wordt de song opgenomen
aan het oorspronkelijk
opgenomen tempo.
NOTE
Wanneer u samen met een
interne song opneemt, kan
u deze opname niet
afspelen aan een gewijzigd
tempo.
Over het branden van
de lampjes van de
Track-knoppen
wanneer de [Rec] knop
wordt ingedrukt
Gedoofd
Brandt oranje
Brandt rood
Geen opname
Opname
Opname
Gegevensopname
Geen gege-
vensopname
Gedoofd
Brandt oranje
Brandt rood
Geen opname
Opname
Opname
Gegevensopname
Geen gege-
vensopname
Overeenkomst tussen
interne Piano Song Track-
knoppen en uitvoering
[1] knop: Part van de linkse hand
[2] knop: Part van de rechtse hand
Aan de [R] knop zijn geen
uitvoeringsgegevens toegewezen
.
37
Hoofdstuk 3 Een uitvoering opnemen
Opgenomen uitvoeringen wissen
U kan opgenomen uitvoeringen wissen.
fig.03-04
1. Houd de [Song] ingedrukt en druk op de [Rec] knop.
In de display verschijnt een bevestigingsboodschap.
fig.03-05
2. Druk op de [Rec] knop.
De opgenomen uitvoering wordt gewist.
Druk op de [Play] of [Song] knop als u de uitvoering niet wil wissen.
1
2
Flikkert groen Flikkert rood Flikkert groen
Overeenkomst tussen de opgenomen uitvoering en de
Track-knoppen
Een opgenomen uitvoering wordt als volgt aan de Track-knoppen
toegewezen.
* U kan op de [1] knop eveneens gewone klavieruitvoeringen opnemen waarin
alleen de [1] knop wordt gespecifieerd.
Track-knop Opgenomen uitvoering
[R]
¥ Rhythm (Drums Part, Chord Part) (pg. 25)
¥ Een uitvoering van drumsettonen
[1] ¥ Lage toon in Dual play of Split play (pg. 17, pg. 18)
[2]
¥ De uitvoering van het volledige klavier (zonder de
drumsettonen)
¥ Hoge toon in Dual play of Split play (pg. 17, pg. 18)
38
Hoofdstuk 4 Andere functies
De resonantie van het
linkerpedaal wijzigen
Het indrukken van het rechterpedaal op een akoestische
piano doet de noten die u speelt met andere snaren
meeklinken en voegt rijke galmklanken en dikte toe aan de
klank. Door het indrukken van het rechterpedaal van de FP-3
wordt deze resonantie (meegaande resonantie) nagebootst.
Voor de resonantieklank kan u tien diepteniveaus selecteren
(resonantieniveau).
Wanneer u het instrument aanzet, staat deze instelling op
Ò5Ó.
* Deze instelling werkt alleen maar bij tonen 1, 2 en 5 van de
[Piano] knop. Voor andere tonen kan u deze instelling niet
maken.
1. Houd de [Reverb] en [Chorus] knoppen
ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop.
De lampjes van de [Reverb] en [Chorus] knoppen gaan
rood flikkeren.
De resonantie van de toon die op dit moment is
geselecteerd verschijnt in de display.
fig.04-01
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
resonantieniveau te selecteren.
3. Druk op de [Reverb] of [Chorus] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
De manier waarop de
pedalen werken veranderen
Hoewel een pedaal dat aan de jack van Pedal [Soft] is
aangesloten meestal werkt als een linkerpedaal (pg. 10), kan
het eveneens ingesteld worden om te functioneren als een
sostenuto-pedaal of expressiepedaal.
Sluit het meegeleverde DP-6 pedaal of de DP-2 (afzonderlijk
te koop) aan voor gebruik als een sostenuto-pedaal. Sluit het
meegeleverde expressiepedaal (EV-5) aan voor gebruik als
een expressiepedaal.
Wanneer het instrument wordt aangezet, staat deze
instelling op het functioneren als linkerpedaal.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[E.Piano] knop.
De lampjes van de [Song] en [E.Piano] knoppen gaan
rood flikkeren.
fig.04-02
2. Druk op de [-] of [+] knop om de pedaalfunctie
te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
* Gebruik uitsluitend het gespecifieerde pedaal (EV-5;
afzonderlijk te koop). Als u een ander pedaal aansluit, loopt u
kans op slecht functioneren en/of schade aan het toestel.
* Zet de stroom van het toestel uit vooraleer u een pedaalsnoer
wil aansluiten of verwijderen.
Brandt rood
Lampje Omschrijving
1 (Linker-
pedaal)
Stelt functie in op linkerpedaal. Instelling wordt
gemaakt bij het aanzetten van het instrument.
2 (Sostenuto
pedaal)
Wanneer het pedaal wordt ingedrukt, blij-
ven alleen de klanken van de ingedrukte
toetsen voortduren. Sluit het meegeleverde
DP-6 of DP-2 pedaal (afzonderlijk te koop)
aan.
3 (Express-
iepedaal)
Laat volumecontrole toe. U kan het volume
ook veranderen met de [Volume] knop, maar
als u deze pedaal gebruikt kan u het volu-
meniveau wijzigen zonder uw handen van
het klavier te nemen. Sluit een afzonderlijk
verkocht expressiepedaal aan (EV-5).
Brandt roodBrandt rood
39
Hoofdstuk 4 Andere functies
De manier waarop de
pedaaleffecten worden
toegepast veranderen
Wanneer het pedaal wordt ingedrukt in Dual Play (pg. 17) of
Split Play (pg. 18), wordt het pedaaleffect op zowel de
Upper- als de Lower-toon toegepast. U kan de instellingen
van de toon waarop het effect moet worden toegepast echter
veranderen.
Wanneer het instrument aangezet wordt, is de instelling die
bepaalt hoe de effecten worden toegepast hetzelfde voor de
Upper- en de Lower-toon (Ò1Ó in de onderstaande tabel).
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Organ] knop.
De lampjes van de [Song] en [Organ] knoppen gaan rood
flikkeren.
fig.04-03
2. Druk op de [-] of [+] knop om te selecteren hoe
de effecten moeten worden toegepast.
* rechterpedaalÑaansluiten op de [Damper] jack
* linkerpedaalÑaansluiten op de [Soft] jack
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
De toonhoogte van de
Lower-toon in stappen van
een octaaf veranderen
(Octave Shift)
U kan de toonhoogte van de Lower-toon in stappen van een
octaaf veranderen in Dual Play (pg. 17) en Split Play (pg. 18).
Het op deze manier wijzigen van de toonhoogte met
eenheden van ŽŽn octaaf noemt men ÒOctave ShiftÓ.
U kan de toonhoogte van de Lower-toon bijvoorbeeld
verhogen in Split Play tot dezelfde toonhoogte van de hoge
tonen.
Het bereik van beschikbare toonhoogtewijzigingen loopt van
twee octaven hoger tot twee octaven lager.
Deze instelling blijft gelden tot de stroom wordt uitgezet
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Piano] knop.
De lampjes van de [Song] en [Piano] knoppen flikkeren
in het rood.
fig.04-04
2. Druk op de [-] of [+] knop om de toonhoogte te
selecteren.
De toonhoogte wordt bij elke druk op de [-] knop met
een octaaf verlaagd en met elke druk op de [+] knop met
een octaaf verhoogd.
Om naar de oorspronkelijk toonhoogte terug te keren,
moet u tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen drukken.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Lampje
Omschrijving
Hoge
tonen
Lage
tonen
Pedaal
1
Alles inge-
schakeld
❍❍Rechterpedaal
❍❍Linkerpedaal
2
Alleen toe-
gepast op
de Upper-
tonen
x Rechterpedaal
x Linkerpedaal
3
Linkse
pedaal
alleen voor
de Lower-
toon
❍❍Rechterpedaal
x Linkerpedaal
Brandt roodBrandt rood
Brandt roodBrandt rood
40
Hoofdstuk 4 Andere functies
Afstemmen op de
toonhoogten van andere
instrumenten (Master Tuning)
Als u samen speelt met andere instrumenten kan u de
standaard toonhoogte afstemmen op de toonhoogte van een
ander instrument.
De standaardtoonhoogte verwijst meestal naar de
toonhoogte van de noot die wordt gespeeld wanneer men de
midden A-toets aanslaat. Zorg er voor dat de basistoon van
elk instrument afgestemd is op de basistoon van de andere
instrumenten zodat u een zuiverdere samenspelklank krijgt.
Deze afstemming van alle instrumenten op een
standaardtoonhoogte wordt Òmaster tuningÓ genoemd.
U kan de standaardtoonhoogte om het even waar instellen
binnen een bereik van 415.3 Hz tot 466.2 Hz.
Wanneer het instrument aangezet wordt, staat de
standaardtoonhoogte op Ò440.0 HzÓ.
Deze instelling blijft gelden tot de stroom wordt uitgezet.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Voice/Winds] knop.
De lampjes van de [Song] en [Voice/Winds] knoppen
gaan rood flikkeren.
fig.04-05
De laatste drie cijfers van de huidige instelling van de
standaardtoonhoogte verschijnen in de display.
2. Druk op de [-] or [+] knop om de
standaardtoonhoogte te wijzigen.
De toonhoogte daalt met 0.1 Hz telkens er op de [-] knop
wordt gedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt,
daalt de toonhoogte voortdurend.
De toonhoogte stijgt met 0.1 Hz telkens er op de [+] knop
wordt gedrukt. Wanneer u de knop ingedrukt houdt,
stijgt de toonhoogte voortdurend.
Druk tegelijkertijd op de [-] en [+] knoppen om naar de
originele toonhoogte terug te keren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
De stemming aanpassen
U kan klassieke muziek, zoals bijvoorbeeld barok, spelen met
de originele stemming.
De meeste moderne liedjes worden gecomponeerd en
gespeeld vanuit de veronderstelling dat gelijke stemming zal
worden gebruikt (tegenwoordig de meest gebruikte
stemming) maar toen de klassieke muziek gecomponeerd
werd, bestond er een grote verscheidenheid aan andere
stemmingssystemen. Wanneer u een compositie in zijn
originele stemming speelt, kan u genieten van de klank van
de akkoorden die de componist oorspronkelijk voor ogen
had.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Chorus] knop.
De lampjes van de [Song] en [Chorus] knoppen gaan
rood flikkeren.
fig.04-06
2. Druk op de [-] of [+] knop om de stemming te
veranderen en druk op de toets die
overeenkomt met de noot van de toon.
U kan kiezen uit de zeven stemmingen die hieronder
worden beschreven.
Flikkert roodFlikkert rood
Stemming Kenmerken
1 Gelijke In deze stemming wordt elk octaaf
verdeeld in twaalf gelijke stappen.
Elk interval produceert ongeveer
dezelfde hoeveelheid lichte disso-
nantie. Deze stemming is ingesteld
wanneer u de stroom aanzet.
2
Pythagore•sche
Deze stemming, van de Þlosoof
Pythagoras, elimineert dissonan-
tie in kwarten en kwinten. Disso-
nantie wordt gemaakt door terts-
intervalakkoorden maar de melo-
die‘n zijn welluidend.
3 Zuiver majeur
Deze stemming elimineert dubbelzin-
nigheden in kwinten en tertsen. Ze is
niet geschikt voor het spelen van melo-
die‘n en kan niet getransponeerd
worden, maar kan mooie klanken
geven
.
Flikkert roodFlikkert rood
Stemming Tonicum
41
Hoofdstuk 4 Andere functies
De display is als volgt:
fig.Chart3
Wanneer men speelt met een andere stemming dan de
gelijke stemming, moet u de grondnoot specifi‘ren voor
het stemmen van het uit te voeren lied (dit is de noot die
overeenkomt met C voor een majeur-toonaard of met A
voor een mineur-toonaard).
Als u een gelijke stemming kiest, moet u geen grondnoot
selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De knoplampjes keren terug naar hun originele toestand.
* Als u samen speelt met andere instrumenten moet u er op
letten dat, afhankelijk van de toonaard, er een verschuiving
van de toonhoogte kan zijn. Stem de FP-3 af op de
basistoonhoogte van de andere instrumenten.
Het slagpatroon veranderen
De metronoom slaat gewoonlijk ŽŽn slag per vierde noot,
maar u kan het slagpatroon veranderen zodat het
bijvoorbeeld ŽŽn slag per elke gepunte vierde noot slaat.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[ (Metronome)] knop.
De lampjes van de [Song] en [ (Metronome)]
knoppen flikkeren in het rood.
fig.04-07
2. Druk op de [-] of [+] knop om de slagverdeling
te veranderen.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun oorspronkelijke toestand.
Als u ÒA1Ó selecteert met een trioolritme (6/8, 9/8, 12/8) wordt
de toegevoegde klank op dezelfde manier gespeeld als ÒA2Ó.
Zie ÒDe metronoom gebruikenÓ (pg.23).
4 Zuiver mineur De zuivere stemmingen ver-
schillen van majeur- en mineur-
toonladders. Men kan hetzelfde
effect krijgen met de mineurtoon-
ladder als met de majeurtoonlad-
der.
5 Middentoon Deze toonladder maakt enkele
compromissen in zuivere into-
natie, waardoor transpositie in
andere toonaarden mogelijk
wordt.
6 Werckmeister Deze stemming combineert de
middentoon- en de
Pythagore•sche
stemmingen. Uitvoeringen zijn
mogelijk in alle toonaarden (eerste
techniek, III).
7 Kirnberger Dit is een verbetering van de mid-
dentoon- en de zuivere toonstem-
mingen die modulatie in een hoge
graad toelaten. Uitvoeringen zijn
mogelijk in alle toonaarden (III).
Stemming Kenmerken
C d_ d E_ E F F G A_ A b_ b 
C D D E E F F G A A B B
Display
Letter
name
Lampje Omschrijving
(Normaal)
De metronoom klinkt op de gewone manier.
A1 De metronoom speelt met een naslag achter
elke slag.
A2 Voor elke slag wordt in triolen geteld.
A3 De toegevoegde klanken worden vermengd.
2. ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte halve nootslagen.
2 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van halve nootslagen.
4. ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte vierde nootslagen
.
4 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van vierde nootslagen.
8. ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van gepunte achtste nootslagen.
8 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van achtste nootslagen.
16 ( )
Het tellen start in het begin van de maat, in
intervallen van zestiende nootslagen.
Flikkert in roodFlikkert in rood
42
Hoofdstuk 4 Andere functies
MIDI-toestellen aansluiten
Over MIDI
MIDI is de afkorting van ÒMusical Instrument Digital InterfaceÓ
en is een wereldwijde standaard voor het uitwisselen van
uitvoeringsgegevens (MIDI-commandoÕs) en andere informatie
tussen elektronische instrumenten en computers.
De FP-3 is voorzien van een MIDI-connector en een computer-
connector waarmee uitvoeringsinformatie met externe toestellen kan
worden uitgewisseld. Als u het klavier met deze connectoren op
andere toestellen aansluit, kan u over een nog groter aantal
verschillende mogelijkheden beschikken om uw klavier te gebruiken.
* Er is eveneens een afzonderlijke uitgave ÒMIDI-
implementatieÓ beschikbaar. Hierin worden de volledige
details beschreven betreffende de manier waarop MIDI op dit
toestel werd ge•mplementeerd. Gelieve het dichtstbijzijnde
Roland Service Center of een erkende Roland verdeler te
contacteren als u deze uitgave zou wensen (wanneer u
bijvoorbeeld een byte-level programmatie wil uitvoeren).
Connectoren
fig.04-08
MIDI Out-connector
Verzendt gegevens over wat gespeeld wordt op het klavier
evenals andere uitvoeringsgegevens.
Sluit de MIDI in-connector aan op het externe MIDI-toestel.
MIDI In-connector
Ontvangt commandoÕs die vanuit externe MIDI-toestellen worden verzonden
.
Sluit de MIDI out-connector aan op het externe MIDI-toestel.
Aansluitingen maken
* Draai steeds het volume omlaag en zet de stroom uit van alle toestellen
vooraleer u aansluitingen maakt om het slecht functioneren en/of
beschadiging van de luidsprekers of andere toestellen te voorkomen.
1. Draai het volume volledig omlaag van de FP-3
en van het toestel dat u gaat aansluiten.
2. Zet de stroom uit van de FP-3 en van het toestel
dat u gaat aansluiten.
3. Sluit een MIDI-kabel (afzonderlijk te koop)
aan op de MIDI-connectoren van elk toestel.
4. Zet de stroom aan van de FP-3 en van het
aangesloten toestel.
5. Pas het volume aan van de FP-3 en van het
aangesloten toestel.
6. Stel de MIDI-instellingen in.
Maak de instellingen voor de MIDI-verzend en
ontvangstkanalen (pg. 43) en voor Local On/Off (pg. 43).
Hoe MIDI te gebruiken
Uitvoeringsgegevens die gespeeld zijn op de FP-3
opnemen op een sequencer* en automatisch de
opgenomen uitvoeringsgegevens op de FP-3 afspelen
Aansluitvoorbeeld:
Aansluiten op een sequencer (de Roland MT -reeks, enz.).
fig.04-09.e
Wanneer u aansluit op een sequencer, raden wij u aan deze te
gebruiken met de volgende instellingen.
¥ Local Control off (pg. 43)
¥ MIDI Out Mode 1 (pg. 44)
Wanneer het instrument aanstaat, is de MIDI Out-modus
ingesteld op Ò1Ó.
Op de FP-3 spelen met behulp van klanken van een
andere klankmodule*
Aansluitvoorbeeld: Aansluiten op een MIDI-klankmodule
fig.04-10.e
Wanneer u aansluit op een MIDI-klankmodule, raden wij aan het systeem
te gebruiken met de MIDI Out-modus ingesteld op Ò2Ó (pg.44). Wanneer
het instrument aanstaat, is de MIDI Out-modus ingesteld op Ò1Ó
.
Wat is een sequencer?
Een sequencer is een toestel dat de stroom MIDI-commandoÕs
opneemt die door een instrument wordt uitgestuurd. Deze
commandoÕs transporteren alle details van wat er gebeurde
toen het instrument bespeeld werd, met inbegrip van de
timing van de noten, de kracht die werd gebruikt om ze te
spelen en hoe lang ze gespeeld werden. Later kan u de
opgenomen MIDI-informatie opnieuw naar het instrument
versturen, waardoor het automatisch zal gaan spelen.
Wat is een MIDI-klankmodule?
Een synthesizer of elektronische piano is binnenin voorzien van een
gedeelte dat de klank produceert en dat we klankmodule noemen. Een
MIDI-klankmodule produceert klanken die voortkomen uit de MIDI-
commandoÕs die er door andere klankmodules naartoe werden gestuurd.
MIDI
Out In
FP-3
InOut
MIDI
Sequencer
* De MT-80s heeft geen MIDI
Out-connector.
MIDI
Out In
Damper Soft
Pedal Line In
RL
(
Mono
)
Stereo
Line Out
RL
(
Mono
)
Stereo
OUTTHRU IN
MIDI
Klankmodule
FP-3
MIDI
Out In
Damper Soft
Pedal Line In
RL
(
Mono
)
Stereo
Line Out
RL
(
Mono
)
Stereo
43
Hoofdstuk 4 Andere functies
MIDI-instellingen
MIDI Send-kanaalinstellingen
MIDI beschikt over zestien MIDI-kanalen met nummers van 1 tot 16.
Het gewoon aansluiten van een kabel volstaat niet voor
communicatie. De aangesloten toestellen moeten zo ingesteld worden
dat ze hetzelfde MIDI-kanaal gebruiken. Als dit niet het geval is, zal
er geen klank geproduceerd worden en kunnen er geen klanken
geselecteerd worden.
Selecteer het verzendkanaal (1Ð16) van de FP-3.
Wanneer u het instrument aanzet, staat het ingesteld op kanaal Ò1Ó.
De FP-3 ontvangt commandoÕs op alle kanalen van 1 tot 16.
* Wanneer het klavier opgedeeld is in een linker- en een
rechterhelft, is het verzendkanaal voor commandoÕs van de
linkerhand vastgelegd op Ò3Ó.
* Wanneer een drumsettoon aan het klavier is toegewezen, is het
verzendkanaal vastgelegd op Ò10Ó.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Guitar/Bass] knop.
De lampjes van de [Song] en [Guitar/Bass] knoppen
gaan rood flikkeren.
fig.04-11
2. Druk op de [-] of [+] knop om het
verzendkanaal te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Local Control On en Off schakelen
Wanneer u op een MIDI sequencer aansluit, moet u Local
Control op ÒOffÓ zetten.
Wanneer u het instrument aanzet, is dit ingesteld op ÒOnÓ.
Zoals hieronder getoond, wordt de informatie die beschrijft
wat er op het klavier wordt gespeeld naar de interne
klankgenerator verstuurd via twee verschillende routes (1)
en (2). Als resultaat hoort u overlappende of intermitterende
klanken. Om dit te voorkomen, moet route (1) worden
onderbroken door het toestel in te stellen op ÒLocal OffÓ.
fig.04-12.e
Local Control ON: Het klavier en de interne klankgenerator
zijn verbonden.
fig.04-13.e
Local Control OFF: Het klavier en de interne klankgenerator
zijn niet verbonden. Er wordt geen klank geproduceerd
wanneer men op het klavier speelt.
fig.04-14.e
* Wanneer u een toestel aansluit van de Roland MT-reeks is het
niet nodig om Local Control uit te schakelen. MT-toestellen
verzenden Local Off-commandoÕs wanneer ze worden
aangezet. Als u eerst de FP-3 aanzet en daarna het toestel van
de MT-reeks wordt Local Control automatisch uitgeschakeld
op de FP-3.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Tempo/Rhythm] knop.
De lampjes van de [Song] en [Tempo/Rhythm] knoppen
gaan rood flikkeren.
fig.04-15
2. Druk op de [-] of [+] knop om Local Control on
en off te zetten.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
Flikkert roodFlikkert rood
(1)
MIDI
MIDI
MIDI
MIDI
(2)
IN
IN
OUT
OUT
Sequencer
Geheugen
Klank-
generator
Elke gespeelde noot
klinkt twee keer
Thru functie On
Local On
Local On
Klank wordt verstuurd
Klankgenerator
Local Off
Er wordt geen klank geproduceerd
Klankgenerator
Flikkert in roodFlikkert in rood
44
Hoofdstuk 4 Andere functies
De MIDI Out-modus instellen
Als u de MIDI Out-modus instelt, kan u een meer geschikte
selectie van MIDI-gegevens maken (op het externe MIDI-
toestel) die via de MIDI Out-connector wordt verstuurd
wanneer u een toonverandering maakt op de FP-3.
Er zijn drie instellingen beschikbaar voor de MIDI Out-
modus.
ÒMIDI Out-modus 1Ó is de standaardinstelling bij het
aanzetten van de stroom.
1. Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de
[Strings/Pad] knop.
De lampjes van de [Song] en [Strings/Pad] knoppen
gaan rood flikkeren.
fig.04-17
2. Druk op de [-] of [+] knop om de MIDI Out-
modus te selecteren.
3. Druk op de [Song] knop.
De lampjes keren terug naar hun vorige toestand.
MIDI
Out
modus
Omschrijvingen
1 MIDI
Out
modus
1
Deze instelling is geschikt voor het
aansluiten van sequencers. De MIDI-
informatie die hieronder wordt ge-
toond wordt uitgestuurd door de MIDI
Out-connector wanneer u een toon
verandert op de FP-3.
Wanneer u iets opneemt op een
sequencer zal deze modus er voor zor-
gen dat, wanneer u de uitvoering op de
FP-3 afspeelt, u dezelfde tonen zal
horen als degene die gebruikt werden
wanneer de uitvoering werd op-
genomen.
¥ Program Change
¥ Reverb of chorus-effect aan/uit
¥ Reverb of chorus-effect diepte
¥ Meegaande resonantiediepte
2 MIDI
Out
modus
2
Deze instelling is geschikt voor het
aansluiten op een klankmodule. De
MIDI-informatie van toon en effect
wordt niet door de MIDI Out-connector
verstuurd wanneer u een toon veran-
dert op de FP-3.
3 MIDI
Out
modus
3
U kan uitvoeringsgegevens versturen
die met de FP-3 zijn opgenomen. De
MIDI-commandoÕs die verstuurd
worden hebben bovendien dezelfde
inhoud als deze in MIDI Out-modus 1.
Flikkert in roodFlikkert in rood
45
Problemen oplossen
Probleem Oorzaak/oplossing
Geen stroom
Is het stroomsnoer correct aangesloten? (pg. 8)
Geen klank
Is het volumeniveau van de FP-3 (pg. 11) of
aangesloten toestel volledig omlaag gezet?
Geen klank (met
en aangesloten
MIDI-toestel)
Staat de stroom van alle toestellen aan? (pg. 11)
Is de MIDI-kabel correct aangesloten en inge-
prikt? (pg. 42)
Komt het MIDI-kanaal overeen met het
aangesloten instrument? (pg. 43)
Geen klank, zelfs
niet wanneer een
toets wordt inge-
drukt
Is Local Off geselecteerd? Als Local Control
op OFF staat, krijgt men geen klank wanneer
men het klavier bespeelt. Zet Local Control
op ÒONÓ (pg. 43).
Het volume van
het klavier is te
laag
Staat de volumebalans van het klavier vol-
ledig omlaag? (pg. 32)
Geen klank vanuit
de linkerkant
Brandt het lampje van de [Split] knop? (pg.
31)
Er komt geen klank van de linkerkant als het
lampje van de [Split] knop brandt terwijl de
chord part speelt.
Wanneer het kla-
vier wordt
bespeeld, hoort
men twee klanken
Staat de FP-3 in Dual Play? (pg. 17)
Wanneer de FP-3 aangesloten is op een
externe sequencer, moet hij in de Local OFF-
modus gezet worden (pg. 43). U kan de SOFT
THRU op de sequencer ook op ÒOFFÓ zetten.
Niet alle klanken
worden gespeeld
De FP-3 heeft een maximale polyfonie van 64
stemmen. Wanneer u samen speelt met een
song of een ritme terwijl u de rechterpedaal
veel gebruikt, is het mogelijk dat de uitvoer-
ingsgegevens het aantal beschikbare stem-
men overschrijdt wat kan betekenen dat
sommige noten of klanken die op het klavier
worden gespeeld, niet zullen klinken.
Het klavier, het
songregister of de
toonhoogte staat
uit
Hebt u Transpose ingesteld? (pg. 24)
Zijn de instellingen van de stemming correct
(pg. 40)?
Is de instelling van Master Tuning correct?
(pg. 40)
Rhythm klinkt niet
Is de volumebalans voor Rhythm volledig
omlaag gezet? (pg. 32)
Akkoorden worden
niet herkend in de link-
erhelft wanneer ritmes
worden gespeeld
Is het lampje van de [Split] knop gedoofd? (
pg.
31
) Wanneer het lampje van de [Split] knop
gedoofd is terwijl de akkoordpartij speelt, wordt
het akkoordenschema automatisch voortgezet
.
De song wordt niet
afgespeeld
Brandt het lampje van de [Song] knop in het
groen?
(pg. 12)
Songs kunnen niet worden afgespeeld wan-
neer het lampje van de [Song] knop brandt.
Druk op de [Song] knop waardoor het lampje
zal doven.
Verschijnt ÒdELÓ in de display? (pg. 14)
De interne songs kunnen niet worden
afgespeeld omdat de opgenomen uitvoerin-
gen in het geheugen van de FP-3 blijven.
Probeer de song af te spelen nadat u de uitvo-
eringsgegevens hebt gewist.
Het volume van de
interne song is te
laag
Is de volumebalans van Rhythm (en interne
song) helemaal omlaag gedraaid?
(pg. 32)
Alleen de klank
van één instru-
ment in een song
speelt niet
Staat Track Mute aan? (pg. 14)
Als het knoplampje gedoofd is wanneer u de
[Play] knop ingedrukt houdt, kan u de mu-
ziek van dat spoor niet horen. Druk op de
track-knop zodat het lampje gaat branden.
Tone of Rhythm
kunnen niet gese-
lecteerd worden
Flikkert het lampje van de [Song] knop in het
rood?
Wanneer het lampje van de [Song] knop rood
ßikkert, betekent dit dat het instellen van
functies in werking is. Druk nogmaals op de
[Song] knop en selecteer daarna de toon of
Rhythm.
Opnemen is
onmogelijk
Heeft u geselecteerd welke Track-knoppen
opgenomen moeten worden? (pg. 36)
Het tempo van de
opgenomen song
of de metronoom
staat uit
Wanneer u een interne song voor opname
selecteert die tempoveranderingen vertoont,
zullen de tempoÕs van de uitvoeringen die op
andere sporen zijn opgenomen samen met
deze veranderingen wijzigen. Daarenboven
wordt het metronoomtempo op dezelfde
manier veranderd.
Wanneer u bijkomend materiaal
opneemt zonder de eerder opgenomen
songs te wissen, zal de song worden
opgenomen aan het oorspronkelijk
opnametempo. (
pg. 37)
Een opgenomen
uitvoering is gewist
Opgenomen uitvoeringen worden gewist
wanneer de stroom van de FP-3 wordt uit-
gezet of wanneer een song wordt geselec-
teerd. Eens de song is uitgewist kan deze niet
gerecupereerd worden.
Probleem Oorzaak/oplossing
Lees dit wanneer u denkt een probleem te hebben.
46
Problemen oplossen
Het pedaal heeft
geen effect of het
effect “plakt”
Is het pedaal correct aangesloten?
Sluit het pedaal goed aan op de Pedal jack
(pg. 10).
Wanneer u een pedaalsnoer van het toestel
loskoppelt terwijl de stroom aanstaat, is het
mogelijk dat het pedaaleffect non-stop wordt
toegepast.
Zorg er voor dat u de stroom van het toestel
uitzet vooraleer u probeert een pedaalsnoer
aan te sluiten of te verwijderen (pg. 10).
Reverb blijft zelfs
wanneer de reverb
werd opgeheven
Aangezien de FP-3 pianoklanken de diepte
en weergalming van echte akoestische
pianoÕs getrouw weergeven, is het mogelijk
dat u nog steeds galm hoort nadat het reverb-
effect werd uitgezet.
De klank verandert
plots in de hoge
octaven
Met de instellingen van een akoestische
piano, worden de klanken van het hoge 1 1/
2-octaafbereik tot het einde toe verlengd,
onafgezien de werking van het rechterpedaal.
De toon verschilt ook in dit bereik. De Roland
pianoÕs geven een getrouwe weergave van de
klankkwaliteiten van akoestische pianoÕs. U
kan de Key Transpose-instelling van het
instrument ook gebruiken om het bereik te
veranderen waarin het rechterpedaal geen
effect heeft.
Er klinkt een hoge
fluittoon
Bij het beluisteren met de hoofdtelefoon:
Bepaalde pianotonen met trillende, heldere
klanken bevatten een grote hoge frequen-
tiecomponent, waardoor het kan lijken of er
een metaalachtige galm werd toegepast. Dit
is een getrouwe weergave van akoestische
pianoÕs en wijst niet op een slechte werking.
Aangezien men deze weergalm vooral kan
horen wanneer een zware reverb werd toe-
gevoegd, kan u het probleem verlichten door
de hoeveelheid toegepaste reverb op de klank
te verminderen.
Bij het beluisteren door luidsprekers:
Hier kan men een andere oorzaak (zoals reso-
nantie die door de FP-3 wordt geproduceerd)
vermoeden. Consulteer uw Roland verdeler
of het dichtstbijzijnde Roland Service Center.
Probleem Oorzaak/oplossing
Lage eindklanken
zijn vreemd/
klinken ratelend
Bij het beluisteren door luidsprekers:
Als u met hoge volumes speelt is het mogelijk
dat de instrumenten in de buurt van de FP-3
beginnen te resoneren. Resonantie kan zich
ook voordoen bij ßuorescerende lichtbuizen,
glazen deuren en andere voorwerpen. Dit
probleem komt in het bijzonder sneller voor
wanneer de bascomponent wordt verhoogd
en wanneer de klank aan hogere volumes
wordt gespeeld. Neem de volgende
maatregelen om zulke resonantie tegen te
gaan.
- Plaats de luidsprekers zo dat ze 10Ð15 cm
van de muren of andere oppervlakken ver-
wijderd zijn.
- Verminder het volume.
- Verwijder de luidsprekers van resonerende
voorwerpen.
Bij het beluisteren met de hoofdtelefoon:
De oorzaak ligt ergens anders. Consulteer uw
Roland verdeler of het dichtstbijzijnde
Roland Service Center.
Het volumeniveau
van het instrument
dat op de Line In
Jack is aangeslo-
ten is te laag
Gebruikt u misschien een aansluitkabel die
een resistor bevat?
Gebruik een aansluitkabel zonder resistor.
Probleem Oorzaak/oplossing
47
Foutmeldingen/Andere meldingen
* Foutmeldingen worden aangeduid met een ÒE.Ó voor het nummer.
Wanneer de foutmelding verschijnt, flikkert het lampje van de [-] en [+] knoppen in het rood.
Druk op de [-] of [+] knop en u kan de foutmelding annuleren.
Display Betekenis
USr User. Bewaart opgenomen uitvoeringen. (pg. 12, pg. 33)
Usr.
Het Ò.Ó in de display wijst er op dat er reeds opgenomen uitvoeringsmate-
riaal is. (pg. 12, pg. 33)
d. Demo song-nummer. (pg. 12, pg. 36)
P. Piano song-nummer. (pg. 12, pg. 36)
r. Rhythm nummer. (pg. 28)
dEL
Dit verschijnt wanneer u probeert een opgenomen song te wissen (pg. 37).
Het verschijnt eveneens na het opnemen van een song wanneer u een andere
song probeert te selecteren (pg. 14).
E.32
De hoeveelheid uitvoeringsinformatie is te groot en verder opnemen is niet
mogelijk.
E.40
Er werden te veel MIDI-gegevens tegelijkertijd verstuurd vanuit een MIDI
instrument en het toestel was niet in staat de gegevens te verwerken. Vermin-
der het aantal MIDI-gegevens dat naar de FP-3 wordt verstuurd.
E.41
Er deed zich een probleem voor zoals een losse MIDI-kabel of computerka-
bel. Zorg er voor dat MIDI-kabels en computerkabels correct zijn vastge-
haakt.
E.51
Er vond een systeemfout plaats. Probeer de procedure opnieuw uit te voeren.
Gelieve het dichtstbijzijnde Roland Service Center te raadplegen als deze
boodschap, zelfs na herhaaldelijke pogingen, steeds opnieuw blijft ver-
schijnen.
48
Toonlijst
Piano
1 Grand Piano 1*
2 Grand Piano 2*
3 Rock Piano
4 Honky-tonk
5 Upright Piano*
6 Harpsichord
* duidt een toon aan met meegaande resonantie (pg. 38).
E.Piano
1 Stage Rhodes
2 Dyno Rhodes
3 E.Piano
4 Suitcase
5 Wurly
6 Clavi
7 Vibraphone
8 Vibra Bell
Orgel
1 Jazz Organ*
2 Rock Organ
3 Full Organ*
4 Lower Organ*
5 Church Organ
6 Nason Flute 8Õ
* duidt een toon aan met rotary-effect (pg. 22).
Gitaar/Bas
1 Acoustic Guitar
2 Jazz Guitar
3 Acoustic Bass
4 Acoustic Bass + Cymbal
5 Fingered Bass
6 Thum Voice
Strijkers/Pad
1 Slow Strings
2 Strings
3 Warm JP Strings
4 Holy Voice
5 Sugar Key
6 Harp
Stemmen/Blazers
1 Jazz Scat
2 Rich Choir
3 Dreamy Choir
4 Alto Sax
5 Flute
6 Trumpet
7 Pop Drum Set
8 Vox Drum Set
ÒUitvoeringen met een groot gamma klankenÓ (pg. 16)
R&B Snare
Rock Snare
Rock Snare
Pop Snare m
Pop Snare Ghost
Pop Snare m
Finger Snap
707 Claps
Hand Clap [EXC7]
Hand Clap2 [EXC7]
Hand Clap
Pop Pedal HH [EXC1]
Hand Clap
Pop Snare Ghost
Pop Kick
Pop Kick
Pop Side Stick
Pop Sanre s
Pop Snare Ghost
Pop Snare s
Pop Low Tom f
Pop CHH 1 [EXC1]
Pop Low Tom
Pop CHH 2 [EXC1]
Pop Mid Tom f
Pop OHH [EXC1]
Pop Mid Tom
Pop High Tom f
Pop Crash Cymbal 1
Pop High Tom
Pop Ride Cymbal 1
Pop Chinees Cymbal
Pop Ride Bell
Tambourine 2
Splash Cymbal
Cha Cha Cowbell
Pop Crash Cymbal 2
Vibra-slap 2
Pop Ride Cymbal 2
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute Conga
High Conga 2
Low Conga 2
High Timbale 2
Low Timbale 2
High Agogo
Low Agogo
Shaker 3
Shaker 4
Short Hi Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Wood Block
Low Wood Block
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chime
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
R&B Snare
Rock Snare
Rock Snare
Pop Snare m
Pop Snare Ghost
Pop Snare m
Finger Snap
707 Claps
Hand Clap [EXC7]
Hand Clap2 [EXC7]
Hand Clap
Pop Pedal HH
Hand Clap
Vox Dut
Vox Dom
Vox Tuush
Vox Hehho
Vox Doyear
Vox Thu!
Vox That
Vox Aahhh
Vox Tu
Vox Dooh
Vox Ptu
Vox Down
Vox Pa
Vox Bom
Vox Toear
Vox Aahhu
Vox Toya
Vox Thu
Vox Cheey
Vox Cymm
Vox Tub
Vox Pruru
Vox Tut
Vox Tyun
Vox Tdum
Vox Afahhhh
High Bongo 2
Low Bongo 2
Mute Conga
High Conga 2
Low Conga 2
High Timbale 2
Low Timbale 2
High Agogo
Low Agogo
Shaker 3
Shaker 4
Short Hi Whistle [EXC2]
Long Low Whistle [EXC2]
Short Guiro [EXC3]
Long Guiro [EXC3]
Claves
High Wood Block
Low Wood Block
Mute Cuica [EXC4]
Open Cuica [EXC4]
Mute Triangle [EXC5]
Open Triangle [EXC5]
Shaker
Jingle Bell
Bar Chime
Castanets
Mute Surdo [EXC6]
Open Surdo [EXC6]
-----
27
28
29
31
33
35
30
32
34
21
23
22
39
40
41
43
45
47
42
44
46
36
38
37
87
88
84
86
85
51
52
53
55
57
59
54
56
58
48
50
49
63
64
65
67
69
71
66
68
70
60
62
61
75
76
77
79
81
83
78
80
82
72
74
73
C2
C3
C4
C5
C6
26
24
25
Pop Drum Set Vox Drum Set
Falamenco Hi-Timbale
Falamenco Lo-Timbale
Falamenco Tmbl Flam
Shekere 1
Shekere 2
Low Bongo Mute
-----
-----
-----
-----
-----
Falamenco HC
Falamenco HC
Bongo Cowbell
-----
Bongo Cowbell
-----
Falamenco Hi-Timbale
Falamenco Lo-Timbale
Falamenco Tmbl Flam
Shekere 1
Shekere 2
Low Bongo Mute
-----
-----
-----
-----
-----
Falamenco HC
Falamenco HC
Bongo Cowbell
-----
Bongo Cowbell
-----
89
91
93
95
90
92
94
99
100
101
103
105
102
104
96
98
97
C7
* ---: Geen klank.
* [EXC]: klinkt niet tegelijk met andere percussie
instrumenten van hetzelfde nummer.
49
Ritmelijst
Nr. Genre Naam
Aanbevolen
tempo
Slag
r01 Pop Cutting Guitar 1 90 ~ 120 4/4
r02 Pop Cutting Guitar 2 90 ~ 120 4/4
r03 Pop EP Pop 1 80 ~ 110 4/4
r04 Pop EP Pop 2 80 ~ 110 4/4
r05 Pop Acoustic Pop 1 80 ~ 110 4/4
r06 Pop Acoustic Pop 2 80 ~ 110 4/4
r07 Pop Piano Pop 1 85 ~ 115 4/4
r08 Pop Piano Pop 2 85 ~ 115 4/4
r09 Latin Bossa Nova 1 110 ~ 140 4/4
r10 Latin Bossa Nova 2 110 ~ 140 4/4
r11 Ballad Ballad 1 70 ~ 100 4/4
r12 Ballad Ballad 2 70 ~ 100 4/4
r13 Jazz Scat Swing 1 100 ~ 130 4/4
r14 Jazz Scat Swing 2 100 ~ 130 4/4
r15 Pop Country Pop 1 85 ~ 115 4/4
r16 Pop Country Pop 2 85 ~ 115 4/4
r17 Pop EP Pop 3 80 ~ 110 4/4
r18 Pop EP Pop 4 80 ~ 110 4/4
r19 Shufße Shufße 1 110 ~ 140 4/4
r20 Shufße Shufße 2 110 ~ 140 4/4
r21 Shufße Shufße 3 130 ~ 160 4/4
r22 Shufße Shufße 4 130 ~ 160 4/4
r23 Jazz Jazz 1 110 ~ 140 4/4
r24 Jazz Jazz 2 110 ~ 140 4/4
r25 Jazz Jazz 3 100 ~ 130 4/4
r26 Jazz Jazz 4 100 ~ 130 4/4
r27 Latin Beguine 1 90 ~ 120 4/4
r28 Latin Beguine 2 90 ~ 120 4/4
r29 Latin Mambo 1 90 ~ 120 4/4
r30 Latin Mambo 2 90 ~ 120 4/4
r31 Pop Funk Pop 1 90 ~ 120 4/4
r32 Pop Funk Pop 2 90 ~ 120 4/4
r33 Pop Funk Pop 3 90 ~ 120 4/4
r34 Pop Funk Pop 4 90 ~ 120 4/4
r35 Pop Hip Hop 1 80 ~ 110 4/4
r36 Pop Hip Hop 2 80 ~ 110 4/4
r37 Pop Easy Pop 1 100 ~ 130 4/4
r38 Pop Easy Pop 2 100 ~ 130 4/4
r39 Pop Cutting Guitar 3 90 ~ 120 4/4
r40 Pop Cutting Guitar 4 90 ~ 120 4/4
r41 Pop Fusion 1 85 ~ 115 4/4
r42 Pop Fusion 2 85 ~ 115 4/4
r43 Pop Contemporary 1 85 ~ 115 4/4
r44 Pop Contemporary 2 85 ~ 115 4/4
r45 Ballad Piano Ballad 1 50 ~ 80 4/4
r46 Ballad Piano Ballad 2 50 ~ 80 4/4
r47 Ballad Piano Ballad 3 75 ~ 105 4/4
r48 Ballad Piano Ballad 4 75 ~ 105 4/4
r49 Waltz Jazz Waltz 1 90 ~ 120 3/4
r50 Waltz Jazz Waltz 2 90 ~ 120 3/4
r51 Waltz Piano Waltz 1 85 ~ 115 3/4
r52 Waltz Piano Waltz 2 85 ~ 115 3/4
r53 Rock Gospel Shout 1 125 ~ 155 4/4
r54 Rock Gospel Shout 2 125 ~ 155 4/4
r55 Blues Boogie 1 145 ~ 175 4/4
r56 Blues Boogie 2 145 ~ 175 4/4
r57 Blues Blues 1 60 ~ 90 4/4
r58 Blues Blues 2 60 ~ 90 4/4
r59 Rock Rock 1 110 ~ 140 4/4
r60 Rock Rock 2 110 ~ 140 4/4
Nr. Genre Naam
Aanbevolen
tempo
Slag
ÒEen ritme selecterenÓ (pg. 28)
50
Lijst van akkoordenschemapatronen
Aanbevolen Rhythm-genre: All
Patroon 1
Aanbevolen Rhythm-genre: All
Patroon 2
Aanbevolen Rhythm-genre: Jazz
Patroon 3
Aanbevolen Rhythm-genre: Pop, Ballad
Patroon 4
Aanbevolen Rhythm-genre: Pop
Patroon 5
Aanbevolen Rhythm-genre: Ballad, Jazz
Patroon 6
C Am Dm7 G7
I VIm IIm7 V7
Am G F E7
Im VII VI V7
CM7 Am7 Dm7 G7
I M7 VIm7 IIm7 V7
Dm7 G7 CM7 Am7
IIm7 V7 I M7 VIm7
Dm7 G7 CM7 A7
IIm7 V7 I M7 VI7
C Bm7 Em7 Am
I VIIm7 IIIm7 VIm
F G Csus4 C
IV V I sus4 I
Dm7 G7 CM7 FM7
IVm7 V7 I M7 VIM7
Bm7b5 E7 Am7 A7
IIm7b5 V7 I m7 I 7
ÒHet akkoordenschema van een ritme selecterenÓ (pg. 30)
51
Lijst van akkoordenschemapatronen
Aanbevolen Rhythm-genre: Blues, Rock, Pop
Patroon 7
Aanbevolen Rhythm-genre: Jazz
Patroon 8
Aanbevolen Rhythm-genre: Latin, Pop
Patroon 9
C7 F7 C7
I 7 IV7 I 7
F7 C7
IV7 I 7
G7 F7 C7 G7
V7 IV7 I 7 V7
CM7 Cdim
I M7 I dim
Dm9 CM7
IIm9 I M7
CM7 Cdim
I M7 I dim
G7 Dm9
V7 IIm9
Dm9 G7 CM7
IIm9 V7 I M7
C Am7
I VIm7
Dm7 G7sus4
IIm7 V7sus4
52
Vingerzettinglijst van de akkoorden
symbool:duidt de samenstellende noten van de akkoorden aan.
symbool:akkoorden met een ÒÓ kunnen gespeeld worden door alleen de toets die is aangeduid met ÒÓ
aan te slaan.
ÒSpelen met een vastgelegd akkoordenschema in de linkerhand (Rhythm Split Play)Ó (pg. 31)
Cm7 ( 5 )
C C# D E E F
CM7 C#M7 DM7 E M7 EM7 FM7
C7 C#7 D7 E 7 E7 F7
Cm C#m Dm E m Em Fm
Cm7 C#m7 Dm7 E m7 Em7 Fm7
Cdim C#dim Ddim E dim Edim Fdim
Dm7 ( 5 ) Em7 ( 5 )
Caug C#aug Daug E aug Eaug Faug
Csus4 C#sus4 Dsus4 E sus4 Esus4 Fsus4
C7sus4 C#7sus4 D7sus4 E 7sus4 E7sus4 F7sus4
Fm7 ( 5 )E m7 ( 5 )C#m7 ( 5 )
C6 C#6 D6 E 6 E6
Cm6 Dm6 Em6
F6
Fm6
C#m6 E m6
53
Vingerzettinglijst van de akkoorden
F# G A A B B
F#M7 GM7 A M7 AM7 B M7 BM7
F#7 G7 A 7 A7 B 7 B7
F#m Gm A m Am B m Bm
F#m7 Gm7 A m7 Am7 B m7 Bm7
F#dim Gdim A dim Adim B dim Bdim
Gm7 ( 5 ) Am7 ( 5 ) Bm7 ( 5 )
F#aug Gaug A aug Aaug B aug Baug
F#sus4 Gsus4 A sus4 Asus4 B sus4 Bsus4
F#7sus4 G7sus4 A 7sus4 A7sus4 B 7sus4 B7sus4
B m7 ( 5 )A m7 ( 5 )F#m7 ( 5 )
G6
Gm6
A6A 6 B6
Bm6
B 6
B m6Am6A m6
F#6
F#m6
54
Interne songlijst
ÒInterne songs beluisterenÓ (pg. 12)
Song
Nr.
Song-titel Componist Copyright
d. 1 Jobs For The Boys J. Maul © 2000 John Maul
d. 2 Howz It Feel? S. Wilkie © 2000 Scott Wilkie (ASCAP)
d. 3 Bop on the Rock J. Maul © 1992 Roland Corporation
d. 4 YesterdayÕs Dream J. Maul © 1992 Roland Corporation
P. 1 Arabesque No. 1 in E-Major C. Debussy © 1994 Roland Corporation
P. 2 Gymnopedie No. 1 E. Satie © 1997 Roland Corporation
P. 3 GolliwogÕs Cakewalk C. Debussy © 1996 Roland Corporation
P. 4 Je Te Veux E. Satie © 1997 Roland Corporation
P. 5 ÒClair de luneÓ from ÒSuite BergamasqueÓ C. Debussy © 1990 Roland Corporation
P. 6 ÒPassepiedÓ from ÒSuite BergamasqueÓ C. Debussy © 1998 Roland Corporation
P. 7 Nocturne No. 2 in E-ßat Major, Op. 9-2 F. Chopin © 1993 Roland Corporation
P. 8 ÒTroika Drive: NovemberÓ from ÒThe Seasons,Ó Op. 37 P. Tchaikovsky © 1996 Roland Corporation
P. 9 Polonaise No. 6 in A-ßat Major ÒHŽro•que,Ó Op. 53 (Excerpt) F. Chopin © 1994 Roland Corporation
P.10 Piano Sonata No. 14 in C-sharp Minor, ÒMoonlightÓ 1st Movement L. v. Beethoven © 1998 Roland Corporation
P.11 Rhapsody No. 2, Op. 79 J. Brahms © 1998 Roland Corporation
P.12 Nocturne No. 5 in F-sharp Major, Op. 15-2 F. Chopin © 1990 Roland Corporation
P.13 Mazurka No.5 in B-ßat Major, Op. 7-1 F. Chopin © 1995 Roland Corporation
P.14 ÒDoctor Gradus Ad ParnassumÓ from Suite ÒChildrenÕs CornerÓ C. Debussy © 1995 Roland Corporation
P.15 Turkish March, Op.113 L. v. Beethoven © 1996 Roland Corporation
P.16 Etude Op. 25-1 in A-ßat Major ÒThe Shepherd BoyÓ F. Chopin © 1995 Roland Corporation
P.17 Etude No. 5 in G-ßat Major ÒBlack Keys,Ó Op. 10-5 F. Chopin © 1990 Roland Corporation
P. 18 Fantasie-Impromptu Op.66 F. Chopin © 1994 Roland Corporation
P.19 Valse No. 1 in E-ßat Major, Op. 18 ÒGrand Valse BrillanteÓ F. Chopin © 1998 Roland Corporation
P.20 Valse No. 6 in D-ßat Major, Op. 64-1 ÒPetit ChienÓ F. Chopin © 1990 Roland Corporation
P.21 Valse No. 2 in A-ßat Major, Op.34-1 ÒValse BrillanteÓ F. Chopin © 1994 Roland Corporation
P.22 Valse No. 7 in C-sharp Minor, Op. 64-2 F. Chopin © 1996 Roland Corporation
P.23 Rondo Brillante ÒAufforderung Zum TanzÓ in D-ßat Major, Op. 65 C. M. v. Weber © 1994 Roland Corporation
P.24 Slavonic Dance No. 10, Op. 72-2 © 1998 Roland Corporation
P.25
Menuet in G Major, BWV. Anh. 114 from ÒNotebook Of Anna
Magdalena BachÓ
J. S. Bach © 1992 Roland Corporation
P.26 Bagatelle ÒFŸr EliseÓ WoO. 59 L. v. Beethoven © 1994 Roland Corporation
P.27
12 Variationen †ber Ein Franzšsisches Lied ÒAh, Vuos Dirai-Je,
Maman,Ó K. 265
W. A. Mozart © 1994 Roland Corporation
P.28
Turkisch March (Piano Sonate No. 11 in A Major, 3rd Movement
ÒAlla TurcaÓ)
W. A. Mozart © 1994 Roland Corporation
P.29 Salut DÕAmour Op. 12 E. Elgar © 1996 Roland Corporation
P.30 A MaidenÕs Prayer T. Badarzewska © 1996 Roland Corporation
A. Dvor‡k
55
Interne songlijst
* Alle rechten voorbehouden. Ongeoorloofd gebruik van dit materiaal voor andere doeleinden dan
privŽdoeleinden en persoonlijk gebruik vormt een inbreuk op de toepasselijke wetten.
* Er worden geen gespeelde gegevens van de interne songs uitgestuurd via de MIDI OUT-connector.
Profiel
P.31 Spinnerlied Op. 14-4 A. Ellmenreich © 1994 Roland Corporation
P.32 ÒBerceuseÓ from ÒDolly,Ó Op. 56 G. FaurŽ © 1995 Roland Corporation
P.33 3-Romances Sans Paroles No. 3, Op. 17 G. FaurŽ © 1996 Roland Corporation
P.34 ÒGavotteÓ from Opera ÒRosineÓ F. Gossec © 1996 Roland Corporation
P.35 ÒAriettaÓ from ÒLyric Pieces, Volume 1Ó Op. 12-1 E. Grieg © 1996 Roland Corporation
P.36 Invention No. 4 in D Minor, BWV. 775 J. S. Bach © 1998 Roland Corporation
P.37 Invention No. 13 in A-Minor J. S. Bach © 1997 Roland Corporation
P.38 Invention Three-Part (Sinfonia) No. 12 in A Major, BWV. 798 J. S. Bach © 1998 Roland Corporation
P.39 1st Mov. from Sonatina Op. 20 No. 1 in C-Major F. Kuhlau © 1996 Roland Corporation
P.40 No. 14 ÒLa StyrienneÓ from Ò25 Easy StudiesÓ Op. 100 F. Burgmuller © 1992 Roland Corporation
P.41 Harmonious Blacksmith G. Handel © 1996 Roland Corporation
P.42 La Cinquantaine G. P. Marie © 1996 Roland Corporation
P.43 Blumenlied G. Lange © 1996 Roland Corporation
P.44 On Wings Of Song F. Mendelssohn © 1996 Roland Corporation
P.45 ÒFrŸhlingsliedÓ from ÒLieder Ohne Worte Heft 5,Ó Op. 62-6 F. Mendelssohn © 1996 Roland Corporation
P.46 Moment musicaux No. 3, Op. 94-3 F. Schubert © 1994 Roland Corporation
P.47 Military March No. 1, Op. 51-1 F. Schubert © 1998 Roland Corporation
P.48 ÒFršhlicher LandmannÓ from ÒAlbum FŸr Die JugendÓ Op. 68 R. Schumann © 1996 Roland Corporation
P.49
ÒGrande RitournelleÓ from ÒLa Belle Excentrique (Fantaisie
Serieuse)Ó
E. Satie © 1997 Roland Corporation
P.50 ÒTrŠumereiÓ from ÒScenes From ChildhoodÓ Op. 15 R. Schumann © 1997 Roland Corporation
John Maul Scott Wilkie
John Maul is een muzikant, componist en arrangeur, afgestudeerd aan de
Royal Academy of Music in London. Het werk van John omvat studio-
opnamen en live-uitvoeringen, waaronder werken met top jazz-artiesten
van het Verenigd Koninkrijk.
Hij schreef onder andere commerci‘le muziek voor de BBC radio en tele-
visie, evenals jazz- en klassieke werken.
Terwijl hij vroeger als product-specialist werkte voor Roland U.K., is John
nu actief betrokken bij het componeren en programmeren van muzieksoft-
ware voor zowel Roland Japan als voor verschillende muziekuitgevers.
Zeer recent verscheen zijn boek ÒMusical Picture BookÓ een werk met
originele pianomuziek over alle standaarden van muzikaal vermogen, met
piano- en orchestrale begeleiding in SMF-formaat.
Scott Wilkie is een hedendaagse jazz
opnameartiest en is gevestigd in Zuid-Cali-
fornia. Hij bracht verschillende platen uit bij
NaradaJazz Records en gaat regelmatig op
reis met zijn eigen groep. Hij treedt voor
Roland ook overal ter wereld op als artiest.
U vindt hem on-line op
www.scottwilkie.com.
Song
Nr.
Song-titel Componist Copyright
56
Lijst met handige toetsencombinaties
Nr. U wil Knoppen Pagina
Houd de [Song] knop ingedrukt en druk op de [] knop.
Volumebalans tussen de hoge en lage toon
[Song] + [Split] pg. 20
Octave Shift
[Song] + [Piano] pg. 39
Pedaalwerking
[Song] + [E.Piano] pg. 38
Hoe de pedaalwerking wordt toegepast
[Song] + [Organ] pg. 39
MIDI send kanaalinstellingen
[Song] + [Guitar/Bass] pg. 43
MIDI Out-modus
[Song] + [Strings/Pad] pg.44
Master Tuning
[Song] + [Voice/Winds] pg. 40
Local Control
[Song] + [Tempo/Rhythm] pg. 43
Volumebalans tussen het klavier en Rhythm
[Song] + [Drums] pg. 32
Alleen de basklank van de chord part spelen
[Song] + [Chord] pg. 27
Slagpatroon van de metronoom
[Song] + [Metronome] pg. 41
All Song Play
[Song] + [Play] pg. 12
De opgenomen uitvoering wissen
[Song] + [Rec] pg. 37
Een stemming selecteren
De grondnoot bepalen
[Song] + [Chorus]
+ key
pg. 40
Aanslag van de toetsen
[Song] + [Reverb] pg. 21
Houd de [ ] knop ingedrukt en druk op de [-] of [+] knop.
Metronoomslag
[Tempo/Rhythm] + [-] [+] pg. 26
Metronoomvolume
[Metronome] + [-] [+] pg. 26
Een akkoordenschemapatroon selecteren
De grondtoon van het beginakkoord bepalen
[Chord] + [-] [+]
+ key
pg. 30
Diepte van het chorus-effect
[Chorus] + [-] [+] pg. 22
Diepte van het reverb-effect
[Reverb] + [-] [+] pg. 23
Resonantieniveau van het rechterpedaal
[Reverb] + [Chorus] + [-] [+] pg. 38
Houd de [Split] of [Song] knop ingedrukt en druk op de toets.
Splitpunt
[Split] + key pg. 19
Key Transpose
[Song] + key pg. 24
1
2
3
8
1
2 3 4 5
6
9 10 11 12 13 14 15
4 5 6 7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
1
2
3
4
5
6
57
Functie...
Basic
Channel
Mode
Note
Number :
Velocity
After
Touch
Pitch Bend
Control
Change
Prog
Change
System Exclusive
System
Common
System
Real Time
Aux
Message
Notes
Verzonden Herkend Opmerkingen
Default
Changed
Default
Messages
Altered
True Voice
Note ON
Note OFF
Key s
Ch s
0, 32
7
10
11
64
66
67
91
93
: True Number
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
: Clock
: Commands
: All sound off
:
Reset all controllers
: Local Control
: All Notes OFF
: Active Sense
: Reset
1
1
16
Mode 3
x
O
x 8n v=64
15—113
x
x
x
O
x
x
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O
O (Reverb)
O (Chorus)
O 0—37, 63
**************
O
x
x
x
O
x
x
x
x
x
O
x
1—16
1—16
Mode 3
Mode 3, 4(M=1)
O
x
0—127
0—127
O
O
O
O
0—37, 63
O
x
x
x
x
x
O (120, 126, 127)
O
O
O (123—125)
O
x
Bank select
Volume
Panpot
Expression
Hold 1
Sostenuto
Soft
Effect1 depth
Effect3 depth
* 1 O x is selectable by SysEx.
* 2 Recognized as M=1 even if M=1.
* 3 Not transmitted when MIDI Out Mode (p. 44) is set to 2.
DIGITALE PIANO
Model FP-3
Datum : 1/10/ 2000
VersiE : 1.00
MIDI-implementatiekaart
**************
**************
Mode 1 : OMNI ON, POLY
Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO
Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes
X : No
* 2
Program number 1—38, 64
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*1
*3
*3
*3
*3
*1
*1
MIDI
Implementati
on
58
Hoofdkenmerken
<Klavier>
88 toetsen (Progressief hameractiemechanisme)
Aanslaggevoeligheid
Licht/normaal/zwaar/vast
Klaviermodus
Volledige
Dual
Split (aanpasbaar splitpunt)
<Klankbron>
Max.polyfonie
64 stemmen
Tonen
6 groepen, 40 variaties (2 drumsets inbegrepen)
Effecten
Reverb (10 niveaus)
Chorus (10 niveaus)
Meegaande resonantie (10 niveaus)
Rotary
Transponeren
-6 tot +5 (stappen van een halve toon)
Stemming
7 soorten, selecteerbare tonica
Master Tuning
415.3 Hz tot 466.2 Hz (stappen van 0.1 Hz)
<Rhythm>
Ritmes
60 ritmes
Akkoordenschema
Automatisch of ingegeven op het klavier
<Opnemen>
Metronoom
Slag: 2/2,0/4,2/4,3/4,4/4,5/4, 6/4,7/4,3/8,6/8,9/8,12/8
Volume: 10 niveaus
Patroon: 11 patronen
Sporen
3 sporen
Song
1 song
Tempo
Vierde noot = 20 tot 250
Resolutie
120 tikken per vierde noot
<Andere>
Display
LED met 7-segmenten en 3 cijfers
Connectoren
Line Out jacks (L/Mono, R)
Line In jacks (L/Mono, R)
Jack van de hoofdtelefoon x 2 (Stereo Mini)
MIDI-connectoren (In/Out)
Pedaal-jacks (rechter-, linkerpedaal, sostenuto- en
expressiepedaal)
Stroomtoevoer
DC 9 V
Energieverbruik
1.000 mA
Afmetingen
1,291 (W) x 302 (D) x 124(H) mm
50-7/8(W) x 11-15/16 (D) x 4-15/16(H) inch
Gewicht
18.5 kg / 40 lbs 13 oz
Toebehoren
Gebruikershandleiding
AC-adaptor
AC-snoer
Muziekstandaard/2 schroeven voor de muziekstandaard
Audio-kabel
Pedaal (DP-6)
Omslag
* In het belang van productverbetering is het mogelijk dat de
specificaties en/of het uitzicht van dit toestel veranderd worden
zonder voorafgaandelijke verwittiging.
59
Index
A
Aansluiting ....................................................................... 8
AC-adaptor ...................................................................... 9
Akkoord .......................................................................... 52
Akkoordenschema
Akkoorden specifi‘ren ............................................ 31
Automatisch ............................................................. 26
Patronen selecteren ................................................. 30
Akkoordpartij .......................................................... 25, 26
All Song Play .................................................................. 12
B
Beat .................................................................................. 24
C
Chord Part ................................................................ 25, 26
Bass ............................................................................ 27
Chorus-effect .................................................................. 20
Diepte veranderen ................................................... 20
CommandoÕs .................................................................. 47
D
Damper ........................................................................... 10
Display ............................................................................ 47
DP-6 ................................................................................. 10
Drum-part ................................................................ 25, 26
Dual Play ........................................................................ 15
E
Expressiepedaal ......................................................... 8, 38
F
Fill In ............................................................................... 28
H
Helderheid ..................................................................... 11
Hoofdtelefoon ................................................................ 11
I
Interne song ................................................................... 12
Opnemen ....................................................................36
Interne songlijst ............................................................. 54
K
Key Transpose ............................................................... 22
Klavieraanslag (Key Touch) ........................................ 19
L
Lijst met handige toetsencombinaties ........................ 56
Lijst van akkoordenschemapatronen ......................... 50
Line Out ............................................................................ 9
Linkerpedaal .........................................................8, 10, 38
Local Control .................................................................. 43
Lower-toon ............................................................... 15, 16
M
Master Tuning ................................................................ 40
Meegaande resonantie ............................................ 10, 38
Meegeleverde pedaal .................................................... 10
Metronoom ..................................................................... 23
Slagpatroon ............................................................... 41
Volume ...................................................................... 24
MIDI ................................................................................ 42
MIDI-toestel ................................................................... 42
MIDI In/Out .................................................................. 42
MIDI Out-modus ........................................................... 44
MIDI-verzendkanaal ..................................................... 43
MIDI-klankmodule ....................................................... 42
Muziekstandaard ............................................................ 9
O
Octave Shift .................................................................... 39
Opnemen ........................................................................ 33
Geselecteerde sporen ............................................... 36
Samen met interne songs ........................................ 36
Uitvoering met Rhythm .......................................... 34
Uitvoering met Rhythm in Split Play ................... 35
P
Pedaal .................................................................. 10, 38, 39
Pitch ................................................................................. 40
Playback
Alle songs .................................................................. 12
Elke partij afzonderlijk ............................................ 13
Interne song .............................................................. 12
R
Rechterpedaal ...................................................... 8, 10, 38
Resonantie ...................................................................... 38
Reverb-effect .................................................................. 21
De diepte veranderen .............................................. 21
Ritme ................................................................... 25, 26, 28
Rhythm ............................................................... 25, 26, 28
Ritmelijst.......................................................................... 49
Rotary-effect ................................................................... 20
60
Index
S
Sequencer ....................................................................... 42
Session Partner .............................................................. 25
Slag .................................................................................. 24
Sostenuto-pedaal ........................................................... 38
Split Play ......................................................................... 16
Ritme ......................................................................... 31
Splitpunt ......................................................................... 17
Spoorknop
Opnemen ............................................................ 36, 37
Standaard toonhoogte .................................................. 40
Stemming ........................................................................ 40
Stroom ............................................................................. 10
T
Tempo ....................................................................... 23, 29
Toonhoogte .................................................................... 40
Toon ................................................................................ 14
Toongroep ...................................................................... 14
Toonlijst .......................................................................... 48
Track Button
Opnemen ............................................................ 36, 37
Track-knop ..................................................................... 13
Transponeren ................................................................. 22
Problemen oplossen ...................................................... 45
Tuning ............................................................................. 40
U
Uitzetten ......................................................................... 13
Upper-toon ............................................................... 15, 16
V
Vingerzettinglijst van de akkoorden .......................... 52
Volume ............................................................................ 11
Metronoom ............................................................... 24
Volumebalans
Klavier en Ritme ...................................................... 32
Lage toon en hoge toon .......................................... 18
W
Werkingslijst .................................................................. 56
Wissen ............................................................................. 37
MEMO
Informatie
ARGENTINA
BRAZIL
CANADA
MEXICO
PANAMA
U. S. A.
VENEZUELA
AUSTRALIA
NEW ZEALAND
HONG KONG
CHINA
INDIA
INDONESIA
MALAYSIA
PHILIPPINES
SINGAPORE
TAIWAN
THAILAND
BAHRAIN
VIETNAM
ISRAEL
JORDAN
KUWAIT
LEBANON
QATAR
SAUDI ARABIA
SYRIA
TURKEY
U.A.E.
EGYPT
REUNION
SOUTH AFRICA
CYPRUS
DENMARK
FRANCE
FINLAND
GERMANY
GREECE
HUNGARY
IRELAND
ITALY
NORWAY
POLAND
PORTUGAL
RUSSIA
SPAIN
SWITZERLAND
SWEDEN
UKRAINE
UNITED KINGDOM
KOREA
AUSTRIA
BELGIUM/HOLLAND/
LUXEMBOURG
AFRICA
CHILE
URUGUAY
EUROPE
AUSTRALIA/
NEW ZEALAND
ASIA
CENTRAL/LATIN
AMERICA
NORTH AMERICA
MIDDLE EAST
AFRICA
EL SALVADOR
ROMANIA
PARAGUAY
PERU
COSTA RICA
For the USA
FEDERAL COMMUNICATIONS COMMISSION
RADIO FREQUENCY INTERFERENCE STATEMENT
This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the
FCC Rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential
installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy and, if not installed and used in
accordance with the instructions, may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee
that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or
television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the
interference by one or more of the following measures:
— Reorient or relocate the receiving antenna.
— Increase the separation between the equipment and receiver.
— Connect the equipment into an outlet on a circuit different from that to which the receiver is connected.
— Consult the dealer or an experienced radio/TV technician for help.
Unauthorized changes or modification to this system can void the users authority to operate this equipment.
This equipment requires shielded interface cables in order to meet FCC class B Limit.
Dit product voldoet aan de eisen van de Europese richtlijn 89/336/EEC.
Voor landen van de EG
For Canada
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing Equipment Regulations.
Cet appareil num rique de la classe B respecte toutes les exigences du R glement sur le mat riel brouilleur du Canada.
NOTICE
AVIS
050301-HS ’00-10-A3-11N
12

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Roland FP-3 wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info