1. T rek aan de grijze stoffen lus
16
om beide vergrendelingsarmen
17
uit te trekken tot u een klikgeluid
hoort dat aangeeft dat deze vol-
ledig zijn uitgeschoven.
2. Neem de T op T ether
14
uit het
compartiment voor de gebruiks-
aanwijzing
15
en leg deze over
het autokinderzitje.
3. Plaats het autokinderzitje in de
rijrichting op de autostoel.
4. Grijp het autokinderzitje met beide
handen vast en schuif de twee
vergrendelingsarmen
17
stevig in
de bevestigingspunten
02
tot de
vergrendelingsarmen borgen met
een klikgeluid aan beide zijden.
Opgelet: De vergrendelingsar-
men zijn alleen correct geborgd
wanneer beide ISOFIX indicato-
ren
12
helemaal groen zijn.
5. Druk het autokinderzitje met een
behoorlijke kracht zo ver terug als
mogelijk is.
6. Schud aan het autokinderzitje om
zeker te zijn dat deze goed is
vastgemaakt en controleer op-
nieuw de ISOFIX indicatoren
12
om zeker te zijn dat beiden geheel
groen zijn.
10. Span de T op T ether
14
tot de
spannings indicator
27
groen
wordt en de T op T ether
14
strak
gespannen staat.
V oor de veiligheid van alle passagiers
In geval van een noodstop of een ongeval, kunnen personen of objecten die niet goed vastzitten in de auto letsel veroorzaken aan andere
passagiers. Controleer daarom altijd, dat...
• de rugleuningen van de autostoelen zijn vergrendeld (bijv . dat de grendel van een inklapbare rugleuning is vergrendeld).
• alle zware of scherpe objecten (bijv . op de hoedenplank) zijn vastgezet.
• alle personen in de auto hun veiligheidsgordels hebben omgedaan.
• het autokinderzitje vastzit in de auto via de ISOFIX verankering en de T op T ether , zelfs wanneer er geen kind in het zitje zit
.
V oor de veiligheid van uw kind
• Hoe steviger de gordels passen over het lichaam van uw kind, hoe veiliger uw kind zal zijn.
• Laat uw kind nooit zonder toezicht achter in het autokinderzitje in de auto.
V oorbereidende werkzaamheden
1. W anneer uw auto niet met de ISOFIX vergrendelingsarmgeleiders
standaard is uitgevoerd, klik dan de twee armgeleiders
02
die met
het zitje* zijn meegeleverd met de opening naar boven op de twee
ISOFIX bevestigingspunten
01
van uw auto.
TIP: De ISOFIX bevestigingspunten bevinden zich tussen het zitvlak
en de rugleuning van de autostoel.
2. Zet de hoofdsteun op de autostoel in de bovenste stand.
* De armgeleiders vergemakkelijken het installeren van het autokinderzitje met behulp
van de ISOFIX bevestigingspunten en voorkomen schade aan de bekleding. Indien niet
gebruikt, moeten deze worden weggenomen en veilig worden opgeborgen. In auto's
met een inklapbare rugleuning moeten de armgeleiders worden verwijderd voordat de
rugleuning wordt ingeklapt.
W anneer problemen optreden worden deze over het algemeen veroorzaakt door
vervuiling of vreemde objecten in de armgeleiders en de haken. Om dit soort problemen
op te lossen moeten vervuiling of vreemde objecten worden verwijderd.
7. Neem de T op T ether
14
en druk
de metalen tong
28
weg van de
gordel om de gordel op lengte te
brengen en trek de T op T ether
14
aan de borghaak
26
tot deze een
V -vorm heeft.
8. Plaats de T op T ether
14
aan de
linker- en rechterkant langs de
hoofdsteun.
9. Haak de borghaak
26
in het an-
kerpunt voor de T op T ether zoals
aanbevolen in het instructieboek
van uw auto.
13. T rek de schoudergordels
07
naar
een kant en plaats de twee gren-
dels
21
in de gordelhouder
04
.
14. Zorg ervoor dat het slot
05
naar
voren licht en plaats uw kind in
het autokinderzitje.
15. Leg de schoudergordels
07
over
de schouders van uw kind.
Opgelet: De schoudergordels
07
mogen niet zijn gedraaid of
verwisseld.
Opgelet: Controleer of het au-
tokinderzitje correct is bevestigd.
11 . Druk op de instelknop
08
en trek
tegelijkertijd beide schoudergor-
dels
07
naar voren.
Opgelet: T rek niet aan de
schouderkussentjes
06
.
12. Open het gordelslot
05
(druk op de rode knop).
• Gebruik op de achterbank:
zet de voorstoel ver genoeg naar voren zodat de voeten van uw kind niet de rugleuning van de voorstoel raken (om letselgevaar te voorkomen).
• Het autokinderzitje kan heet worden in direct zonlicht. Opgelet: De kinderhuid is gevoelig en kan ook gewond raken. Bescherm het kinderzitje
tegen intensief direct zonlicht wanneer het niet wordt gebruikt.
• Laat kinderen alleen aan de trottoirzijde de auto in- en uitstappen.
• Maak tijdens langere reizen voldoende stops zodat uw kind de gelegenheid krijgt rond te rennen en te spelen.
Om uw auto te beschermen
Bepaalde autostoelbekleding die is gemaakt van meer gevoelig materiaal (bijv . velours, leder , enz.) kan slijtageplekken gaan vertonen bij
gebruik van kinderzitjes. V oor een optimale bescherming van uw stoelbekleding, adviseren wij u BRIT AX RÖMER Car Seat Protector te
gebruiken, leverbaar als accessoire.
20. T rek aan de instelgordel
09
tot
de gordels vlak liggen, dicht
op het lichaam van uw kind.
Opgelet: T rek de instel-
gordel naar voren.
Opgelet: De heupgordels
28
moeten zo laag mogelijk op
de heupen van uw kind worden
geplaatst.
19. Neem de twee gordelgrendels
21
en zet deze vast voordat ze in het
gordelslot
05
worden geplaatst;
dit moet een klikkend geluid
veroorzaken.
Een goed ingestelde hoofdsteun
03
waarborgt optimale bescherming
voor uw kind in het autokinderzitje:
De hoofdsteun
03
moet zodanig wor-
den ingesteld dat de schoudergor-
dels
07
op hetzelfde niveau liggen
als de schouders van uw kind of iets
daarboven.
17. T rek de instelring van de
hoofdsteun
13
naar boven.
18. Beweeg de hoofdsteun
03
naar
de juiste schoudergordelhoogte
en controleer dat deze goed
vastzit door de hoofdsteun
03
iets
naar beneden te schuiven.
Controleer voor de veiligheid van uw kind voor iedere autorit dat...
• het autokinderzitje vastzit aan beide zijden met de ISOFIX vergrendelingsarmen
17
in de ISOFIX bevestigingspunten
01
an dat beide
ISOFIX indicatoren
12
volledig groen zijn;
• het autokinderzitje goed is vastgezet;
• de T op T ether
14
strak is gespannen over de rugleuning van de autostoel een dat de spanningsindicator
27
groen is;
• de gordels van het autokinderzitje dicht tegen het lichaam van het kind aan liggen, zonder dat het kind teveel in de bewegingen wordt
beperkt;
• de schoudergordels
07
correct zijn ingesteld en de gordels niet zijn verdraaid;
• de schouderkussentje
06
in de juiste positie zitten op het lichaam van uw kind;
• de grendels
21
vastzitten in het gordelslot
05
.
Opgelet: W anneer uw kind probeert de grijze ISOFIX vergrendelingsknoppen
11
of het gordelslot
05
te openen, stop dan direct bij de eerste
gelegenheid. Controleer of het autokinderzitje nog correct vastzit en waarborg dat uw kind goed is beveiligd. V ertel uw kind van de mogelijke
gevaren.
V erwijderen van het autokinderzitje met ISOFIX.
1. Maak de T op T ether los
14
.
2. Maak de borghaak
26
los van het ankerpunt en let de T op T ether
14
naar voren over het autokinderzitje
3. Druk op de grijze ISOFIX ontgrendelingsknoppen aan de linker- en rechterkant van de zitkuip
18
.
De ISOFIX vergrendelingsarmen
17
zullen loskomen en de twee ISOFIX indicatoren
12
zullen rood worden.
4. T rek het zitje naar voren en berg de T op T ether
14
op in het compartiment voor de gebruiksaanwijzing
15
.
5. Schuif de ISOFIX vergrendelingsarmen
17
terug in de zitkuip
18
.
Er klinkt een ratelend geluid wanneer de vergrendelingsarmen worden teruggeduwd.
TIP: De vergrendelingsarmen zijn beschermd tegen beschadiging wanneer deze zijn teruggeduwd in het onderstel van de zitting.
Opgelet: Neem het autokinderzitje uit de auto. Het autokinderzitje mag nooit in de auto worden getransporteerd wanneer het niet goed vastzit.
INST ALLA TIE
Neem r ustig de tijd om deze instr ucties zorgvuldig door te le zen en be waar de dez e altijd in het daarvoor bedoelde compartiment in het k inderzitje .
Klik!
Klik!
02
01
16
17
14
15
12
12
14
28
26
14
14
27
07
08
06
04
21
07
03
03
13
21
05
09
28
A
B
C
D
E
F
N
M
L
K
J
I
H
G
05