NL
* Afhankelijk van het model: het gaat om modelspecifieke voorzieningen of als optie verkrijgbare accessoires.
• Werp het microfilter* (12) in de vuilnisemmer - fig. 33c en vervang het door een nieuw microfilter (REF. ZR0046 01).
• Plaats het nieuwe microfilter* (12) op het beschermrooster van de motor (11).
• Plaats de nokjes van het beschermrooster van de motor (11) in de uitsparingen van het compartiment voor
het stofcarter (7) - fig. 33d.
• Vergrendel het beschermrooster van de motor (11) - fig. 33e.
• Vergewis u van de juiste plaatsing van het microfilter* (12) en het beschermrooster van de motor (11) voordat u het
deksel (8) weer sluit.
DE STOFZUIGER REINIGEN
• Veeg het lichaam van het apparaat en de accessoires met een zachte vochtige doek af en droog ze daarna.
• Veeg het deksel met een droge doek af - fig. 34.
• Gebruik geen schurende of bijtende schoonmaakmiddelen.
6. STORINGEN VERHELPEN
Belangrijk: Zodra uw stofzuiger minder goed functioneert en voordat u iets controleert, de stofzuiger
uitzetten door op het aan/uit pedaal te drukken.
INDIEN UW STOFZUIGER NIET START
• Het apparaat krijgt geen stroom: zorg ervoor dat het apparaat op juiste wijze aangesloten is.
INDIEN UW STOFZUIGER GEEN ZUIGKRACHT HEEFT
• Een accessoire of de slang (19) is verstopt: ontstop het accessoire of de slang (19).
• Controleer of het stofcarter (13) op zijn plaats zit en goed gemonteerd werd.
• Het deksel zit niet goed dicht: controleer plaatsing van het stofcarter (13) en sluit het deksel (8) weer.
INDIEN UW STOFZUIGER MINDER ZUIGKRACHT HEEFT, VREEMDE GELUIDEN MAAKT OF FLUIT
• Een accessoire of de slang is deels verstopt: ontstop het accessoire of de slang (19).
• Het stofcarter is vol: leeg dit (zie hoofdstuk REINIGING EN ONDERHOUD).
• Het filtersysteem is verzadigd: reinig de HEPA filtercassette(14) (zie hoofdstuk REINIGING EN ONDERHOUD).
Indien het probleem niet is opgelost vervangt u het filtersysteem (zie hoofdstuk REINIGING EN ONDERHOUD).
• De elektronische vermogensregelaar (3) staat in de min stand: verhoog het vermogen met behulp van de elektroni-
sche vermogensregelaar (behalve indien u delicate stoffen zuigt).
• De mechanische vermogensregelaar staat open: sluit de mechanische vermogensregelaar op de steel.
• Controleer plaatsing van het stofcarter (13) in het stofcarter compartiment (7).
INDIEN HET DEKSEL NIET SLUIT
• Controleer plaatsing van het stofcarter (13) in het stofcarter compartiment (7).
INDIEN HET MOEILIJK IS DE ZUIGMOND TE VERPLAATSEN
• Open de mechanische vermogensregelaar op de steel of verminder het vermogen.
• Controleer of de stand (borstel in / borstel uit) van de zuigmond voor alle ondergronden (22) overeenkomt met de te
reinigen ondergrond.
INDIEN HET SNOER NIET GEHEEL OPROLT
• Het snoer wordt bij het binnen komen belemmerd: trek het snoer weer uit en druk op de oprolknop van het snoer (4).
ALS UW STOFZUIGER TIJDENS HET ZUIGEN UITSCHAKELT
• Het beveiligingssysteem tegen oververhitting is ingeschakeld. Controleer of de buis en de slang niet verstopt zijn en of
de stofzak en de filters niet vol zijn. Laat de stofzuiger 30 minuten afkoelen, voordat u hem weer inschakelt.
Indien een probleem blijft bestaan, vertrouwt u uw stofzuiger aan het dichtstbijzijnde Erkende Rowenta Service Center
toe. Kijk in de lijst met Erkende Rowenta Service Centers of neem contact op met de klantenservice van Rowenta.
