24
ALGEMENE WAARSCHUWINGEN
VEILIGHEIDS- EN ONGEVALPREVENTIEVOORSCHRIFTEN
De veiligheids- en ongevalpreventievoorschriften staan in het boekje
"VEILIGHEIDSADVIEZEN" dat bij dit boekje hoort; in de gebruik-
saanwijzing staat extra informatie die alleen betrekking heeft op het
specifieke gebruik van de machine. De gereedschappen mogen nooit
in werking gesteld worden zonder dat de veiligheidsvoorzieningen ge-
monteerd zijn. Alvorens de machine in te schakelen moet erop gelet
worden dat men de machine stevig vast heeft en dat de machine geen
contact maakt met het werkoppervlak. De machine moet altijd met ge-
monteerde beschermkap werken. De slijpstenen moeten juist gemon-
teerd en vastgezet zijn. Men moet zich ervan verzekeren dat de gedu-
rende de bewerking ontstane vonken geen gevaar kunnen opleveren
voor mensen of brandbare stoffen. Tijdens het gebruik kan er stof ont-
staan dat schadelijk is voor de gezondheid: bescherm de luchtwegen
met middelen die aan de wettelijke voorschriften voldoen en neem de
veiligheidsvoorschriften in acht die voor het materiaal dat bewerkt
wordt gelden. Tijdens het gebruik van het gereedschap kunnen er
stukken van de slijpschijf of van het materiaal dat bewerkt wordt af
springen die ernstig letsel aan personen of schade aan voorwerpen
kunnen veroorzaken: vergeet niet om altijd alle PBM's (persoonlijke be-
schermingsmiddelen, zoals werkhandschoenen, gehoorbeschermers,
een veiligheidsbril enz.) die door de geldende wettelijke normen voor-
geschreven worden te gebruiken om de mogelijkheid van ongelukken
te voorkomen of te beperken.
Let op! Het gereedschap blijft na het uitzetten nog enkele seconden
werken!
GEBRUIK IN OVEREENSTEMMING MET DE VOORZIENE
GEBRUIKSDOELEINDEN
Controleer voor gebruik dat de werkeigenschappen van de slijpstenen
of van de frezen compatibel zijn met die van het werktuig en dat ze niet
stuk of versleten zijn. Controleer dat de slijpstenen of de frezen zorgvul-
dig gemonteerd, behandeld en bewaard zijn zoals aangegeven door
de fabrikant. Gebruik geen aanpassingssysteem voor frezen met ande-
re dan gespecificeerde hakken. Gebruik de snijkant van de slijpsteen
niet als slijpmachine. De machines mogen niet in een vochtige omge-
ving werken. Er moet gecontroleerd worden of het materiaal dat
bewerkt moet worden voldoende bevestigd is. In geval van gebruik
voor doeleinden waarvoor de machine niet bestemd is, neemt de ge-
bruiker alle verantwoordelijkheid op zich voor eventuele schade en on-
gelukkene ceerde hakken. Gebruik de snijkant van de slijpsteen niet
als slijpmachine. De machines mogen niet in een vochtige omgeving
werken. Er moet gecontroleerd worden of het materiaal dat bewerkt
moet worden voldoende bevestigd is. In geval van gebruik voor doelein-
den waarvoor de machine niet bestemd is, neemt de gebruiker alle ve-
rantwoordelijkheid op zich voor eventuele schade en ongelukken.
TECHNISCHE GEGEVENS
NEDERLANDS
24
MODELLO
LUCHTDRUK bar
LUCHTVERBRUIK l/min.
TOERENTAL t.p.m.
SLIJPSCHIJFDIAMETER
SCHROEFDRAAD SLIJPSCHIJFAS
GEWICHT Kg
ANP115
6
600
10000
115
M14
1,150