8
Olie bijvullen (Afbeelding Y
Pos: 14.8 /Inne
Veiligheidsinst
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Pos: 14.9 /Inne 1
BELANGRIJK
Schade vermijden! De motor wordt zonder olie geleverd. De motor moet voor het
starten met olie worden gevuld.
Pos: 14.10 /0
Vóór de eerste start motorolie (hoeveelheid en kwaliteit zie technische gegevens) met
een trechter na de peilstok eraf te hebben geschroefd in deze opening gieten.
– De maaier parkeren op vlakke ondergrond.
– Olie langzaam in de vulopening gieten. Niet overvullen. Na het vullen van de olie
eerst enkele minuten wachten en dan pas het oliepeil controleren.
De oliepeilstok aanbrengen en vastschroeven.
– Oliepeil con
Meetstaaf eruit nemen. De peilstok afvegen met
steken en vastschroeven. Dan de peilstok weer uitnemen en het oliepeil aflezen.
De olie moet tot boven aan de Vol-markering (pijl) staan. Eventueel olie bijvullen.
Het oliepeil mag echter niet boven de Vol-markering liggen.
Meetstaaf weer erin zetten en vastdraaien.
– Na de eerste vulling het bord „NO OIL“ (GEEN OLIE) boven aan de motor
verwijderen.
Pos: 14.11 /In
Brandstof invullen
Pos: 14.12 /
Veiligheidsinst
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Pos: 14.13 /In
– Gebruik als tankvulling alleen verse en schone loodvrije standaard brandstof.
Brandstof met maximaal 10% ethanol is acceptabel.
– Benzinedop losdraaien.
– Brandstof m. b. v. een trechter tot max. onderkant van de vulpijp invullen.
– Benzinedop weer aanbrengen en vastdraaien.
Pos: 15.1 /----
Pos: 15.2 /Inne 1
10 STARTEN VAN DE MOTOR (Afbeelding D
Pos: 15.3 /Inne
Veiligheidsinst
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Pos: 15.4 /Inne@ @
De motor mag alleen achter de maaier staande worden gestart. Ga nooit aan de
uitwerpzijde staan!
De maaier in elk geval op een vlak, niet met hoog gras begroei de ondergrond zetten (te
hoog gras remt de aanloop van de mesbalk en bemoeilijkt het startproces). Bij het
starten van de motor mag de machine niet omhoog worden gekanteld,
vereist, door de duwboom omlaag te duwen slechts zo schuin worden gezet,
snijgereedschap in de van de gebruiker afgewende richting wijst, maar niet verder dan
absoluut noodzakelijk is. Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide
handen zich aan het bovenste deel van de duwboom bevinde
Pos: 15.5 /Inne.docx @
VOORZICHTIG
Startkabelgreep tijdens het starten stevig vastpakken. De greep zou anders u
hand kunnen glijden. Verwondingsgevaar!
Pos: 15.6 /Inne
BELANGRIJK
De motor loopt alleen wanneer de veiligheidsschakel
van de duwboom wordt gedrukt. Op het moment, dat u de schakelbeugel loslaat,
dan klapt deze door veerdruk weer terug omhoog naar
motorrem wordt geactiveerd en binnen dri
messenbalk tot stilstand.
Pos: 15.7 /Inne
52-S A (SA1626)
Pos: 15.8 /Inne85 @ @ 1
De motor loopt automatisch op het optimale max. toerental dat vereist
snijbeeld (motortoerental = mestoerental).
Pos: 15.9 /Inne
– De veiligheidsschakelbeugel (1) op het bovenstuk van de boo
vasthouden D .
– De startkabel (3) langzaam uittrekken tot
snel uittrekken E , – de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren.
Pos: 15.10 /In
52-PRO S A (SA1649)
Pos: 15.11 /In_267
AANWIJZING
Deze motor heeft een ReadyStart
®
-systeem: Dit systeem heeft een
temperatuurgeregelde automatische choke. De mot
max. toerental, dat vereist is voor een zuiver snijbeeld (motortoerent
Pos: 15.12 /Innentei70
– De veiligheidsschakelbeugel (1) op het bovenstuk van de boo
vasthouden D .
– De startkabel (3) langzaam uittrekken tot
snel uittrekken E , – de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren.
Pos: 15.13 /In
Alle modellen
Pos: 16.1 /----
Pos: 16.2 /Inne@ 1
11 UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (Afbeeldi
Pos: 16.3 /Inne
– Veiligheidsschakelbeugel loslaten (1).
Pos: 16.4 /----
Pos: 16.5 /Inne
12 STOPPEN IN GEVAL VAN NOOD
Pos: 16.6 /Inne
Veiligheidsschakelbeugel en aandr
– De maaier stopt.
– Het mes komt tot stilstand.
– De motor wordt uitgeschakeld.
Pos: 16.7 /Inne89 @
OPGELET
Vóór elk maaien controleren of de veilighei
de schakelbeugel voor de rijaandr
– als de veiligheidsschakelbeug
mesbalk binnen drie seconden blijven stilstaaan.
– als de schakelbeugel voor de ri
machine meteen tot stilstand komen.
Anders de dichtstbijzijnde geautori
Pos: 17.1 /----
Pos: 17.2 /Inne
13 RIJAANDRIJVING
Pos: 17.3 /Inne2 @ 1
Bediening van de achterwielaandrijving (Afbeelding
Pos: 17.4 /Inne
De achterwielaandrijving wordt d.m.v. de aandrijfbedieningshendel (1) aan het
bovenstuk van de stuurboom (2) bij een draaiende motor in- en uitgeschakeld:
– Aan de bedieningshendel trekken en vasthouden = maaier loopt.
– De bedieningshendel loslaten = maaier blijft staan (st
Pos: 18.1 /----
Pos: 18.2 /Inne
14 HET MAAIEN
Pos: 18.3 /Inne1.docx @ 2
Veiligheidsinst
Verklaring va
Pos: 18.4 /Inne
Maaien op hellin
Pos: 18.5 /Inne 1
OPGELET
De maaier kan in
worden ingezet. Steil
veroorzaken.
Om veiligheidsredenen raden wij
potentieel niet t altij
In principe mogen met de hand geleide gr
(15° helling) niet worden ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit verloren
gaat!
Pos: 18.6 /Inne
Oliepeilcontrole
Pos: 18.7 /Inne
Vóór elk maaien het oliepeil controleren Y1 . De motor nooit met te weinig of te veel
olie laten lopen. Onherstelbare schade zou het gevolg kunnen zijn.
Pos: 18.8 /Inne
Controle van de bedrijfsveiligheid
Pos: 18.9 /Inne_
De grasmaaier is uitgerust met een motorstop-inrichting.
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorstop foutloos
functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelat
binnen drie seconden tot stilstand komen.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de in de afbeelding „Beschrijving
van de componenten“ getoonde positie terugspringen.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
Verwondingsgevaar!
Als de nalooptijd van het apparaat groter is, heteer gebruiken en naar
een geautoriseerde vakwerkplaats brengen.
