13
5 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Alle plaatselijke richtlijnen, inclusief de richtlijnen die betrekking hebben op nationale en
Europese normen, moeten in acht genomen worden bij de installatie van de kachel.
Alleen een toestel dat aangesloten werd door een installateur, garandeert de naleving van de richtlijnen inzake
bouwkunde en brandpreventie. Dit is zeker nodig voor een correcte en veilige werking van de kachel.
De levensduur van uw toestel hangt samen met een correcte installatie, juiste bediening en regelmatige
onderhoud.
Plaatsing
De kachel mag enkel geplaatst worden op een vloer met een voldoende grote draagcapaciteit (zie technische
gegevens). Indien de vloer niet voldoet zullen maatregelen moeten genomen worden om de draagcapaciteit
te verhogen.
Om het toestel vlak te kunnen plaatsen is het voorzien van regelbare voetjes
(verstelschroeven). Regel deze indien nodig bij zodat het toestel zo vlak mogelijk geïnstalleerd staat. Het
regelen kan met een platte sleutel.
De Schoorsteen
Voordat een kachel op een schoorsteen aangesloten wordt, moet gecontroleerd worden of de afmetingen
en de kwaliteit van de schoorsteen beantwoorden aan de lokaal geldende voorschriften. De afmetingen
moeten desgevallend berekend worden.
De kachel kan direct op de schoorsteen aangesloten worden. De diameter van de afvoerbuis moet
overeenkomen met de diameter van het verbindingspijpstuk aan de kachel.
Wij kunnen u een goede werking van het toestel garanderen als de schouwtrek zich tussen de 12 en 20 Pa
bevindt. Is de trek van de schoorsteen te groot, dan moet een trekregelaar ingebouwd worden.
Vernauwen naar een diameter kleiner dan de originele diameter van de kacheluitlaat is niet toegestaan.
Is de schouwtrek te laag dan dienen volgende stappen te worden overwogen:
- De schoorsteen langer maken
- De schoorsteen beter isoleren ( minder afkoelen van de rookgassen )
- Luchttoevoer verbrandingslucht verbeteren
- Dichtheid van de schoorsteen verbeteren
Aansluiten van de kachel op de schoorsteen
Bij achter aansluiting kan de kachel direct op de schoorsteen worden aangesloten. Indien u opteert voor een
boven aansluiting, dan moet de pijpmond gemonteerd worden op de bovenplaat en het uitvuldeksel op de
achterwand.
Het is belangrijk dat deze onderdelen luchtdicht worden afgesloten.