18
Belgedrag
Als uw antwoordapparaat over een “spaarfunc-
tie” beschikt (dat wil zeggen, een functie waar-
bij het aantal belsignalen verandert zodra er
nieuwe berichten zijn ingesproken), dan kunt u
deze functie het beste uitschakelen.
Het kan zijn dat het antwoordapparaat niet al-
leen de binnengekomen berichten, maar ook
faxoproepen telt.
Bedenk dat de code voor het starten van de fax-
ontvangst vanaf een andere telefoon (fabrieks-
instelling * en 5) niet dezelfde is als die voor
toegang op afstand om na te gaan of er nieuwe
berichten zijn ingesproken. Indien noodzakelijk
kan de code in functie 34 worden gewijzigd (zie
paragraaf Telefoon / Easylink).
Als uw antwoordapparaat de oproep aan-
neemt, maar uw faxtoestel niet stopt met rin-
kelen, probeer dan het antwoordapparaat se-
rieel te installeren door het bijvoorbeeld op het
EXT.-aansluitpunt van uw faxtoestel of op een
serieel telefoonstopcontact aan te sluiten (zie
hoofdstuk Installeren / Andere apparatuur).
Als uw antwoordapparaat geen oproepen kan
aannemen, dan zal uw faxtoestel na het bij
bellen totaal: ingestelde aantal belsig-
nalen automatisch met de faxontvangst begin-
nen.
Registreert uw externe antwoordapparaat fax-
signalen terwijl uw faxtoestel geen faxen kan
ontvangen, dan dient u de aansluiting van uw
externe antwoordapparaat te controleren. Sluit
het externe antwoordapparaat op het EXT.-
aansluitpunt of op een serieel telefoonstopcon-
tact aan (zie hoofdstuk Installeren / Andere
apparatuur).