25
Faxen & Kopiëren
Contrast
In functie 47 kunt u de contrastkwaliteit (helder-
heid) voor zowel te kopiëren als te verzenden
documenten instellen, bijvoorbeeld donkere fo-
to’s of formulieren op gekleurd papier.
1 Selecteer functie 47 door op uw fax achter-
eenvolgens M, 47 en OK in te drukken.
2 Met u kunt u uit drie mogelijkheden kie-
zen:
CONTRAST: LAAG
CONTRAST: MIDDEL
CONTRAST: HOOG
3 Bevestig uw keuze met OK.
Verzendrapport –
foutrapport
Uw faxapparaat kan na elk verzonden docu-
ment een verzendrapport afdrukken, waarmee
de ontvangst van uw document wordt beves-
tigd. Indien het zenden niet geheel gelukt is,
krijgt u hiervan een foutrapport. U kunt het af-
drukken van het verzendrapport in- en uitscha-
kelen, een foutrapport wordt echter altijd afge-
drukt.
1 Selecteer functie 28 door op uw fax achter-
eenvolgens M, 28 en OK in te drukken.
2 Kies met u en bevestig dit met OK.
Transmissie –
Intercontinentaalfunctie
Uw faxapparaat past de overdrachtssnelheid
automatisch aan de kwaliteit van de desbetref-
fende telefoonlijn aan. Met name bij verzending
naar andere werelddelen kan dit proces meer
tijd in beslag nemen. Is bekend dat de kwaliteit
van de lijn slecht is, dan kunt u in functie 21 al
bij voorbaat een langzamere overdrachtssnel-
heid kiezen, om de tijd en de telefoonkosten die
met de automatische aanpassing gepaard zou-
den gaan, te besparen.
1 Selecteer functie 21 door op uw fax achter-
eenvolgens M, 21 en OK in te drukken.
2 Kies met u een langzamere overdrachts-
snelheid.
3 Bevestig dit met OK.
Compressie van het
formaat
Om er zeker van te zijn dat de ontvangen faxen
die iets langer dan het A4-formaat zijn toch op
1 pagina afgedrukt worden, worden deze pagi-
na’ s lichtjes vertikaal verkleind. Als u dit niet
wilt, dan kunt u de verkleining in functie 29 uit-
schakelen:
1 Selecteer functie 29 door op uw fax achter-
eenvolgens M, 29 en OK in te drukken.
2 Kies met u en bevestig dit met OK.
Faxjournaal
Het faxjournaal is een lijst van de laatste 10 ont-
vangen en verzonden faxen.
1 Selecteer functie 27 door op uw fax achter-
eenvolgens M, 27 en OK in te drukken.
2 Kies met u of en wanneer het faxjour-
naal wordt afgedrukt (na elke verzending of
na tien geslaagde transmissies).
3 Bevestig met OK.
Afroep van faxen
Met behulp van deze functie kunnen documen-
ten worden opgehaald die in de gebelde fax
klaarliggen voor verzending.
Snel afroepen
1 Kies bij opgelegde hoorn het gewenste
nummer.
2 Houd START/COPY lang ingedrukt.
3 Als u ook een subadres of een code wilt in-
voeren (zie hiertoe ook de volgende para-
graaf Oproepen met code), voert u eerst het
telefoonnummer in en sluit dit af met R.
Sluit hier het gewenste subadres of de code di-
rect op aan en houd vervolgens START/COPY
lang ingedrukt. (bijvoorbeeld: 12345 R
17 R Code of 12345 RR Code).
Afroepen met code
Als uw faxpartner een code heeft ingevoerd om
de op te halen documenten te beschermen te-
gen onbevoegde toegang, doet u het volgen-
de:
1 Selecteer functie 22 door op uw fax achter-
eenvolgens M, 22 en OK in te drukken.
2 Voer de code in en druk op OK.