RT300RF INSTRUCTIEHANDLEIDING
12
DE RF-TRANSMISSIE TESTEN
Het is belangrijk om zowel de ontvanger als het bedieningscentrum dusdanig te
plaatsen dat het RF-signaal niet onderbroken kan worden.
Het ontvangstbereik tussen het bedieningscentrum en de ontvanger is
binnenshuis ongeveer 30 meter, maar veel factoren kunnen van invloed zijn op
de RF-transmissie en de werkafstand verkorten, bijv. dikke muren, gipsplaat met
foliebedekking, metalen voorwerpen zoals archiefkasten, algemene RF-
interferentie etc.
Het bereik is over het algemeen groot genoeg voor de meeste huishoudelijke
toepassingen, maar het wordt aangeraden de RF-transmissie van de beoogde
locatie voor het bedieningscentrum naar de locatie van de ontvanger te testen
voordat het bedieningscentrum aan de muur bevestigd wordt. Doe het volgende
om de RF-ontvangst te controleren:
1. Druk op de OMHOOG-knop op het bedieningscentrum totdat de
insteltemperatuur een paar graden hoger is dan de kamertemperatuur.
2. Wacht een paar seconden. De indicator 'brander aan' (warmtevraag) moet
dan linksonder op het LCD-scherm op het bedieningscentrum verschijnen.
3. Controleer of de groene LED op de ontvanger brandt.
4. Druk op de OMLAAG-knop om de insteltemperatuur te veranderen zodat hij
lager is dan kamertemperatuur.
5. Wacht een paar seconden. De indicator 'brander aan' (warmtevraag) moet
dan verdwijnen en de groene LED moet uitgaan.
6. Als bij stap 3 de groene LED niet gaat branden, druk dan op de RESET-knop op
het bedieningscentrum en probeer het bedieningscentrum dichter bij de
ontvanger te plaatsen.
7. Herhaal stap 1 tot 5.
Als u geen stabiele RF-verbinding tussen de ontvanger en het bedieningscentrum
krijgt, controleer dan of de ontvanger aan staat en of hij stroom heeft (rode LED
brandt). Als dit het probleem niet is, kunt u ook de RF-adrescode wijzigen door
de procedure onder 'RF-adrescode instellen' van deze handleiding te volgen.
Herhaal dan stap 1 tot 5 (denk eraan dat de RESET-knop ingedrukt moet worden
na het wijzigen van de adrescode).