NL-15
Verwarmen
Automatisch ( ➔➔)
Laag
Middel
Hoog
U moet de bedrijfsstand VERWARMEN kiezen als u:
◆ de temperatuur in de kamer wilt verhogen.
◆ de ventilatorsnelheid tijdens het verwarmen wilt wijzigen
1
Om de stand VERWARMEN te kiezen, drukt u één of enkele keren op de
Mode toets, tot het symbool bovenin de afstandsbediening verschijnt.
Gevolg: ◆
De airconditioner start op in de bedrijfsstand VERWARMEN
2
De airconditioner is uitgerust met een beveilingsmechanisme
dat de unit beschermt tegen beschadiging wanneer hij wordt
gestart kort nadat hij is:
◆ aangesloten op het lichtnet;
◆ gestopt.
In dat geval wacht de airconditioner drie minuten, waarna hij
normaal opstart.
U kunt op ieder willekeurig moment een andere
bedrijfsstand kiezen.
Druk zo nodig op de (Aan/Uit) toets.
Ge
v
olg:
◆ Het Aan/Uit lampje op de vaste afstandsbediening gaat aan.
◆ De airconditioner wordt gestart in dezelfde stand waarin hij
stond toen hij de laatste keer werd uitgeschakeld.
BELANGRIJK
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
Om de basistemperatuur te wijzigen, drukt u één of enkele keren op de tem-
peratuurtoetsen, totdat de gewenste temperatuur wordt getoond. U kunt een
temperatuur kiezen tussen16
O
C en 30
O
C.
Gevolg: ◆ Iedere keer dat u op een temperatuur toets drukt, wordt de
gewenste temperatuur met 1
O
C verhoogd of verlaagd.
◆
De airconditioner begint te verwarmen als de temperatuur in
de kamer lager is dan de ingestelde temperatuur. De ventilator
wordt altijd gestart.
3
Kies de gewenste ventilatorsnelheid door de ventilatortoets één of enkele
keren in te drukken totdat de gewenste snelheid wordt getoond:
4
Voor het regelen van de luchtstroom, zie pagina 17.
5