NL-25
Kamer luchten
Als de lucht in de kamer bedompt is, kunt u de ventilator van de
airconditioner inschakelen en desgewenst de minder frisse lucht naar
buiten afvoeren.
Kies de gewenste ventilatorsnelheid door de ventilatortoets één of enkele
keren in te drukken totdat de gewenste snelheid wordt getoond:
3
Laag
Middel
Hoog
Om de stand VENTILEREN te kiezen, drukt u één of enkele keren op de
Mode toets, tot het symbool bovenin de afstandsbediening verschijnt.
Gevolg: ◆
De binnen-unit geeft een piepsignaal.
◆ De airconditioner start op in de bedrijfsstand VENTILEREN.
2
U kunt op ieder willekeurig moment een andere bedrijfsstand
kiezen.
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
Druk zo nodig op de (Aan/Uit) toets.
Gevolg: ◆
Het Aan/Uit lampje op de binnen-unit gaat aan.
◆
De airconditioner wordt gestart in dezelfde stand waarin hij
stond toen hij de laatste keer werd uitgeschakeld.
◆
De binnen-unit geeft een piepsignaal.
1
Regelen richting luchtstroom
Afhankelijk van de plaats waar de airconditioner is gemonteerd, kunt u
de stand van binnenste luchtroosters aanpassen voor een efficiëntere
werking.
Druk op de Swing toets.
Gevolg: ◆
De roosters bewegen automatisch op en neer.
◆ De binnen-unit geeft een piepsignaal.
1
Om de beweging van het rooster te stoppen,
drukt u nogmaals op de Swing
toets.
Om het rooster in een bepaalde stand vast te zetten, drukt u weer op
de Swing toets
op het moment dat het rooster in de gewenste stand staat.
2
Wanneer u de airconditioner voor de eerste keer aanzet,
bewegen de roosters op en neer.
BELANGRIJK
Roosters die u niet met de Swing toets kunt instellen, kunt u
met de hand in de gewenste stand zetten.
NN
NN
..
..
BB
BB
..
..
Voor het regelen van de luchtstroom, zie hieronder.
4