ƃ Als u op de sluiterknop drukt nadat u de flitsermodus Auto, Steunflits of
Trage synchro hebt geselecteerd, gaat de eerste flitser af om de
opnameomstandigheden (flitserbereik en vermogen van flitser) te
controleren. Beweeg u niet totdat de tweede flits is afgegaan.
ƃ Als u veelvuldig gebruik maakt van de flitser, raken de batterijen sneller
uitgeput.
ƃ Onder normale gebruiksomstandigheden duurt de oplaadtijd van de flitser
minder dan 5 seconden. Als de batterijen zwak zijn, duurt het opladen
langer.
ƃ In de modus voor continue opname, AEB en filmclips werkt de flitser niet.
ƃ Maak opnames binnen het flitserbereik.
ƃ De beeldkwaliteit wordt niet gegarandeerd als het onderwerp zich te dichtbij
bevindt of sterk reflecteert.
ƃ Als u een opname met flits maakt in een slecht verlichte omgeving, is er
mogelijke een witte stip te zien in het vastgelegde beeld. Deze stip wordt
veroorzaakt door de reflectie van het flitslicht op voorwerpen in de
omgeving. Het is geen camerastoring.
INFORMATIE
[22]
Knop FLITSER ( )/ LINKS
ƃ Flitserbereik (Eenheid: m)
ƈ Als u op de knop LINKS drukt terwijl het menu
wordt weergegeven op het LCD-scherm, wordt de
cursor verplaatst naar het linker tabblad.
ƈ Als het menu niet wordt weergegeven op het LCD-
scherm, werkt de knop LINKS als FLITSER-knop
( ).
ƃ De flitsmodus selecteren
1. Draai aan de keuzeschijf voor modusselectie om een opnamemodus te
selecteren, met uitzondering van FILMCLIP.
2. Druk op de flitserknop totdat de gewenste indicator voor de flitsermodus wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
3. Er wordt een indicator voor de flitsermodus weergegeven op het LCD-scherm.
Gebruik de juiste flitsmodus voor de omgeving waarin u werkt.
WIDE TELE WIDE TELE WIDE TELE
0.8 ~ 3.4 0.8 ~ 3.1 0.4 ~ 0.8 0.5 ~ 0.8 0.4 ~ 3.4 0.5 ~ 3.1
ISO
AUTO
Normaal Macro
Automatische macro
[Automatisch flitsen selecteren]