[54]
■ Selecteer het aantal opnamen dat u wilt gebruiken bij continue opname.
- [ENKEL]: Slechts één opname maken
- [CONTINU]: Er worden continu opnamen gemaakt, totdat u
de sluiterknop loslaat. De opnamecapaciteit is
afhankelijk van het geheugen.
- [AEB] : Hiermee kunt u een reeks van drie opnamen maken
met verschillende belichtingsinstellingen: met
onderbelichting (-0.5EV), met standaardbelichting
(0.0EV) en met overbelichting (+0.5EV). Gebruik deze
modus als de belichting van het voorwerp moeilijk is te bepalen.
※ Bij een hoge resolutie en beeldkwaliteit neemt de tijd toe die nodig is voor het opslaan van
bestanden en neemt ook de stand-by-tijd toe.
※ Als het submenu [CONTINU] of wordt geselecteerd, wordt de flitser automatisch
uitgeschakeld.
※ Als de geheugencapaciteit onvoldoende is voor 3 opnamen, is de modus AEB niet
beschikbaar.
※ U kunt het beste een statief gebruiken in de AEB-modus omdat de opslagtijd lang is en de
camera kan gaan trillen.
Lichtmeting
[PROGRAMMA]
■ Als u geen geschikte belichtingscondities kunt vinden, kunt u de meetmethode wijzigen om
helderdere opnamen te maken.
[MULTI] ( ):
De belichting wordt berekend op basis van een
gemiddelde van de beschikbare hoeveelheid
licht in het afbeeldingsgebied. Bij de
berekening ligt de nadruk echter op het midden
van het afbeeldingsgebied. Deze methode is
geschikt voor algemeen gebruik.
[SPOT] ( ) :
Alleen in het rechthoekige gebied in het midden
van het LCD-scherm vindt lichtmeting plaats.
Dit is een geschikte methode als het onderwerp in het midden correct wordt
belicht, ongeacht de achtergrondverlichting.
● De standaardmethode voor lichtmeting is multipatroonmeting.
● Als het onderwerp niet is gefocusseerd, maakt u geen gebruik van spotmeting aangezien
anders een belichtingsfout kan optreden. Gebruik in dat geval de belichtingscorrectie.
INFORMATIE
Continue opname
[ Modus STILSTAAND BEELD ]
MULTI
SPOT
L.METING
ENKEL
CONTINU
AEB
OPNAMEN