[89]
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
Controleer het volgende:
Probleem Oorzaken Oplossing
- Plaats nieuwe batterijen.
- Sluit een wisselstroomadapter aan
- Plaats de batterijen en zorg ervoor dat
deze in de juiste richting zitten (+ / -).
- De batterijen zijn bijna leeg.
- Er is geen
wisselstroomadapter
aangesloten
- De batterijen zijn verkeerd
om geplaatst.
- De batterijen zijn zwak
- De camera wordt
automatisch uitgeschakeld.
- De adapter is niet goed
aangesloten
- De camera wordt gebruikt bij
lage temperaturen
- Er is onvoldoende geheugen
beschikbaar.
- De geheugenkaart is niet
geformatteerd.
- Het geheugen is vol.
- De camera is uitgeschakeld
- De batterijen zijn zwak
- Het geheugen is
vergrendeld.
- De batterijen zijn verkeerd
om geplaatst.
De camera kan
niet worden
ingeschakeld.
De camera wordt
tijdens het gebruik
uitgeschakeld
De batterijen raken
snel leeg.
De camera maakt
geen foto's
wanneer u op de
sluiterknop drukt.
- Plaats nieuwe batterijen.
- Druk op de aan/uit-knop om de camera in
te schakelen.
- Verwijder de adapter en sluit deze opnieuw
aan
- Zorg ervoor dat de camera warm blijft
(bijvoorbeeld in uw binnenzak) en haal
deze alleen te voorschijn om opnamen te
maken.
- Verwijder afbeeldingsbestanden die u niet
meer nodig hebt.
- Formatteer de geheugenkaart (p. 78)
- Plaats een nieuwe geheugenkaart.
- Zet de camera aan.
- Plaats nieuwe batterijen.
- Raadpleeg het foutbericht [KAART
VERGR!] (p. 88)
- Plaats de batterijen en zorg ervoor dat
deze in de juiste richting zitten (+ / -).
- De camera is uitgeschakeld
vanwege een storing.
De camera wordt
plotseling
uitgeschakeld
tijdens het gebruik.
- Verwijder de batterijen en plaats deze
opnieuw en schakel daarna de camera
opnieuw in