[18]
De geheugenkaart plaatsen
1. Zet de camera uit en trek het klepje voor het batterijvak in de
richting van de pijl om de batterijvak te openen.
2. Zorg dat de voorkant van de geheugenkaart in de richting
van de voorkant van de camera (lens) en de kaartpinnen in
de richting van de achterkant van de camera (LCD-scherm)
wijzen en druk de geheugenkaart vervolgens in de kaartsleuf
totdat u een klik hoort.
3. Sluit het klepje van het batterijvak door erop te drukken totdat
u een klik hoort. Als de geheugenkaart niet soepel naar
binnen schuift, mag u geen extra kracht gebruiken om de
kaart te plaatsen. Controleer de plaatsingsrichting en breng
de kaart vervolgens op de juiste wijze aan. Breng de
geheugenkaart niet in de verkeerde richting in. Als u dit wel
doet, kan de sleuf voor de geheugenkaart beschadigd raken.
1. Schakel de stroom uit met behulp van de aan/uit-knop.
Open het afdekklepje voor het batterijvak en druk op de
geheugenkaart zoals in de afbeelding wordt aangegeven.
Laat de kaart vervolgens los.
2. Verwijder de geheugenkaart en sluit het klepje voor het
batterijvak.
De geheugenkaart verwijderen
Als de camera is ingeschakeld, wordt deze weer uitgeschakeld als u de geheugenkaart
plaatst of verwijdert.
INFORMATIE