De SIM-kaart en de batterij plaatsen
V erwijder het batterijklepje en plaats de SIM-kaart. 1.
Plaats de batterij en sluit het batterijklepje. 2.
De batterij opladen
Sluit de meegeleverde 1.
reisadapter aan.
W anneer de batterij is 2.
opgeladen, verwijdert
u de adapter .
De beltoon wijzigen
Selecteer in de menustand 1. Instellingen →
Geluidsprofielen.
Ga naar het profiel dat u gebruikt. 2.
Als u het stille profiel of vliegtuigprofiel gebruikt,
kunt u de beltoon niet wijzigen.
Druk op < 3. Bewerk > → Beltoon spraakoproep .
Selecteer een geheugenlocatie (indien nodig). 4.
Selecteer een beltoon. 5.
Als u naar een ander profiel wilt overschakelen, selecteert
u dat profiel in de lijst.
Een recent gekozen nummer herhalen
Druk in de standby-stand op [ 1. ].
Blader naar links of rechts om een oproeptype te 2.
selecteren.
Blader omhoog of omlaag om een nummer of naam 3.
te selecteren.
Druk op de bevestigingstoets om de gegevens van de 4.
oproep te bekijken of op [
] om het nummer te bellen.
Het slimme startscherm gebruiken
Met de slimme startpagina hebt u toegang tot uw favoriete
toepassingen en contacten en kunt u aankomende
gebeurtenissen en taken zien. U kunt de slimme startpagina
aan uw voorkeuren en behoeften aanpassen.
Als u het slimme startscherm gebruikt, kunt u de
navigatietoets niet als sneltoets gebruiken.
De slimme startpagina aanpassen
Selecteer in de menustand 1. Instellingen → Display →
Slim startscherm.
Druk op < 2. Bewerk >.
Selecteer de items die u op het slimme startscherm 3.
wilt weergeven.
Druk op < 4. Opties > → Opslaan .
Druk op de bevestigingstoets. 5.
U kunt de stijl van het standby-scherm wijzigen.
Selecteer in de menustand Instellingen → Display
→ Slim startscherm en scroll naar links of rechts
naar de gewenste stijl.
Items op het slimme startscherm gebruiken
Druk op de navigatietoets om door de items op het slimme
startscherm te scrollen en druk op de bevestigingstoets
om een item te selecteren.
Welke items beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw
serviceprovider .
De sneltoetswerkbalk aanpassen
Selecteer in de menustand 1. Instellingen → Display →
Slim startscherm.
Druk op < 2. Bewerk >.
Scroll naar 3. Sneltoetswerkbalk en druk op <Opties >
→ Sneltoetsen wijzigen .
Selecteer een menu dat u wilt wijzigen of een lege 4.
locatie.
Selecteer de gewenste menu’s. 5.
Druk op de navigatietoets naar rechts om submenu’s
te selecteren (indien nodig).
Druk op < 6. Opsl. >.
T ekst ingeven
De tekstinvoerstand wijzigen
Houd [• ] ingedrukt om te wisselen tussen de T9- en
de ABC-stand. Afhankelijk van uw regio is het wellicht
mogelijk om een invoerstand weer te geven voor uw
eigen taal.
Druk op [•
] om te wisselen tussen hoofdletters en kleine
letters of om naar de cijferstand te gaan.
Druk op [•
] om over te schakelen naar de
symboolstand.
Houd [•
] ingedrukt en selecteer een invoermethode of
een invoertaal.
Nieuwe contactpersoon toevoegen
Uw telefoon is ingesteld om contactpersonen
op te slaan in het telefoongeheugen. Als u de
opslaglocatie voor contactpersonen wilt wijzigen,
selecteert u in de menustand Contacten →
<Opties> → Instellingen → Opslaglocatie → een
opslaglocatie.
Geef in de standby-stand een telefoonnummer in en 1.
druk op de bevestigingstoets.
Selecteer 2. Contact maken → een geheugenlocatie
(indien nodig).
Selecteer een nummertype. 3.
Geef de gegevens van de contactpersoon in. 4.
Druk op de bevestigingstoets of op 5. Opsl. om de
contactpersoon toe te voegen aan het geheugen.
Berichten verzenden en bekijken
Een SMS- of MMS-bericht verzenden
Selecteer in de menustand 1. Berichten → Bericht
maken.
Geef het nummer van een ontvanger in en scroll 2.
omlaag.
Geef de berichttekst in. 3.
Zie “T ekst ingeven.”
Ga voor het verzenden van een SMS-bericht direct
naar stap 5.
Ga voor het bijvoegen van multimedia door met stap 4.
Druk op < 4. Opties > → Multimedia toevoegen en
voeg een item toe.
Druk op de bevestigingstoets om het bericht te 5.
verzenden.
Een oproep aannemen
Druk op [ 1. ] als een oproep binnenkomt.
Druk op [ 2.
] om de oproep te beëindigen.
Het volume aanpassen
Het volume van de beltoon aanpassen
Selecteer in de menustand 1. Instellingen →
Geluidsprofielen.
Ga naar het profiel dat u gebruikt. 2.
Als u het stille profiel of vliegtuigprofiel gebruikt,
kunt u het volume van de beltoon niet wijzigen.
Druk op < 3. Bewerk > → V olume.
Scroll naar 4. Belsignaal .
Scroll naar links of naar rechts om het volume aan te 5.
passen en druk op <Opslaan >.
Het spraakvolume aanpassen tijdens een gesprek
Druk tijdens een gesprek op de navigatietoets omhoog of
omlaag om het volume aan te passen.
In een luidruchtige omgeving hebt u mogelijk
moeite om het gesprek te verstaan als u de
luidsprekerfunctie gebruikt. Gebruik dan de normale
telefoonstand voor een beter geluid.
SMS- of MMS-berichten bekijken
Selecteer in de menustand 1. Berichten → Postvak IN .
Selecteer een SMS- of MMS-bericht. 2.
Nepoproepen tot stand brengen
U kunt een inkomende oproep simuleren wanneer u een
voorwendsel zoekt om een bijeenkomst of ongewenst
gesprek te verlaten.
De functie voor nepoproepen inschakelen
Selecteer in de menustand Instellingen → Oproepen →
Nepoproep → Sneltoets nepoproep → Aan .
Een nepoproep tot stand brengen
Houd in de standby-stand de navigatietoets ingedrukt.•
W anneer de telefoon is gesloten en de toetsen zijn •
vergrendeld, drukt u viermaal op de navigatietoets.
De functie Mobiel opsporen activeren
W anneer iemand een andere SIM-kaart in de telefoon
plaatst, stuurt de functie Mobiel opsporen het nummer
automatisch naar twee ontvangers, zodat u de telefoon
kunt opsporen. Mobiel opsporen inschakelen:
Selecteer in de menustand 1. Instellingen → Beveiliging
→ Mobiel opsporen .
Geef het wachtwoord in en druk op < 2. OK >.
De eerste keer dat u Mobiel opsporen start, wordt
u gevraagd een wachtwoord in te stellen en te
bevestigen.
Druk op de bevestigingstoets om Mobiel opsporen in 3.
te schakelen.
Blader omlaag en druk op de bevestigingstoets om de 4.
lijst met ontvangers te openen.
Druk op < 5. Opties > → Contacten om uw lijst met
contactpersonen te openen.
U kunt ook telefoonnummers met de landcode
(voorafgegaan door +) in de lijst met ontvangers
opnemen. Ga naar stap 8.
Selecteer een contactpersoon. 6.
Selecteer een nummer (indien nodig). 7.
Druk wanneer u klaar bent met het selecteren van 8.
contacten op <T oevoegen>.
Druk op de bevestigingstoets om de ontvangers op 9.
te slaan.
Blader omlaag en geef de naam van de afzender in. 10.
Druk op de bevestigingstoets 1 1. → <OK >.
Een SOS-bericht activeren en verzenden
In geval van nood kunt u SOS-berichten naar uw familie of
vrienden verzenden.
Het SOS-bericht activeren
Selecteer in de menustand 1. Berichten → Instellingen
→ SOS-berichten → V erzendopties.
Druk op de bevestigingstoets om het SOS-bericht in 2.
te schakelen.
Blader omlaag en druk op de bevestigingstoets om de 3.
lijst met ontvangers te openen.
Druk op < 4. Opties > → Zoeken om de lijst met
contacten te openen.
Selecteer een contactpersoon. 5.
Selecteer een nummer (indien nodig). 6.
Als u klaar bent met het selecteren van contacten, 7.
drukt u op de bevestigingstoets om de ontvangers op
te slaan.
Blader omlaag en stel het aantal herhalingen in voor 8.
het SOS-bericht.
Druk op < 9. T erug> → < Ja>.
Een SOS-bericht verzenden
Als de telefoon gesloten is drukt u vier keer op [ 1. ] om
een SOS-bericht te verzenden naar vooraf ingestelde
nummers.
De telefoon schakelt over naar de SOS-stand en
verstuurt het vooraf ingestelde SOS-bericht.
Druk op [ 2.
] om de SOS-stand te beëindigen.
T9-stand
Druk op de gewenste alfanumerieke toetsen om een 1.
heel woord in te voeren.
Als het woord juist wordt weergegeven, drukt u op [ 2. 0]
om een spatie in te voegen. Als het juiste woord niet
wordt weergegeven, selecteert u een alternatief in de
lijst die verschijnt.
ABC-stand
Druk op de desbetreffende alfanumerieke toets tot het
gewenste teken op het display verschijnt.
Cijferstand
Druk op de desbetreffende alfanumerieke toets om een
cijfer in te geven.
Symboolstand
Druk op de desbetreffende alfanumerieke toets om een
symbool in te geven.
Druk op de navigatietoets om de cursor te •
verplaatsen.
Druk op <• Wissen> om tekens één voor één
te verwijderen. Houd <Wissen > ingedrukt om
meerdere tekens snel te verwijderen.
Druk op [• 0 ] om een spatie tussen twee tekens in
te geven.
Als u van regel wilt veranderen, drukt u drie keer •
op [0 ].
Druk op [• 1 ] om leestekens in te geven.
De menu’ s gebruiken
Ga als volgt te werk om de menu’s op uw telefoon te
openen:
Druk in de standby-stand op < 1. Menu > om naar de
menustand te gaan.
Wellicht moet u op de bevestigingstoets drukken om
naar de menustand te gaan, afhankelijk van uw regio
of serviceprovider . Als u het slimme startscherm
gebruikt, kunt u de bevestigingstoets niet gebruiken
om de menustand te activeren.
Ga met behulp van de navigatietoets naar een menu 2.
of optie.
Druk op < 3. Sel. > of op de bevestigingstoets om de
gemarkeerde optie te bevestigen.
Druk op < 4. T erug> om één niveau omhoog te gaan;
druk op [
] om terug te keren naar de standby-
stand.
Wanneer u een menu wilt openen waarvoor de •
PIN2-code vereist is, dient u de PIN2-code in te
voeren die met de SIM-kaart is meegeleverd.
Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider .
Samsung is niet verantwoordelijk voor het verlies •
van wachtwoorden of privé-informatie of andere
schade door illegale software.
Bellen
Geef in de standby-stand het netnummer en 1.
abonneenummer in.
Druk op [ 2.
] om het nummer te kiezen.
Druk op [ 3. ] om de oproep te beëindigen.
Haal de batterij nooit uit de telefoon zonder eerst •
de r eisadap ter lo s te k oppele n. Als u de ba tterij
verwijdert terwijl de reisadapter nog aangesloten
is, kan de telefoon beschadigd raken.
Om energie te besparen, koppelt u de reisadapter •
los wanneer deze niet wordt gebruikt. De
reisadapter heeft geen aan/uit-schakelaar , dus
u moet de reisadapter uit het stopcontact halen
om de stroomvoorziening te onderbreken. Het
toestel moet zich in de buurt van het stopcontact
bevinden tijdens het opladen.
Een geheugenkaart plaatsen (optioneel)
U kunt microSD
™
- of microSDHC
™
-geheugenkaarten
van maximaal 8 GB in de telefoon plaatsen (afhankelijk
van het type kaart en de kaartfabrikant).
Als u de geheugenkaart op een pc formatteert, kan
de kaart incompatibel worden met uw telefoon.
Formatteer de geheugenkaart alleen in de telefoon.
V erwijder de achterklep. 1.
Plaats een geheugenkaart met de goudkleurige 2.
contactpunten naar beneden gericht.
Duw de geheugenkaart in de geheugenkaartsleuf 3.
totdat de kaart op zijn plaats klikt.
Plaats de achterklep terug. 4.
Instructiepictogrammen
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of
aanvullende informatie
→
Gevolgd door: de volgorde van de opties of
menu’s die u moet selecteren om een stap
uit te voeren. Bijvoorbeeld: selecteer in de
menustand Berichten → Bericht maken
(betekent Berichten , gevolgd door Bericht
maken)
[ ]
Vierkante haken: telefoontoetsen.
Bijvoorbeeld: [
] (staat voor de toets Aan/
Uit/Menu sluiten)
< >
Punthaken: functietoetsen die per scherm
verschillende functies uitvoeren. Bijvoorbeeld:
<OK> (staat voor de functietoets OK )
De telefoon in- en uitschakelen
De telefoon inschakelen:
Houd [ 1.
] ingedrukt.
Geef uw pincode in en druk op < 2. OK > (indien nodig).
W anneer de installatiewizard verschijnt, volgt u de 3.
opties op het display om de telefoon naar wens aan
te passen.
Als u de batterij verwijdert, worden tijd en datum
gereset.
Herhaal stap 1 hierboven om de telefoon uit te schakelen.
V erklaring van overeenstemming
Productgegevens
Voor het volgende
Product : GSM BT mobiele telefoon
Model(len) : GT-E2350B
V erklaring en toepasselijke normen
Wij verklaren hierbij dat het bovenstaande product voldoet aan de essentiële
bepalingen van de R&TTE-richtlijn (1999/5/EG) door toepassing van:
VEILIGHEID EN 60950-1 : 2006 + A12 : 201 1
SAR EN 50360 : 2001 / AC 2006
EN 62479 : 2010
EN 6231 1 : 2008
EN 62209 - 1 : 2006
EN 62209 - 2 : 2010
EMC EN 301 489-01 V1.9.2 (09-201 1)
EN 301 489-07 V1.3.1 (1 1-2005)
EN 301 489-17 V2.1.1 (05-2009)
RADIO EN 301 51 1 V9.0.2 (03-2003)
EN 300 328 V1.7.1 (10-2006)
en de richtlijn (201 1/65/EU) betreffende beperking van het gebruik van bepaalde
gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur .
De in Artikel 10 genoemde en in Annex [IV] van richtlijn 1999/5/EG nader beschreven
procedure voor evaluatie van de overeenstemming is gevolgd met betrokkenheid van
de volgende aangemelde instantie(s):
TÜV SÜD BABT , Forsyth House, Churchfield Road, Walton-on-Thames,
Surrey , KT12 2TD, UK*
Identificatie: 0168
In de EU vertegenwoordigd door
Samsung Electronics Euro QA Lab.
Blackbushe Business Park, Saxony Way ,
Y ateley, Hampshire, GU46 6GG, UK*
2012.12.04 Joong-Hoon Choi / Lab. Manager
(Plaats en datum van uitgifte) (Naam en handtekening van bevoegde persoon)
* Dit is niet het adres van het Samsung Servicecenter. V oor het adres of telefoonnummer van
het Samsung Servicecenter raadpleegt u de garantiekaart of neemt u contact op met de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Batterijklepje
SIM-kaart
Batterij
Naar stopcontact
Geheugenkaart
Picto-
gram
Beschrijving
Signaalsterkte
GPRS-
netwerkverbinding
Gesprek gaande
Doorschakelen
van oproepen
actief
Functie voor
SOS-berichten
ingeschakeld
Alarm
ingeschakeld
V erbinden met
een beveiligde
webpagina
Roaming
(buiten normaal
servicegebied)
Bluetooth
ingeschakeld
FM-radio aan
Picto-
gram
Beschrijving
FM-radio buiten
werking gesteld
Gesynchroniseerd
met pc
Nieuw SMS-
bericht
Nieuw MMS-
bericht
Nieuw
voicemailbericht
Geheugenkaart
geplaatst
Normaal profiel
ingeschakeld
Stil profiel
ingeschakeld
Batterijlading
Boven in het scherm ziet u de volgende statusindicatoren: