radio
74
RDS-HET RADIO DATA SYSTEEM
RDS (Radio Data Systeem) gebruiken om FM-zenders te ontvangen
RDS stelt FM-zenders in staat een extra signaal mee te zenden met de normale
programmasignalen. Zo kunnen de zenders bijvoorbeeld hun naam meesturen of
informatie over het type programma’s dat zij uitzenden, zoals sport of muziek, enz.
Wanneer u hebt afgestemd op een FM-zender die de RDS-service
biedt, begint de RDS-indicator te knipperen in het weergavevenster.
Omschrijving van de RDS-functie
PTY (Program Type - Programmaclassificatie) : het soort programma
dat wordt uitgezonden.
PS NAME (Program Service Name - Naam programmaservice) : geeft de naam van de zender weer (max. 8
tekens).
RT (Radio Text - Radiotekst) : decodeert de radiotekst (indien beschikbaar) die door een zender wordt
ontvangen en is uit maximaal 64 tekens samengesteld.
CT (Clock Time - Tijd) : decodeert de klok van de FM-frequentie.
Niet alle zenders ontvangen PTY-, RT- of CT- informatie, en dus verschijnt dit
niet altijd op het beeldscherm.
TA (Traffic Announcement - verkeersinformatie) : als dit symbool knippert, betekent dit dat er
verkeersinformatie wordt uitgezonden.
RDS werkt mogelijk niet goed als de zender het RDS-signaal niet correct doorgeeft of als
het signaal niet krachtig genoeg is.
De RDS-signalen weergeven
Op het display kunt u zien welke RDS-signalen de zender
doorgeeft.
Druk op RDS DISPLAY terwijl u naar een FM-zender luistert.
Telkens als u op deze knop drukt, verandert de weergave en
wordt de volgende informatie getoond: : PS NAME ; RT ;
CT ; Frequency
PS (Programmaservice) : terwijl u zoekt, worden <PS> en vervolgens de zendernaam weergegeven.
<NO PS> wordt weergegeven als er geen signaal wordt uitgezonden.
RT (Radiotekst) : terwijl u zoekt, worden <RT> en vervolgens de tekstberichten die door de zender
worden verstuurd weergegeven. <NO RT> wordt weergegeven als er geen signaal
wordt uitgezonden.
Frequentie : zenderfrequentie (geen RDS-service).
Tekens in het weergavevenster
Wanneer in het venster PS- of RT-signalen worden weergegeven, worden de volgende tekens gebruikt.
In het venster wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters.
Er wordt altijd gebruik gemaakt van hoofdletters.
In het venster kunnen geen tekens met accenten worden weergegeven.
Zo wordt voor een A met een accent, zoals Á, À, Ã of Ä, altijd <A> gebruikt.
•
•
•
•
•
M
`
•
•
•
•
•