[29]
17
Scherpstellingsvergrendeling/ scherpstellingsmodus
p.47~48
18 Contrast p.73
19 Correctie-indicator p.50
20 Flitsercorrectie p.58
21 Knop voor zelfontspanner p.40~41
22 Witbalans p.53~54
23 Flitser p.57~60
Opnamemodus
Selecteer deze modus om snel en eenvoudig foto's te maken met minimale gebruikersinteractie.
1. Plaats de batterij en geheugenkaart (p.16, 22).
2. Zet de camera aan met de aan/uit-schakelaar.
(Gedurende ongeveer 3 seconden worden de datum en
tijd weergegeven. Vervolgens verdwijnen deze weer.)
3. Selecteer de modus AUTO door aan de keuzeschijf
voor modusselectie te draaien.
4. Wijs met de camera in de richting van het onderwerp en
bekijk welke opname u wilt maken met behulp van het
LCD-scherm.
5. Druk op de sluiterknop om de opname te maken.
ƈ De modus AUTO ( ) gebruiken
[ Modus AUTO ]
ƃ Als het kader voor automatische scherptestelling rood wordt wanneer u de sluiterknop
halverwege indrukt, betekent dit dat u niet kan scherpstellen op het onderwerp.
In dat geval is de camera niet in staat een scherpe opname van een tafereel te maken.
INFORMATIE
LCD-indicator