4.3.1 Functie toets
Na het selecteren van 1. FUNCTIE TOETS (zie hierboven) kunt u instellingen van functietoetsen wijzigen.
De volgende functietoetsen kunt u met de volgende instellen programmeren:
Verzamelnota
1. OMSCHRIJVING Voer de omschrijving van deze functie toets in (max. 24 karakters)
2. TOETS UITGESCHAKELD Deze toets is uitgeschakeld
3. VERPLICHT VOOR AFREKEN Deze toets moet verplicht worden ingedrukt om te kunnen afrekenen
4. BONNUMMER DOORTELLEN Het bonnummer telt door na het indrukken van deze toets
5. VERWIJD. TEKST BOVEN/OND Print geen tekstlogo bovenaan en onderaan deze bon na indrukken van deze toets
6. BEREKEN GEEN BTW1 Bereken niet BTW tarief#1 na indrukken van deze toets
7. BEREKEN GEEN BTW2 Bereken niet BTW tarief#2 na indrukken van deze toets
8. BEREKEN GEEN BTW3 Bereken niet BTW tarief#3 na indrukken van deze toets
9. BEREKEN GEEN BTW4 Bereken niet BTW tarief#4 na indrukken van deze toets
10. VERPLICHT VALIDEREN Valideren op een aangesloten slipprinter is verplicht na indrukken van deze toets
Annuleer
1. OMSCHRIJVING Voer de omschrijving van deze functie toets in (max. 24 karakters)
2. BEDRAGBEGRENZING Voer het maximale bedrag in wat geannuleerd mag worden
3. TOETS UITGESCHAKELD Deze toets is uitgeschakeld
4. ALLEEN MANAGER Alleen een manager mag deze toets gebruiken (sleutel in stand X zetten)
5. VERPLICHT VALIDEREN Valideren op een aangesloten slipprinter is verplicht na indrukken van deze toets
Pin voor contant
1. OMSCHRIJVING Voer de omschrijving van deze functie toets in (max. 24 karakters)
2. BEDRAGBEGRENZING Voer het maximale bedrag in wat geannuleerd mag worden
3. TOETS UITGESCHAKELD Deze toets is uitgeschakeld
4. ALLEEN MANAGER Alleen een manager mag deze toets gebruiken (sleutel in stand X zetten)
5. VERPLICHT VALIDEREN Valideren op een aangesloten slipprinter is verplicht na indrukken van deze toets
6. VERPLICHT TOELICHTING Print verplicht een toelichting tijdens het valideren
Contant
1. OMSCHRIJVING Voer de omschrijving van deze functie toets in (max. 24 karakters)
2. BEDRAGBEGRENZING Voer het maximale bedrag in wat geannuleerd mag worden
3. VERPLICHT BEDRAG AFREK Voer het bedrag in waarmee de klant betaald (wisselgeldberekening)
4. WISSEL/GESCHEIDEN MANA Alleen manager (sleutelstand X) mag wisselgeldberekening of deelbetaling uitvoeren
5. GEEN GESCHEIDEN BETALEN Het totaal bedrag mag niet gedeeltelijk contant worden afgerekend
6. LADE GAAT OPEN De geldlade gaat open na het indrukken van deze betaalwijze toets
7. BEREKEN GEEN BTW1 Bereken niet BTW tarief#1 na indrukken van deze toets
8. BEREKEN GEEN BTW2 Bereken niet BTW tarief#2 na indrukken van deze toets
9. BEREKEN GEEN BTW3 Bereken niet BTW tarief#3 na indrukken van deze toets
10. BEREKEN GEEN BTW4 Bereken niet BTW tarief#4 na indrukken van deze toets
11. VERPLICHT VALIDEREN Valideren op een aangesloten slipprinter is verplicht na indrukken van deze toets
Op rekening 1-8 (gebruiken bij aangesloten pinautomaat)
1. OMSCHRIJVING Voer de omschrijving van deze functie toets in (max. 24 karakters)
2. BEDRAGBEGRENZING Voer het maximale bedrag in wat geannuleerd mag worden
3. VERPLICHT BEDRAG AFREK Voer het bedrag in waarmee de klant betaald (wisselgeldberekening)
4. WISSEL/GESCHEIDEN MANA Alleen manager (sleutelstand X) mag wisselgeldberekening of deelbetaling uitvoeren
5. GEEN GESCHEIDEN BETALEN Het totaal bedrag mag niet gedeeltelijk op rekening worden afgerekend
6. LADE GAAT OPEN De geldlade gaat open na het indrukken van deze toets
7. WISSELGELD MAG Er mag wisselgeld berekend worden na indrukken van deze toets
8. SKU# VERPLICHT INVOEREN Voer een SKU# (bijv. serienummer) in voordat u afrekent met deze toets
9. BEREKEN GEEN BTW1 Bereken niet BTW tarief#1 na indrukken van deze toets
10. BEREKEN GEEN BTW2 Bereken niet BTW tarief#2 na indrukken van deze toets
11. BEREKEN GEEN BTW3 Bereken niet BTW tarief#3 na indrukken van deze toets
12. BEREKEN GEEN BTW4 Bereken niet BTW tarief#4 na indrukken van deze toets
13. VERPLICHT VALIDEREN Valideren op een aangesloten slipprinter is verplicht na indrukken van deze toets
14. STUUR NAAR PIN Maak contact met aangesloten pinautomaat na indrukken van deze toets
15. PIN POORT (0-2) Geef aan op welke COM-Poort (1 of 2) de pinautomaat is aangesloten
16. ALLOW ROUDING Geef aan of het totaal bedrag afgerond mag worden na indrukken van deze toets