26
TTeelleeffoonneerreenn
27
TTeelleeffoonneerreenn
1. Om een oproep te beantwoorden, opent u de
telefoon. Als de telefoon al open is, drukt u op .
2. U kunt het gesprek beëindigen door de telefoon te
sluiten of op te drukken.
NB: Ook tijdens het gebruik van de telefoonlijst of
menufuncties kunt u oproepen beantwoorden.
Het menu waar u op dat moment mee bezig bent,
wordt dan - ongewijzigd - gesloten.
Oproep weigeren
U kunt een oproep weigeren door op te
drukken. Als de telefoon dicht is en de optie Toets op
zijkant is ingesteld op Weigeren, kunt u ook een
oproep weigeren door een van de volumetoetsen aan
de linker zijkant van de telefoon ingedrukt te houden
(zie pagina 92).
Volume aanpassen
Met de toetsen aan de zijkant van de telefoon kunt u
tijdens het telefoneren het luidsprekervolume
aanpassen.
Snel en eenvoudig nummers vanuit de
telefoonlijst bellen
Zodra u telefoonnummers in de telefoonlijst hebt
opgeslagen, kunt u deze snel en eenvoudig bellen
door slechts een of twee toetsen in te drukken. Meer
informatie hierover vindt u op pagina 51.
Voice dial
Als u de optie Klepje actief hebt ingesteld op
Voice dial (zie pagina 91), kunt u nadat u de
telefoon geopend hebt de naam inspreken van de
persoon die u wilt bellen. Vervolgens hoort
automatisch het bij de naam behorende nummer
gebeld. Meer informatie over Voice dial vindt u op
pagina 77.
Oproep beëindigen
U kunt de oproep beëindigen door kort op de toets
te drukken of de telefoon te sluiten.
Oproep beantwoorden
Als u gebeld wordt, gaat de telefoon over en knippert
in het midden van het display het telefoonsymbool.
Als de gegevens van de beller bekend zijn, wordt zijn
of haar telefoonnummer (of de naam wanneer deze
in de telefoonlijst is opgeslagen) in het display
getoond. Als de beller zijn/haar nummer niet wil
doorgeven, verschijnt in het display Anoniem; is het
nummer niet bekend, dan verschijnt Onbekend.
Druk op om het volume te verhogen en op om
het lager te zetten.