Andere belangrijke veiligheidsinformatie
• Alleen gekwalificeerde technici mogen de telefoon
in een voertuig installeren of repareren. Onjuiste
installatie of onderhoud kan gevaar opleveren en
ertoe leiden dat de garantie op uw telefoon
vervalt.
• Controleer ingebouwde telefoonapparatuur
regelmatig op correcte montage en werking.
• Bewaar of vervoer licht ontvlambare vloeistoffen,
gassen en ander brandbaar of explosief materiaal
niet samen met de telefoon, onderdelen ervan of
accessoires.
• Beschikt uw auto over een airbag, denk er dan aan
dat deze met grote kracht wordt opgeblazen.
Voorkom lichamelijk letsel door geen voorwerpen
of apparatuur in de directe omgeving van de
airbag.te plaatsen of te installeren.
• Zet uw mobiele telefoon aan boord van een
vliegtuig altijd uit. In vliegtuigen is het gebruik van
mobiele telefoons verboden, omdat dit de
luchtwaardigheid van het vliegtuig in gevaar kan
brengen en mobiele netwerken op de grond kan
storen. Wanneer u zich hier niet aan houdt, kan dit
ertoe leiden dat u (tijdelijk of voor-goed) geen
mobiele telefoon meer mag gebruiken, u voor de
rechter moet verantwoorden, of beide.
Noodoproepen
Deze telefoon maakt, net als andere draadloze telefoons,
gebruik van radiosignalen en mobiele telefoonnetwerken
alsmede van door de gebruiker in te stellen functies.
Hierdoor is het niet altijd mogelijk om in elke situatie
verbinding met het netwerk te krijgen. Om die reden mag
u voor het maken van noodoproepen nooit alleen van een
mobiele telefoon afhankelijk zijn.
Denk eraan dat de telefoon aan moet staan wanneer u
iemand wilt bellen of gebeld wilt kunnen worden. Verder
moet u zich op een plaats bevinden waar de
signaalsterkte van het mobiele netwerk voldoende is.
Noodoproepen zijn niet op alle mobiele netwerken
mogelijk of wanneer bepaalde functies gebruikt worden.
Ga dit eventueel na bij uw provider.
Een alarmnummer bellen:
1. Als de telefoon uitstaat, zet u hem aan.
2. Geef het alarmnummer in (112 of een ander officieel
alarmnummer). Alarmnummers kunnen per land
verschillen.
3. Druk op de toets <Zenden>
Als u bepaalde functies aan heeft staan (wachtwoord
telefoon, blokkeren oproepen, enz.) moet u deze functies
misschien eerst uitzetten voordat u het alarmnummer
kunt bellen. Raadpleeg daarvoor deze gebruiksaanwijzing
of neem contact op met uw provider.
Als u een alarmnummer belt, moet u eraan denken alle
benodigde informatie zo accuraat mogelijk door te geven.
Bedenk dat uw mobiele telefoon op dat moment
misschien het enige beschikbare communicatiemiddel is.
Verbreek de verbinding pas nadat u daartoe opdracht hebt
gekregen.
136
137
NNaassllaagg--iinnffoorrmmaattiiee NNaassllaagg--iinnffoorrmmaattiiee