HET FILTER VAN DE WATERSLANG REINIGEN
U dient het filter van de waterslang minimaal eens per jaar te reinigen, of wanneer de foutmelding “4E”
wordt weergegeven.
1. Draai de watertoevoer naar de wasmachine dicht.
2. Schroef de slang aan de achterkant van de wasmachine los. Houd een doekje op de slang
om te voorkomen dat er door de druk water uit de slang stroomt.
3. Trek het filter voorzichtig met een tangetje uit het uiteinde van de slang en spoel het onder de
kraan schoon. Reinig ook de binnen- en buitenkant van het draadverbindingsstuk.
4. Duw het filter terug op zijn plaats.
5. Schroef de slang weer vast aan de wasmachine.
6. Draai de kraan open en controleer of de verbindingen waterdicht zijn.
EEN BEVROREN WASMACHINE REPAREREN
Als de temperatuur zakt tot onder het vriespunt en uw wasmachine bevriest, doet u het volgende:
1. Haal de stekker van de wasmachine uit het stopcontact.
2. Giet warm water over de kraan om de toevoerslang los te maken.
3. Verwijder de watertoevoerslang en laat deze in warm water weken.
4. Giet warm water in de wastrommel en laat dit 10 minuten staan.
5. Sluit de watertoevoerslang weer aan op de kraan en controleer of de watertoevoer en afvoer
normaal functioneren.
DE WASMACHINE OPSLAAN
Als u uw wasmachine langere tijd moet opslaan, is het beter om deze leeg te laten lopen en los te
koppelen van de elektriciteit. Wasmachines kunnen beschadigen wanneer er water in de slangen en interne
onderdelen blijft staan tijdens de opslag.
1. Selecteer het korte programma en doe bleekmiddel in het bleekmiddelvakje. Laat uw
wasmachine het programma leeg uitvoeren.
2. Draai de kranen dicht en koppel de toevoerslangen los.
3. Koppel de wasmachine los van het stopcontact en laat de deur van de wasmachine open
staan zodat de trommel kan ventileren.
4. Laat al het water uit de machine lopen d.m.v. de aftapslang (blz. 25).
Laat voordat u de wasmachine weer in gebruik neemt het achtergebleven water ontdooien
wanneer de wasmachine is opgeslagen op een plek met vorst.