16 Gebruikershandleiding SATEL
Selecteren vanuit een meervoudig keuzemenu
De functies die de mogelijkheid geven om meerdere keuzes te maken, kunnen worden
herkend door één van de onderstaande tekens aan de rechterzijde van het display.
J
– weergegeven item is geselecteerd / optie is ingeschakeld.
– weergegeven item is niet geselecteerd / optie is uitgeschakeld.
Druk op een willekeurige numerieke toets (voor sommige functies kunt u niet de 0 toets
gebruiken) om het huidig getoonde symbool te wijzigen naar de andere. Om door de lijst met
items heen te scrollen gebruikt u de (neer) of (op) toetsen. Voor sommige functies kunt
u 0 toets gebruiken om zo een nummer van een item in te voeren welke bewerkt dient te
worden. (bijv. Zonenummer, uitgangsnummer, bloknummer). Deze functie zal het zoeken
naar een item versnellen.
Bij bepaalde functies is het mogelijk om naar een grafische programmeer mode om te
schakelen door op pijltoets of te drukken. Om de status actief en niet actief aan te
geven worden de symbolen
J
en
gebruikt.
Bij het weergeven van een zone overbrugging
wordt het als symbool weergegeven.
In het display kunnen maximaal 32 symbolen
weergegeven. Met gebruik van de pijltoetsen kunt u de cursor door het display verplaatsen.
Bij meer dan 32 weer te geven items, kan er door met de cursor op de laatste item te staan
en vervolgens
in te drukken geschakeld worden naar de volgende 32 items. Om weer
terug te gaan naar de vorige 32 items, zet de cursor op het eerste item en druk op toets.
De LED’s onder het
symbool, geven aan welke 32 items worden weergegeven. (Zie de
omschrijving op
p. 8
.)
Druk 3 maal de 0, 1 of 2 in binnen 3 seconden in grafische
programmeer mode om de onderstaande opties te activeren:
000 - Het symbool wordt ingesteld bij alle beschikbare items.
111 - Het
J
symbool wordt ingesteld bij alle beschikbare items.
222 - Omdraaien van de functionaliteit: Het
J
symbool wordt ingesteld bij alle items met
als symbool.
Het symbool wordt ingesteld bij alle items waar nu het
J
symbool staat
ingesteld.
Druk de of toetsen om terug te keren naar de tekst mode.
Fig. 3. Voorbeeld over hoe de informatie wordt weer gegeven in de grafische programmeer mode. De
lege velden zijn niet beschikbaar voor bewerking.
Invoeren van decimale en hexadecimale waardes
Nummers worden ingevoerd door de daarbij behorende toetsen. De letters A t/m F staan
geprogrammeerd onder toets 2 en 3. Hou de toets ingedrukt totdat het juiste karakter
verschijnt.
Invoeren van namen
Druk op de toets totdat het juiste karakter verschijnt. De beschikbare karakters
worden omschreven in tabel 3. Houd de toets ingedrukt voor het getal.