8 PERFECTA SATEL
6.4 Installatie van het alarmsysteem
De print bevat elektronische componenten welke gevoelig zijn voor elektrische
ladingen.
Zorg ervoor dat alle installatie werkzaamheden (aansluiten van bediendelen,
uitbreidingsmodules, detectoren, enz.) afgerond zijn, voordat u de voeding
(accu, transformator) aansluit op het alarmsysteem.
Het alarmsysteem dient inpandig te worden geïnstalleerd, in ruimtes met een normale
luchtvochtigheid. Het alarmsysteem dient te worden beveiligd tegen ongeautoriseerde
toegang. Het alarmsysteem dient door de installateur in een geschikte behuizing te worden
gemonteerd.
Een permanente 230 V AC voeding met randaarde dient aanwezig te zijn in de ruimte waar
het systeem geïnstalleerd gaat worden.
6.4.1 Beschrijving van de hoofdprint
Fig. 2. Hoofdprint van het alarmsysteem.
LED indicaties:
links – is AAN indien de luister-functie actief is.
midden – is AAN indien de accu getest wordt.
rechts – is AAN indien de GSM/GPRS module actief is.
RESET pinnen voor het opstarten van het alarmsysteem in geval van nood (zie: “Starten
van de service mode via de “RESET pinnen” (of bij gebruik van een draadloos
bediendeel)” p. 17).