De manier waarop de informatie getoond kan worden, wordt hieronder
grafisch weergegeven. De informatie wordt voor 2 seconden
weergegeven en herhaald ( – LED is UIT; – LED is AAN).
Hoe hoger de positie in de lijst is, hoe hoger de prioriteit is van de
getoonde status:
– brandalarm,
– activeren paniek alarm
– waarschuwingsalarm,
– sabotage alarm,
– brandalarm in het geheugen,
– inbraak / paniek alarm in het geheugen,
– waarschuwingsalarm in het geheugen,
– sabotage alarm in het geheugen.
geeft aan dat de service mode geactiveerd is.
AAN – het service menu is beschikbaar op het bediendeel,
knippert – het service menu is niet beschikbaar op het bediendeel
(het is geactiveerd op een ander bediendeel of is verborgen door de
installateur)
Informatie over de ingeschakelde status kan worden gedoofd na een tijdsperiode,
bepaald door de installateur. Het invoeren van de code gevolgd door de toets zal
deze status informatie weer weergeven.
Indien de GRADE 2 optie geactiveerd is door de installateur zal de:
LED alleen alarmen weergeven na het invoeren van de code gevolgd door de
toets,
een knipperende LED betekend dat er een storing in het systeem is, dat er
zones overbrugd zijn of dat er een alarm is geweest.
6.1.2 Display
Het display toont gegevens voor communicatie tussen het alarmsysteem en de gebruiker.
De installateur definieert hoe deze informatie getoond wordt op het display en ook hoe de
achtergrondverlichting zal werken.
Het display kan in de normale mode werken of in de zone weergave mode (het schakelen
tussen deze modes kan met de toets). In de normale mode zal in het display de tijd en
datum of de naam van het bediendeel worden weergegeven. In de zone weergave mode
zullen symbolen worden getoond, welke de status van de zones weergeven in het systeem
(indien geen detector op een zone aangesloten is, dan wordt de status hiervan niet
weergegeven). De nummers rondom het display corresponderen met de zone nummers.
De symbolen illustreren de volgende zone statussen (hoe hoger de positie in de lijst is, hoe
hoger de prioriteit is van de getoonde status):
O – overbrugd (wordt niet weergegeven bij een ingeschakeld systeem),
U – uitgeschakeld (wordt niet weergegeven bij een ingeschakeld systeem),
! – het eerste gegenereerde alarm,