1. Introductie
Dit document bevat een lijst met functies in de service mode. Tussen haakjes worden de
standaard instellingen weergegeven (indien de parameter gedefinieerd is / optie
ingeschakeld is).
1.1 Starten van de service mode
1. Voer de service code in (standaard: 12345) en druk op de toets.
2. Het gebruikersmenu zal worden weergegeven.
3. Druk op de toets.
4. Indien de cursor bij de SERVICE MODE staat, druk dan op .
5. De service mode zal worden weergegeven (de cursor staat nu bij EINDE SERVICE).
1.2 Navigeren door het menu en uitvoeren van functies
Om door het menu te navigeren kunt gebruik maken van de pijltoetsen of middels de
numerieke sneltoets combinaties. Het is ook mogelijk om beide methodes te combineren. De
cursor geeft een submenu aan welke u kunt openen of een functie welke uitgevoerd kan
worden.
1.2.1 Gebruik van de pijltoetsen
1. Gebruik de en toetsen om het gewenste submenu te zoeken.
2. Druk op de of toets om het submenu te openen (druk op de toets om
terug naar het hoofdmenu te gaan).
3. Herhaal stappen 1 en 2 totdat de gewenste functie gevonden is.
4. Druk op de of toets om de functie te starten.
1.2.2 Gebruik van numerieke sneltoets combinaties
Alle submenu’s en functies zijn genummerd.
1. Gebruik de cijfertoetsen om het nummer in te voeren (druk op de toets om het
laatste cijfer te verwijderen).
2. Het menu met dit nummer zal worden weergegeven (druk op de toets om terug te
gaan naar het hoofdmenu).
3. Druk op de of toets om het submenu te openen of om de functie te starten.
Indien de cursor bij EINDE SERVICE staat kunt u het nummer van de functie invoeren en
daarna drukken op de of toets. Bijvoorbeeld: om de uitbreiding identificatie functie
te starten drukt u achterelkaar op .
Indien de cursor niet bij EINDE SERVICE staat, dan zal bij het invoeren van een cijfer deze
worden toegevoegd aan het menu vanwaar de cursor zich bevind. Ingevoerde cijfers zullen
altijd achter het menu / functienummer worden toegevoegd (alleen EINDE SERVICE is niet
genummerd). Bijvoorbeeld: indien de cursor voor 31.EOL staat en u vervolgens
intoets, dan zal functie 3132 worden weergegeven (3132.Zn.32 EOL) en niet functie
32.GEVOELIGHEID. Om functie 32.GEVOELIGHEID weer te geven drukt u op (om de
cursor naar beneden te verplaatsen) of op (om de 1 van 31 te wissen en de 2 toe
te voegen).