32 VERSA IP SATEL
U kunt het storingsgeheugen wissen na het beëindigen van de functie:
1. Druk op de toets om de functie te beëindigen. De melding “Wis storing geheugen?
1=Ja” zal worden weergegeven.
2. Druk op de toets om het storingsgeheugen te wissen (indien u een andere toets
indrukt zal het wissen van het storingsgeheugen niet worden uitgevoerd).
Indien de SERVICE MELDING NA SABOTAGE ALARM optie in het alarmsysteem geactiveerd
is, dan kan alleen de installateur een sabotage alarm in het geheugen wissen.
6.20 Uitgangen aansturen
U kunt via het bediendeel of VERSA Control applicatie apparaten bedienen die aangesloten
zijn op de 15. GESTUURD uitgangen (bijv. om rolluiken/zonneschermen op en neer te doen, de
verlichting aan/uit te zetten, etc.). De installateur zal definiëren hoe deze uitgangen zullen
werken (of dat de uitgang voor een bepaalde tijdsduur aangestuurd wordt of dat deze altijd
actief zal zijn totdat deze weer uitgezet wordt door de gebruiker of klok, etc.).
6.20.1 Uitgangen snel en eenvoudig aansturen
De installateur kan ervoor zorgen dat de uitgangen snel en eenvoudig aangestuurd kunnen
worden, zonder het invoeren van een code.
Eenvoudig activeren van een uitgang (snelkeuze)
Druk op het nummer van de toets waaraan de uitgang/apparaat toegewezen is, en druk op
de toets.
Eenvoudig deactiveren van een uitgang (snelkeuze)
Druk op het nummer van de toets waaraan de uitgang/apparaat toegewezen is, en druk op
de toets.
6.20.2 Uitgangen aansturen via de gebruikersfunctie
Open het gebruikersmenu (code + ) en druk achterelkaar . Het
uitgangsnummer wordt in de bovenste regel van het display weergegeven en de naam van
de uitgang op de onderste regel. U kunt door de lijst met uitgangen heen scrollen via de
en toetsen. Informatie over de status van de uitgang wordt rechts bovenin het
display weergegeven:
– de uitgang is geactiveerd,
– de uitgang is gedeactiveerd.
Druk op de toets om de uitgang te activeren of op de toets om de uitgang te
deactiveren.
Indien u de status van alle uitgangen wilt weergeven die u kunt aansturen druk dan op de
of toets. U kunt nu de uitgangen identificeren aan de hand van de nummers
rondom het display. Gebruik de en toetsen om de cursor te verplaatsen. Om een
uitgang te activeren verplaatst u de cursor naar de gewenste uitgang en drukt u op de
toets of om de uitgang te deactiveren drukt u op de toets. Indien u weer naar de vorige
weergave wilt gaan drukt u op de of toets.
6.21 Testen
6.21.1 Zones testen
De functie maakt het mogelijk de systeem zones / detectoren te controleren op hun juiste
werking.