- 8 -
GEBRUIK
Voor gebruik, controleer of de uitlaatslang juist is aangebracht. Steek de stekker in het stopcontact.
1. Power (aan/uit) knop
Druk op de “POWER” knop om het apparaat in te schakelen. Het apparaat werkt in de koelmodus op de
lage windsnelheid. Druk opnieuw op de knop en het apparaat wordt uitgeschakeld.
2. Temperatuur (timer) verhogen knop en Temperatuur (timer) verlagen knop
Druk op de “TEMP+”/”TEMP-” knop om uw gewenste kamertemperatuur tussen 16°C en 31°C in te stellen.
De knoppen kunnen tevens worden gebruikt om de timer tussen 1 en 24 uur in te stellen. De waarde
wordt bij elke druk op de knop met 1 (°C / uur) verhoogd of verlaagd. Druk lang om de waarde snel te
wijzigen.
Opmerking: Het apparaat schakelt de compressor (voor het koelen) automatisch uit zodra de kamer de
ingestelde temperatuur heeft bereikt. De compressor wordt automatisch ingeschakeld wanneer de
kamertemperatuur hoger dan de ingestelde temperatuur is. De interne ventilator werkt gedurende het
volledig proces. Als de compressor in werking is, zal het toestel lichtjes trillen. Dit is normaal en is
onschadelijk.
3. Speed (Windsnelheid) knop
Druk op de „SPEED“ knop om de windsnelheid op laag of hoog in te stellen. Het overeenkomstig
“LOW”/”HIGH” controlelampje zal branden.
4. Mode (Modus) knop
Druk op de “MODE” knop om uw gewenste werkingsmodus in te stellen. U kunt kiezen uit koeling,
ontvochtiging en ventilator.
- In de koelmodus, brandt het overeenkomstig “COOL” controlelampje. Druk op de “TEMP+”/”TEMP-”
knop om uw gewenste kamertemperatuur in te stellen. Druk op de “SPEED” knop om uw gewenste
windsnelheid in te stellen.
- In de ontvochtigingsmodus, brandt het overeenkomstig “DEHUM” controlelampje. Het apparaat stelt
de werkingstemperatuur (2°C onder de huidige kamertemperatuur) automatisch in en de
windsnelheid wordt op laag ingesteld. De temperatuur en windsnelheid kunnen niet handmatig
worden aangepast.
- In de ventilatormodus, brandt het overeenkomstig “FAN” controlelampje. Druk op de „SPEED“ knop
om de windsnelheid op laag of hoog in te stellen. Opmerking: In deze modus wordt de
temperatuurfunctie niet gebruikt. Het digitaal scherm geeft de waarde „25“ weer, maar dit heeft geen
enkele betekenis.
5. Timer aan/uit knop
Timer AAN instelling:
- Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, druk op de „TIMER“ knop en het overeenkomstig
„TIMER“ controlelampje brandt.
- Druk op de “TEMP+”/”TEMP-” om een gewenste inschakelingstijd tussen 1 en 24 uur te selecteren. De
ingestelde inschakelingstijd knippert op het digitaal scherm. Druk opnieuw op de “TIMER” knop
(wanneer het nog knippert) en de instelling wordt bevestigd.
- Het apparaat wordt automatisch ingeschakeld zodra de ingestelde inschakelingstijd is verstreken.
Timer UIT instelling
- Wanneer het apparaat is ingeschakeld, druk op de „TIMER“ knop en het overeenkomstig
„TIMER“ controlelampje brandt.
- Druk op de “TEMP+”/”TEMP-” om een gewenste uitschakelingstijd tussen 1 en 24 uur te selecteren. De
ingestelde uitschakelingstijd knippert op het digitaal scherm. Druk opnieuw op de “TIMER” knop
(wanneer het nog knippert) en de instelling wordt bevestigd.
- Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra de ingestelde uitschakelingstijd is verstreken.
Opmerking: Het digitaal scherm heeft na het instellen van de timer de afteltijd in aantal uren weer. Druk
opnieuw op de „TIMER“ knop en de timerfunctie wordt geannuleerd.