315Wielen en banden
●Vreemde voorwerpen verwijderen die zich aan de buitenkant van het
profiel van de band bevinden en die niet tot in de band zijn doorgedrongen
⇒ pagina 320.
●De waarschuwingen van het bandenspanningscontrolesysteem in acht
nemen.
●Een beschadigde of sterk gesleten band zo snel mogelijk vervangen
⇒ pagina 320.
●Regelmatig de banden op niet zichtbare beschadigingen controleren
⇒ pagina 320.
●Nooit de snelheid en het toegestane maximale draagvermogen voor het
gemonteerde type band overschrijden ⇒ pagina 323.
●Voorkom dat de banden in contact komen met agressieve stoffen, vet,
olie, brandstof en remvloeistof ⇒ .
●Onmiddellijk de ventieldoppen vervangen als u deze verloren hebt.
Draairichtinggebonden banden
Draairichtinggebonden banden zijn ontworpen om in één richting te draai-
en. Bij draairichtinggebonden banden is de wang van de band met pijlen
gemarkeerd ⇒ pagina 323. De zo aangegeven draairichting beslist aanhou-
den. Alleen op deze manier worden de optimale rijeigenschappen met be-
trekking tot aquaplaning, grip, geluid en wrijving gegarandeerd.
Wanneer deze band in tegengestelde draairichting wordt gemonteerd, dient
men voorzichtiger te rijden want de band wordt niet op de correcte wijze ge-
bruikt. Dit geldt met name wanneer het wegdek nat is. De band moet zo
snel mogelijk worden vervangen of met de juiste draairichting worden ge-
monteerd.
Wielen onderling verwisselen
Geadviseerd wordt de wielen regelmatig onderling te verwisselen volgens
het schema ⇒ Afbeelding 177 zodat de banden gelijkmatig slijten. Daar-
door krijgen de banden ongeveer dezelfde levensduur.
SEAT raadt aan om de wielen door een gespecialiseerde werkplaats te laten
vervangen.
Banden die ouder zijn dan 6 jaar
Banden verouderen door fysische en chemische processen, wat hun werk-
ing kan beïnvloeden. Banden die gedurende langere tijd worden opgesla-
gen en niet gebruikt, worden sneller hard en kwetsbaar dan banden waar
constant mee wordt gereden.
SEAT adviseert de banden door nieuwe te vervangen wanneer ze ouder zijn
dan zes jaar. Dit geldt ook voor banden die er van de buitenkant perfect lij-
ken uit te zien en waarvan het profiel de door wet vastgestelde minimale
waarde nog niet bereikt heeft ⇒ .
De leeftijd van de band kan worden gecontroleerd aan de hand van de pro-
ductiedatum die deel uitmaakt van de identificatiecode van de band (TIN)
⇒ pagina 323.
Opslag van banden
Banden markeren voordat u ze verwijderd. Ze moeten namelijk dezelfde
looprichting hebben als ze weer worden gemonteerd (links, rechts, voor,
achter). Verwijderde banden resp. wielen koel, droog en zo donker mogelijk
bewaren. Banden die op de velg zijn gemonteerd niet rechtop zetten.
Banden zonder velgen tegen vuil beschermen door ze in geschikte zakken
op te slaan en ze met het loopvlak op de grond te laten rusten.
ATTENTIE
Agressieve stoffen en vloeistoffen kunnen zichtbare en onzichtbare be-
schadiging aan de banden veroorzaken met het daaraan verbonden risico
van klapbanden.
●Voorkom in alle gevallen dat de banden in contact komen met chemi-
sche producten, olie, vet, brandstof, remvloeistof en andere agressieve
stoffen.
Veilig op weg Bediening Raad en daad Technische gegevens